En de genade godo ziende...

e n de genade (1) ^o

Het opschrift boven dit stuk staat te lezen in Handelingen 11 : 23. In dit hoofdstuk uit het boek Handelingen zien wij hoe het evangelie in de stad Antiochië komt. Lucas, de schrijver van dit bijbelboek, laat iedere keer weer zien hoe de opdacht van Christus: En gij zult ook getuigen" (Joh. 15 : 27), in praktijk wordt gebracht. Breeduit wordt ons getoond de almacht van de verhoogde Christus alsook de kracht en de doorwerking van het heerlijke evangelie. Mensen gedreven door de Heilige Geest hebben er alles voor over gehad om boodschappers te zijn van de blijde boodschap. De gemeente breidt uit naar alle kanten en ondanks de woede en vervolging van Christus' vijanden is toch de groei niet meer te stuiten. Het gaat door, onverhinderd (zie Hand. 28 : 31). De Zone Gods heeft voorzegd dat het kruis steeds zijn evangelie zou vergezellen. (Calvijn). Maar tot onze niet geringe troost mogen wij weten dat God op dezelfde wijze als Hij weleer Zijn Kerk bewaard heeft ook heden ten dage ons zal bijstaan.

Door heel het boek Handelingen heen kunnen we lezen, dat de genade Gods in veler harten verheerlijkt werd. Het is verleidelijk om dit alles te bespreken. De dissertatie van dr. A. Noordegraaf, „Creatura Verbi" geeft ons een prachtig beeld van de groei van de gemeente in Handelingen. Het Woord Gods dringt in vele gebieden door, door de Heilige Geest worden vele harten geopend en zij die eerst van verre stonden worden nabij gebracht. Vijanden worden met God verzoend. Uiterlijk groeit de gemeente maar ook naar binnen toe werkt de genade Gods en uit veler harten komt de dó ziende ... vraag: „Wat moeten wij doen om zalig te worden? " Het intensieve en het extensieve gebeuren horen bijeen. Dat laat ons ook hoofdstuk 11 zien. De christenen in Jeruzalem en in Judea horen dat ook de heidenen in Antiochië het evangelie hebben aangenomen. Het was voor hen eerst moeilijk te accepteren en spoedig komen bedenkingen op tegen de overwinningskracht van het evangelie onder de heidenen. Maar wie kan keren wat God begon? Niet alleen Cornelius, de hoofdman uit Cesarea, maar ook vele heidenen uit Antiochië bekeerden zich tot de Heere (v. 21).

Wat is er gebeurd? Door de vijandschap werden velen uit Jeruzalem verjaagd. Hoofdstuk 8 vertelt, dat na de dood van Stefanus een grote vervolging tegen de Gemeente ontstond. Velen werden verstrooid. Toch weerhield dit hen er niet van voor hun Zaligmaker uit te komen. Grieks sprekende Joden evangeliseerden zowel aan Joden alsook aan de heidenen. Gods zegeningen volgden de prediking en veler harten werden omgebogen tot God. Vóórdat Paulus te Antiochië kwam zijn anderen hem al voor geweest. Hier gebruikte de Heere in eerste instantie geen apostelen, maar zij die, bekeerd, weer anderen toebrachten. Ieder recht bekeerde kan niet anders dan zendeling zijn daar waar de Heere hem plaatst!

Antiochië — een cosmopolitische stad. In die bonte wirwar van volken, culturen en religies ontstond een volk, niet behorend tot deze wereld, maar die het eigendom was van de Heere Jezus Christus. In het Antiochië van die tijd leefde een grote missionaire krachtige Joodse gemeenschap, waar veel proselieten zich bij aansloten. De

vluchtelingen uit Jeruzalem en ook bekeerde Griekse Joden uit Cyprus en uit Cyrene (Afrika!!) evangeliseerden in die stad de Naam van Koning Jezus. Met verrassend gevolg werd daar in Antiochië zendingswerk bedreven. Een groot aantal kwam tot geloof. Dit kwam velen ter ore, als een lopend vuurtje verbreidde zich het nieuws dat velen in Antiochië geloofden in de Heere Jezus. Het werk der genade blijft nooit verborgen! Ook de gemeente te Jeruzalem hoort dit nieuws en Barnabas wordt vanuit de gemeente naar Antiochië gezonden om poolshoogte te nemen.

Barnabas was een Hellenistische Jood, afkomstig uit Cyprus, een spiritueel man met een gegrond oordeel waarop men aan kon en die dé aangewezen man was om de situatie in ogenschouw te nemen en te rapporteren. Barnabas ging naar Antiochië om het met eigen ogen te zien. En wat zag hij? Hij zag Gods genade! In die grote wereldstad — derde stad in het Romeinse rijk — was de genade van God te zien. Later zou Paulus aan de Thessalonicensen schrijven (1 Thess. 1 : 8) dat van de christenen in Thessalonica gezegd werd: Want van u is het Woord des Heeren Iuidbaar geworden..."

Daar konden ze er niet over zwijgen en de vruchten van deze jonge gemeente kwamen overal openbaar. Anderen spraken over wat de christenen in Thessalonica deden, ja ze werden zelfs voorbeelden voor al de gelovigen in Macedonië en Achaje. Zo is het ook gegaan in Antiochië. De heerlijke vruchten van het geloof kwamen daar openbaar. Waar mensen gegrepen zijn door het Woord van God daar is het hoorbaar en zichtbaar. Waar het evangelie het hart* van de mens raakt daar ontstaat iets nieuws. Een nieuw leven dat God de eer geeft. En dat zag Barnabas. Hij zag Gods genade. Hij zag recht in de wortel oorzaak van alles dat plaatsvindt waar het evangelie is: de genade van God.' verkondigd

God zette het zegel van Zijn goedkeuring op deze dienst aan de heidenen en rechtvaardigde de acties van hen die aan de gehele wereld bekend wilden maken (en willen maken) de onnaspeurlijke rijkdom van Christus. Daar zal het in ons kerkewerk om dienen te gaan, dat het werk Gods te zien is. Wat zien wij wanneer een gemeente visitatie krijgt of wanneer een delegatie het zendingsvcld bezoekt? Gaat het ons er om om de genade Gods te zien? En om te zien de vruchten van geloof en bekering? Waar de genade gevonden wordt, daar is blijdschap. Dewelke, daar gekomen zijnde (is Barnabas) en de genade Gods ziende werd verblijd..."

Eldoret/Kenya.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen