Gelijkenissen van Jezus
(2) De onrechtvaardige rechter Lucas 18 : 1 — 8.
1. De gelijkenis van de onrechtvaardige rechter, Of eigenlijk: de gelijkenis van de weduwe en de onrechtvaardige rechter.
We vragen om te beginnen in welk verband deze parabel ons door Jezus gegeven is. Dat blijkt te zijn de context van de prediking van het Koninkrijk der hemelen. Hem werd gevraagd wanneer het Koninkrijk der hemelen komen zou. En met het oog daarop — de komst van het Koninkrijk — spreekt Jezus óók een gelijkenis. En deze heeft als strekking dat men altijd bidden moet. Altijd? Er zijn de gezette gebedstijden onder Israël. Drie maal elke dag. Maar — zonder onderbreking? „Bidt zonder ophouden" (1 Thess. 5:17) — „Volhardt in het gebed" (Rom. 12 : 12) — „Houdt sterk aan in het gebed" (Kol. 4:2). Dus eigenlijk vierentwintig uur van de dag in gebed vertoeven? Een leven leiden als een gebed? En deze gelijkenis heeft ook als strekking dat men niet moet vertragen. En dat wil zeggen, dat men niet moet loslaten en opgeven voordat het gestelde doel is bereikt. In het midden van de strijd moet men niet versagen.
Dus: altijd bidden? Maar — hoe dan?
2. De gelijkenis zelf.
Er was een zeker rechter. En zulk een is geroepen op aarde recht te spreken en te verschaffen in naam van God. Want God is Rechter. Deze rechter in zekere stad echter vreest God niet. Geen ontzag en nog minder eerbied kenmerkt zijn leven. Met God; en dan ook met gebod houdt hij geen rekening. En vandaar is het — onlosmakelijk gevolg — dat hij ook geen mens ontziet. Geen achting voor zijn naaste. Wanneer aldus de eerbied voor God en het respect voor de medemens ontbreekt, dan houdt de mens alleen zichzelf over. En dat blijkt. Deze rechter vertoont het tegenbeeld van de houding, die de apostel tekent: Daar wij zorg dragen voor hetgeen eerzaam is niet alleen voor de Heere, maar ook voor de mensen" (1 Kor. 8 : 21).
En er was een weduwe. En zij kwam tot de rechter. De grondtekst Iaat ons weten: ij blééf komen, altijd... En dit is de reden van haar durend komen: oe mij recht tegenover mijn tegenpartij. Hier treffen we het kernwoord uit de gelijkenis: echt doen, recht verschaffen. Tot viermaal herhaald klinkt het, het ene, waarom hier alles gaat. We horen de roep van de weduwe om recht. Onbeschermd als zij staat in de samenleving, zonder sociale zekerheden, ontfermt de „Richter der weduwen" (Psalm 68 : 6)
zich bijzonder over haar. Niet voor niets wordt degenen, die , , de huizen der weduwen opeten" (Luc. 20 : 47), een zwaarder oordeel aangezegd.
Doe mij recht — dat is de roep, altijd. Een rechterlijk oordeel vraagt de weduwe. Wie verschaft het haar?
Voor een tijd wil de rechter geen gehoor geven. Maar dan — overlegt hij met zichzelf. (Met wie anders zou hij kunnen overleggen? ). Hoewel... nochtans! Omdat deze weduwe mij lastig valt, ja, murw maakt — ze hóudt niet op — daarom zal ik haar recht verschaffen. De rechter, eindelijk doet hij, wat hij moet doen: recht doen. Maar waarom? Opdat de weduwe ten leste hem niet het hoofd breekt, hem een blauw oog slaat, hem aanvliegt.
En daarom is er — uiteindelijk — recht voor de weduwe. Omdat ze aanhoudt en niet vertraagt...
3. De uitleg, die Jezus geeft.
Hoort, wat de rechter van de ongerechtigheid zegt. Hij zegt: k zal haar recht doen. Zal God dan geen recht doen...? Hoeveel te meer. Zal God geen recht verschaffen aan Zijn uitverkorenen, die tot Hem roepen? En dat dagen nacht, zonder onderbreking, altijd. Zal God dat niet doen — hoewel Hij lankmoedig is over hen? God oefent geduld ook met de uitverkorenen. Niet dat Hij de belofte vertraagt, maar Hij is lankmoedig. Lang van geduld. Want Hij wil niet dat enigen verloren gaan. Maar dat ze allen tot bekering komen (2 Petr. 3:9).
Ik zeg u — hoor de stem van Jezus — dat Hij hun haastig recht doen zal. En haastig, dat is hier vooral: nverwacht, zoals de bliksem (Luc. 17 : 24). Heeft God geen haast met de laatste dingen? Ja, maar zoveel moet nog geschieden in de duizend jaren, die voor Hem als een dag zijn. Hij toont ons de dingen, , , die haast geschieden moeten" (Openb. 1 : 1).. En Hij komt ook haastig. En als het dan zover is, komt Hij onverwacht. Als een dief in de nacht...
Doch de Zoon des mensen, als Hij komt, zal Hij ook geloof vinden op de aarde? Eén van de Schriftwoorden, zo dikwijls uit het gegeven verband gelicht. Zal Hij geloof vinden? Ach, geloof genoeg op aarde. Gelovigheid, godsdienst, religie. Maar: hèt geloof. Want dat staat hier geschreven: hèt geloof! Namelijk dit geloof van de weduwe. Dit aanhouden, dit roepen: doe mij recht, o God...
En nu — wanneer we horen — bemerken we dat de verhoudingen omgekeerd zijn. Nu is het de Rechter zelf, die roept. De Rechter komt naar buiten, en vraagt: is er op aarde zulke weduwe, die roept, dag en nacht? Waar is hèt geloof? Waar is de roep om het recht van God, tegenover de tegenpartij? God laat de roepende wachten, zo laat het zich aanzien. Maar in werkelijkheid laat Jezus het omgekeerde zien: laten de uitverkorenen Hem wachten?
Hèt geloof — waar is het op aarde?
4. Een vraag is ons — al lezende — nu gesteld. Een vraag voor de binnenkamer van ons leven. Dit bidden, altijd, dit roepen, zonder te vertragen — wie houdt het vol? Wie van ons laat de roep om het recht van God nimmer door een onderbreking afwisselen?
5. Het ene in deze gelijkenis, dat met hart en ziel gezocht wil zijn is: od zal recht doen. God is Rechter. En deze belijdenis staat aangevochten in deze wereld. Vormt niet zichtbaar de wereldgeschiedenis zelf het aangrijpende wereldgericht? Staat God erboven, en zal Hij recht, verschaffen? En dat ten diepste: oor een ieders oog tot Zijn recht komen? Ja, dat zal Hij, en dat belijden de Schriften in het rechterschap, dat Jezus is toebetrouwd. Hij komt om te oordelen... En in Zijn komen ten gerichte zal God recht gedaan zijn, tegenover de tegenpartij, de boze vijand. Dat is de roep van psalmen en profeten: ta op, o God! oordeel het aardrijk... (Ps. 82 : 8).
6. Houden wij dit roepen om ons recht — Zijn recht — vol? Jezus, Hij heeft het volgehouden. Eén onder ons heeft niet vertraagd, en is er doorheen gekomen, door Gethsémané en Golgotha heen. De roep om het recht van God is beantwoord met de morgen van Pasen.
7. Onze tijd kent de roep om gerechtigheid. Om de rechten van de mens. En de rechten van de mens worden geschonden op grote schaal. De droge terreur wint alom veld. De rechten van de mens worden in de gelijkenis herkend als de rechten van de weduwe. En de rechter, die God niet vreest, en die geen mens ontziet — komt in hem niet het demonische van het laatste der dagen openbaar? Zo herkenbaar...
8. Onze tijd — kent ze de roep van de uitverkorenen? Zij roepen — anders! Het roepen om de rechten van de mens wordt gehoord op de grondtoon van de roep om het recht van God. Dat Hij — eindelijk — tot Zijn recht komt... En dat betekent een roepen, dag en nacht, om die nieuwe aarde onder een nieuwe hemel, waar gerechtigheid woont. Waar het recht thuis is...
9. Zó te bidden, altijd, dat is een wijze van leven. En daarbij moet de Geest te hulp komen. Om in ons te zuchten. Met onuitsprekelijke verzuchting. Horen we de roep door de schepping varen? En de Geest roept met de bruid: Kom... Welnu, de weduwe is verhoord. Of we dat soms ook opgemerkt hebben? Tot onze diepe verwondering! De weduwe is recht gedaan. De vraag is eenvoudig, of wij het geloven? Of ons gebed, in plaats van een ongeloofwaardige opsomming van verlangens, een en al amen is: veel zekerder door God verhoord, dan dat wij dat in ons hart gevoelen... Zie daar, de opklinkende vreugde in deze gelijkenis: God zal recht doen... God zal tot Zijn recht komen. En daarom zullen mens en dier en schepping tot hun recht kunnen komen...
10. , , Miin ziel is verbroken vanwege het verlangen naar Uw oordelen te aller tijd" (Psalm 119 : 20). Zó door deze wereld te gaan, als een vreemdeling op aarde, in een biddend leven, en als een levend gebed. En daarbij te weten — bron van onuitsprekelijke vreugde — dat Hij, Die ook deze gelijkenis ons toebetrouwt, zegt: a, Ik kom haastig...
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 26 april 1985
Gereformeerd Weekblad | 12 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 26 april 1985
Gereformeerd Weekblad | 12 Pagina's