Bij-tijds geloven: gereformeerde geloofsleer is springlevend
Op dinsdag 3 september werden bij uitgever Kok te Kampen door prof. dr. W. van 't Spijker aan de auteurs de eerste exemplaren overhandigd van twee delen uit een nieuwe boeken-serie. Die serie heet 'Bij-tijds geloven', een goed gekozen titel, indertijd door drs. K. Exalto geformuleerd. Er zullen ongeveer 20 deeltjes gaan verschijnen, waarin het er om gaat de aktualiteit van de gereformeerde geloofsleer te doen uitkomen. In een officieel Ten geleide' wordt de bedoeling van de serie als volgt omschreven:
„De serie B ij - Tij ds Geloven bedoelt een handreiking te zijn voor mensen van deze tijd, die zich rekenschap willen geven van de hoop die in hen is. In een periode waarin velen bezorgd zijn over het losraken van 'oude zekerheden', komt de vraag op ons af: waar staan wij als christenen, die in het spoor van de Reformatie van de zestiende eeuw verder willen? Vragen van toen worden nu niet meer gesteld en antwoorden van vroeger voldoen niet meer — zo kan men overal horen. Nieuwe vragen kwamen op en naar een antwoord moet gezocht worden.
Redactie en medewerkers willen een poging doen om die nieuwe vragen op te vangen en daarnaar te luisteren. Tegelijk geloven zij in de actualiteit van de Bijbel en zijn zij overtuigd', dat het reformatorisch belijden vanwege zijn schriftuurlijk karakter nog steeds een onmisbare bijdrage betekent voor de hedendaagse discussies. Daarom willen zij de Bijbel en de confessies opnieuw lezen met het oog op de vragen van eigen tijd. Op die wijze hopen zij richting en houvast te geven aan het spreken en denken van de christenen, die aan het einde van de twintigste eeuw God willen dienen en het geloof willen doorgeven aan hun kinderen."
Elk jaar zullen er ongeveer vier delen gaan verschijnen, zodat de serie over vier of vijf jaar compleet zal kunnen zijn. Onderwerpen zullen zijn: de Schrift, de Godsleer, de schepping, de mens Gods, de zonde, voorzienigheid, verbond en verkiezing, het werk van Christus, de pneumatologie (leer aangaande de Heilige Geest), de ecclesiologie (leer aangaande de kerk), rechtvaardiging, heiliging, geloven, zending en oecumene, Israël, eschatologie (leer van de laatste dingen) en een min of meer samenvattend deel over de actualiteit van de gereformeerde theologie.
Eerste deeltjes
De nu verschenen eerste delen zijn van de hand van dr. B. Rietveld, emerituspredikant van de Geref. Kerken in Nederland en woonachtig in Zoetermeer, en van dr. C. Trimp, hoogleraar aan de Theologische Hogeschool van de Geref. Kerken in Nederland (Vrijgemaakt) te Kampen. De boekjes tellen resp. 120 en 116 blz. en kosten ƒ 19, 50.
Rietveld schrijft over 'Gods nieuwe wereld' met als ondertitel 'gedachten over het Koninkrijk van God'. 0, p deze publicatie hoop ik nog wel terug te komen, om nu eerst de aandacht te bepalen bij het geschrift van Trimp, Woord, water en wijn (gedachten over prediking, doop en avondmaal).
Het boek van Trimp bestaat eigenlijk uit een drietal opstellen, die aan het eind in een slothoofdstukje enigszins met elkaar in verbinding worden gebracht. Bij de ontvouwing van zijn beschouwingen over de prediking, de H. Doop en het H. Avondmaal
zet Trimp telkens in bij een aantal moderne ontwikkelingen en bij kritische vragen die vandaag de dag gesteld worden ten aanzien van de klassiek-gereformeerde opvattingen.
Zo beschrijft hij hoe de prediking — door de Reformatie zo nadrukkelijk aangewezen als het eerste kenmerk van de kerk van Christus (art. 29 N.G.B.) — thans bij velen in discrediet is geraakt. Eén van de voornaamste bezwaren is dat de preek een monologisch gebeuren is. Immers, alleen de prediker is de hele tijd aan het woord en er mag niet eens geïnterrumpeerd worden. Deze vorm van communicatie móet dan wel een bedreiging vormen voor de mondigheid van de moderne mens.
Bovendien wordt de 'preek-kerk' gekenmerkt door een 'woord-monopolie'. Men vindt dat de kerk in de twintigste eeuw net zo goed en zelfs nog veel beter kan 'preken' door middel van gesprek en daad, beeld en voorbeeld, muziek en dans, spel en ritueel! Tegenover deze visie komt Trimp op voor de 'geloof-waardigheid' van de preek. De prediking als publieke verkondiging van het heil van God is niet een produkt van een bepaalde cultuur, dat als zodanig nu zijn tijd gehad zou kunnen hebben.
De levende God is de sprékende God. Het Woord van God is vlees geworden. Wie Christus, de Zoon van God, wil ontmoeten, kan Hem slechts in de verkondiging ontmoeten. Het Nieuwe Testament is daar volstrekt duidelijk in. 'Geen kijk-religie of doereligie, maar een hoor-religie heeft God aan Zijn volk geboden en dat horen is ons in de Reformatie opnieuw geleerd' (blz. 15). Vanuit deze fundamentele inzichten worden vervolgens door Trimp vele goede en leerzame opmerkingen gemaakt over 'de preek als communicatie', 'de monologische preek als publiek genademiddel', en 'de prediking als bediening van de Geest'.
Trimp neemt het op heldere en overtuigende wijze op voor het oer-reformatorisch beginsel dat de prediking het primaire instrument van Gods genade is. De genade zélf komt in het gepredikte Woord naar de mensen toe. God presenteert Zijn heil in ons leven en houdt het tegenover de aanvechtingen van ons eigen leven in stand door middel van de belofte, dat wil zeggen: de prediking van het evangelie.
Bij de behandeling van de Doop wordt vooral benadrukt het verschil tussen de gereformeerden en de dopersen. De doop is teken van het nieuwe verbond en daarom behóren de kinderen van de gelovigen gedoopt te worden. Trimp laat hier allereerst de woorden van de Schrift spreken en dan, in onderschikking daaraan, de leer van de kerk. Opvallend hoe hij eerst onbevangen luistert naar de bijbelse teksten waarin Doop en Avondmaal worden genoemd om dan pas in tweede instantie in te gaan op kwesties die in de loop der eeuwen in de (sacraments) theologie aan de orde zijn gesteld. Terecht wijst de schrijver 'gezinscommunie' af. De catechese baant de weg naar de maaltijd. Slechts een publieke belijdenis van het geloof ten overstaan van God en de gemeente kan de weg naar deze viering ontsluiten.
De opstellen van Trimp over Doop en Avondmaal kunnen uiteraard de onder ons zo goed bekende handboeken 'Rondom de Doopvont' en 'Bij brood en beker' niet vervangen. Maar wel bieden ze een verantwoorde oriëntatie in kort bestek. Een kritische noot wil ik plaatsen bij blz. 66. Daar wordt op opgetogen toon geschreven over de voorrechten van de kinderen van het verbond. Terecht! Maar een afbakening tegenover verbondsautomatisme had hier niet misstaan. Wanneer eerst gezegd is dat God voorop gaat in Zijn verbondsmatig handelen, dan mag toch vervolgens niet onbelicht blijven dat er een beleving van het verbond in de weg van wedergeboorte en bekering noodzakelijk is. Ik wil niet zeggen dat ik deze laatste beklemtoning bij Trimp geheel gemist heb, maar van een onderbelichting is wel sprake.
Al met al een goede start van een serie die we graag in de belangstelling van onze lezers aanbevelen.
V.
J. H.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 20 september 1985
Gereformeerd Weekblad | 14 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 20 september 1985
Gereformeerd Weekblad | 14 Pagina's