Verslag van intrede en afscheid
Afscheid van domineesland
Het Nederlandse volk was vanouds een volk van vissers, kaasboeren en theologen. Lange tijd heeft de kerk in het midden gestaan en was het de dominé die zijn naam eer aandeed en een dominerende positie innam in de samenleving.
Dat beeld is de laatste jaren grondig gewijzigd. Voor zover er in nieuwe stadswijken nog kerken worden gebouwd vallen ze niet meer op. De kerk is niet langer een loflied in steen, met een toren die omhoog wijst, maar hoogstens een hut om in te schuilen. Een illustratie bij het feit dat de kerk verdrongen is van haar centrale plaats en verschoven naar de rand van de samenleving, En in die samenleving zal het de mensen een zorg zijn wat de kerk zegt of wat een dominé beweert!
Toen Menno ter Braak in 1931 „Afscheid van domineesland" nam bracht dat nog heel wat pennen en tongen in beroering. Na de oorlog hebben ontelbaren zijn voorbeeld gevolgd, en afscheid van domineesland genomen, maar dat geschiedde volkomen geruisloos.
Een leraarlievend volk
Wij, die tot de rechterflank van de Gereformeerde Gezindte behoren, vormen nog steeds een „leraarlievend" volk. De kerk staat nog centraal en de dominé heeft nog gezag. De interesse voor de kerk en het kerkelijk leven mogen ook onder ons op hun retour zijn, maar pagina 2 van TROUW en van het Reformatorisch Dagblad worden gelezen, en vooral het beroepingswerk staat nog volop in de belangstelling. Evenals trouwens de preekbeurten die in laatstgenoemd dagblad op vrijdag anderhalve pagina plegen te beslaan. Het is wonderlijk genoeg, maar er blijken altijd nog genoeg lezers te zijn, hoewel ze zelf in Terneuzen wonen, die wekelijks kijken door welke predikanten de gemeenten Driesum en Wouterswoude worden gesticht...
En dan de bevestigings-, intrede-en afscheidsdiensten... Een blijde dag voor de gemeente die na een kortere of langere vakature weer een eigen predikant kreeg. Of een trieste dag voor de gemeente die haar geliefde leraar node zag gaan. Soms wordt de vreugde om de nieuwe predikant nog verhoogd door een stralende lentezon. Een gestadige motregen tijdens een afscheidsdienst heb ik bij mijn weten nooit vermeld gezien... Wel hoorders, van heinde en ver opgekomen. En een kerkgebouw dat geheel gevuld was en soms zelfs de schare nauwelijks kon bevatten. En wie er waren, en vooral wie het woord hebben gevoerd. Dat alles hoort er in ieder geval bij.
Een oude traditie
De berichtgeving over deze kerkelijke hoogtijdagen is al oud. In vroeger eeuwen was „De Boekzaal der geleerde wereld" hèt orgaan dat de lezers op de hoogte stelde. Met dit verschil dat toespraken niet werden
vermeld, om de eenvoudige reden dat ze niet werden gehouden. Wel een nauwkeurige opgave van dc behandelde teksten, die meestal werden uitgewerkt in „doorwrochte predikaties". En vooral bij het afscheid van een predikant, of bij zijn overlijden, liet de verslaggever de tranen rijkelijk vloeien. Het kwam zelfs herhaaldelijk voor dat een In Memoriam, waarin alle capaciteiten en kvv'aliteiten van de heengegane predikant waren verwerkt, eindigde met de volgende zin: „Daar de Overleedene altoos afkeerig was van ijdelen lof, zoo heeft de geagte leezer geene verdere bijzonderheden te verwagten".
Deze traditie is onder ons lang in stand gebleven. Ook al gebeurt het op een minder gezwollen manier dan vroeger, intrede en afscheid worden nog steeds verslagen en er is onder ons geen kerkblad dat het zich kan permitteren een dergelijke rubriek op te heffen.
Geen discriminatie
Mijn oplettende lezers zullen zich afvragen waar ik heen wil. Wel, ik ben eigenhjk bezig een vraag te beantwoorden. Het probleem werd me voorgelegd door een collega en ik vond het belangrijk genoeg om het binnen de redaktie aan de orde te stellen. Waarom — zo luidde de vraag — beslaat het verslag van de intrede van ds. A een hele kolom en wordt die van ds. B met één regel afgedaan.? Waarom zo'n breedvoerig verslag van het afscheid van ds. C, terwijl ds. D, die ook zijn gemeente verhet, volkomen werd doodgezwegen.? Zijn dat geen schoolvoorbeelden van discriminatie? Of wordt de ene dominé door ons belangrijker geacht dan de andere.? En zo ja, op welke gronden brengen we deze selektie aan?
Nu is het niet moeilijk deze vraag af te doen met een louter formeel antwoord. Verslagen van intrede en afscheid worden in de regel vervaardigd door de scriba van de betreffende gemeente of door een correspondent ter plekke. En de een doet het nu eenmaal wat uitvoeriger dan de ander. En wij nemen maar op wat ons wordt toegezonden. Zo kunnen we heel de verantwoordelijkheid van ons afschuiven.
Uiteraard is daar door ons als redaktie wel iets aan te doen. Een kort verslag wat verlengen is een moeilijke opgave. Maar een lang verhaal een beetje bekorten zou te overwegen zijn. We staan dan wel voor het probleem: wat moet blijven staan en wat zou eventueel geschrapt kunnen worden.?
In ieder geval zint de redaktie op middelen om wildgroei tegen te gaan. Ik heb me alleen tot taak gesteld de lezers te verzekeren dat de redaktie er geen „lieve kinderen" op na houdt. De beeldspraak is in het kader van komende cn gaande dominees misschien wat ongepast, maar ik waag het erop: „Gelijke monniken, gelijke kappen".
Soberheid gevraagd
Moet dit stukje folklore uit ons kerkelijk leven verdwijnen.? Daar zou ik geen voorstander van zijn. Persoonlijk ben ik altijd nog dankbaar voor de bovengenoemde berichten in de „Boekzaal", waaruit we na een paar eeuwen nog te weten kunnen komen op welke datum en met welke tekst een predikant werd bevestigd, intrede deed of afscheid nam.
Ik zou echter wel willen pleiten voor een stukje soberheid, en aan het adres van de scriba's en andere verslaggevers de Duitse wijsheid willen meegeven: , , In die Beschrankung zeigt sich der Meister" (in de beperking toont zich de meester).
En dan kan er heel wat weggelaten worden. Hoe warm het was en hoe vol. En de sprekers die bij een intrede hopen op een goede samenwerking. Stel jc voor dat iemand de w^ens zou uitspreken dat het van geen kant zou gaan... Of die bij een afscheid danken voor het vele werk dat werd verricht. Ondenkbaar toch dat iemand zou zeggen: U hebt geen klap uitgevoerd.? En dat de dominé voor het eerst — of voor het laatst — de zegen op de gemeente legt. Zou het ooit in het hoofd van een komende of vertrekkende predikant opkomen de gemeente ongezegend naar huis te laten gaan.?
Open deuren hoeven niet ingetrapt te worden. Waar het bij intrede en afscheid om gaat is dat er een open deur is voor het Woord. En door dat Woord, dat verkondigd is en verkondigd wordt, wwden alle menselijke woorden overstemd.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 31 mei 1985
Gereformeerd Weekblad | 12 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 31 mei 1985
Gereformeerd Weekblad | 12 Pagina's