Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

ambtswaarneming en  avondmaaisdeelneming

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

ambtswaarneming en avondmaaisdeelneming

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

KOL-OMMETJE

De brief van de synode van de Hervormde Kerk over deelname aan het avondmaal door gekozen ambtsdragers heeft reakties opgeroepen. Na al wat gezegd en geschreven is lijkt het moeilijk iets te berde te brengen wat nog niet ter sprake kwam. Er is — en dit gaat voorop bij de Prediker — een tijd om te zwijgen en dan een tijd om te spreken. Het enig zinvolle zou kunnen zijn te zoeken naar woorden en naar vragen 0111 te stemmen tot een vruchtbaar stilzwijgen. Om te willen horen wat de Heere zegt tot de ziel.

Vaak heb ik evenzo gedacht: Wie klimt de berg des HEEREN op? Wie zal die godgewijde top, voor 't oog van Sions God betreden? Als retorische dat wil zeggen als redenaarsvraag, waarop geen antwoord hoeft te volgen, omdat het duidelijk is dat toch niemand bij machte is. Betreft het niet een berg Sinaï in heiligheid en wie zou de euvele moed bezitten die te bestijgen?

Dit duurde tot... Vragen kunnen op ons afkomen, die het net al dichter om ons heen trekken.

Toen het heilig sacrament vanzelfsprekend en zonder enig zelfonderzoek werd gebruikt riep dat reakties op. Wie evenwel beteugelt zo'n reaktie? Veelal schieten wij van het éne uiterste in het andere. Eerder dan wij denken is zich onthouden van de spijs heiliger dan aanzitten aan de dis. Gezegd wordt wel van niet, maar je moet woorden beluisteren en geesten proeven. Jammer dat het formulier wel veel aan de hand doet om onszelf tevoren recht te beproeven, aleer wij aangaan, maar niet zoveel met name noemt om onszelf te beproeven om verre te blijven van de tafel van de Heere. In ieder geval

kunnen wij niet door Beëlzebul van gemakkelijk wegblijven de duivel van vlot deelnemen uitwerpen. De Heere vroeg of wij Hem liefhadden van onze ouders toen wij werden gedoopt en van onszelf, toen wij onze kinderen ten doop hielden. De Heere vroeg of wij Hem liefhadden, toen wij belijdenis deden. Hoe bedroefd moeten wij wel zijn, wanneer Hij ten derde male vraagt bij de bediening van het Avondmaal: Hebt gij Mij lief? Is het mogelijk voor die derde keer het antwoord negatief te laten uitvallen?

Ja, gaven wij niet ten overvloede bij de bevestiging in het ambt ons ja-woord; op de vraag dat wij van God Zelf tot deze heilige diensten geroepen zijn? En zijn die diensten niet minstens zo verantwoordelijk als het gehoor geven aan de oproep de dood van de Heere te verkondigen?

Is de taak van ouderlingen niet het weiden van de kudde Gods en dan niet als heerschappij voerende over het erfdeel van de Heere, maar als voorbeelden der kudden? Wat is het voorbeeld in dit opzicht? Kan ons afblijven anderen, met name 'deze kleinen' zoals de Schrift ze noemt, weerhouden? Dus indirect heerschappij oefenen.

Wij wachten op iets dat vrijmoedigheid verschaft toe te gaan. Hebben wij wel eens gemerkt dat wij op iets hebben zitten wachten vóór het geloof — dat wil zeggen om ons vrijmoedigheid te verlenen om te durven geloven — wat alleen door het geloof ons deel wordt?

Het motief ambtsdrager te zijn los van vrijmoedigheid deel te nemen aan de viering van het avondmaal wil wel eens inhouden, dat wij zodoende de rechte prediking willen bewaren. Dat doel zou zo niet kronen, toch wel ons wegblijven excuseren. Mag je in dat geval je afvragen of wij zo nodig met onze hand de ark des Heeren op de wagen voor afglijden moeten vrijwaren? Is het eigenlijk op de keper beschouwd niet juist in strijd met die prediking die wij willen behouden? Want die leert dat wij aan onze eigen inzet en inspanning moeten sterven en dat wij van al onze eigen pogingen moeten afzien.

Vele vragen opwerpen in dezen is geen einde. Waren het er zoveel dat wij benauwd willen vluchten om gewaar te worden dat wij nergens heen kunnen. Nergens dan tot Hem alleen, Die mild geeft. Reine handen en zuivere harten.

Daar kunnen wij het mee doen.

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.hertog.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 28 juni 1985

Gereformeerd Weekblad | 12 Pagina's

ambtswaarneming en  avondmaaisdeelneming

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 28 juni 1985

Gereformeerd Weekblad | 12 Pagina's