Om de erve der vaderen
De herdenking van de Afscheiding van 1834 heeft, ons vorig jaar een stroom van publikaties opgeleverd. Van verschillende kanten is de eerste uittocht uit de vaderlandse kerk belicht. Veel nieuws zal er op den duur niet meer te melden zijn. Vooral van de zijde van „hen die gingen" zijn de feiten, landelijk, regionaal en plaatselijk, tot in détails beschreven, terwijl de motieven voor het verlaten van de Hervormde Kerk in allerlei toonaarden zijn herhaald.
„Zij die bleven" vormen echter nog steeds een te weinig bekende groep. Hoe meer studie wordt gemaakt van de vorige eeuw, hoe meer namen er opduiken van predikanten die trouw waren aan Schrift en Belijdenis, en die toch de Hervormde Kerk niet de scheidbrief konden geven.
Tot die onbekenden behoort zeker niet ds. Bernardus Moorrees (1780—1860). Van het begin af heeft hij een vooraanstaande plaats ingenomen onder hen die de oude Hervormde Kerk liefhadden en haar opriepen tot trouw aan de belijdenis. Eén reeks brochures, adressen, preken, zag van zijn hand het licht. Geschriften die wel genoemd worden in de handboeken voor kerkgeschiedenis, maar die meestal alleen in bibliotheken te vinden zijn. Het is dan ook een verheugende zaak dat nog nèt. in het gedenkjaar van de Afscheiding een bundel pennevruchten van Moorrees verscheen, die alle betrekking hebben op de kerkelijke strijd, en waarin hij zijn blijven in de Hervormde Kerk verdedigt.
Bernardus Moorrees
„Moorrees van Wijk" was in de vorge
eeuw een begrip! In de kerkgeschiedenisboeken wordt hij dan ook meestal zo aangeduid. Geen wonder, want hij heeft deze gemeente in het land van Heusden twee keer mogen dienen, de laatste keer zelfs twintig jaar. En in deze periode ontstonden ook zijn geschriften.
Geboren te Tiel in 1780 bracht Moorrees zijn jeugd op een zorgeloze en losbandige wijze door. Na zijn krachtdadige bekering ontwaakte bij hem de roeping om. het Evangelie te verkondigen. Zijn voorbereidende studie werd begeleid door ds. Schults uit Nordhorn in het graafschap Bentheim. Daar leerde hij ook Geesje Pamans kennen, een oude christin die hij vaak bezocht en die voor hem „een moeder in Israël" werd.
Na zijn studie in Utrecht werd hij in 1807 predikant te Lage Vuursche. Vandaar vertrok hij in 1809 naar het Noordhollandse Bovenkarspel, een oppervlakkige gemeente, waarheen hem duidelijk de weg was gewezen, maar waar hij zich geestelijk niet thuis voelde. Als een gebedsverhoring kwam in 1815, vlak na de Franse tijd, het beroep uit Wijk, waar hij echter slechts veertien maanden bleef. Daarna diende hij veertien jaar de gemeente Nijkerk, totdat hij in 1831 voor de tweede keer naar Wijk ging. Om gezondheidsredenen moest hij in 1851 emeritaat aanvragen. Hij bleef in zijn geliefde Wijk wonen en is daar op 19 augustus 1860, enkele weken na zijn 80ste verjaardag, overleden. Een van de sprekers bij zijn begrafenis was de bekende ds. A. P. A. du Cloux van 's Grevelduin-Capelle.
Moorrees en de Afscheiding
Tijdens zijn tweede ambtsperiode in Wijk heeft Moorrees de Afscheiding van dichtbij meegemaakt. In Genderen stond één van de voormannen, Hendrik Pieter Scholte, die de leider werd van een massale uittocht uit de Hervormde Kerk. In Veen scheidde Joh. van Rhee zich met een deel van de gemeente af, terwijl ook in Almkerk een afgescheiden gemeente ontstond, waarbij de plaatselijke Hervormde predikant, G. F. Gezelle Meerburg zich aansloot. Vele liefhebbers van de Gereformeerde prediking hadden niet anders verwacht of ook Moorrees zou deze stap doen. Deze bleef echter in de Hervormde Kerk en heeft zichzelf, zijn gemeente, en de hele kerk van deze beslissing grondig rekenschap gegeven.
Dat kerkelijk standpunt van Moorrees is bepalend geweest voor de gemeente Wijk. De Afscheiding kreeg er geen aanhang en ook later bleven overgangen en uittredingen beperkt. Tot op de dag van vandaag heeft de Hervormde Gemeente in het dorp de monopoliepositie. En bij alle variatie die deze gemeente ook vandaag rijk is, leeft verreweg bij de meeste gemeenteleden het besef dat ook het diepe verval van de Hervormde Kerk geen reden is om haar te verlaten.
Ik schrijf dat middellijkerwijze toe aan de invloed van Moorrees, die in de bewogen dertiger jaren van de vorige eeuw door zijn reformatorische prediking de gemeente bijeen heeft gehouden. Het is dan ook niet meer dan billijk dat een straat in het dorp naar hem is genoemd!
Geschriften van Moorrees
Moorrees heeft vrij veel geschreven. Allereerst moet worden genoemd zijn levensverhaal waarin hij uitvoerig beschrijft zijn bekering, zijn roeping tot het ambt, alsook zijn werk in de eerste drie gemeenten die hij gediend heeft. Dit werkje is dus onvoltooid. Daarnaast zijn er van Moorrees vrij veel preken in druk verschenen, ook doordat hij meewerkte aan series, waarnaar in de vorige eeuw veel vraag was. Zijn belangrijkste pennevruchten zijn echter die, waarin hij zijn visie geeft op de Afscheiding en waarin hij zijn eigen kerkelijk standpunt toelicht.
Deze laatste groep geschriften is nu in één band samengebracht door F. Bouman te Wijk. Daarbij behoren dan ook vier preken die betrekking hebben op de toestand van de Hervormde Kerk, óf waarin Moorrees zijn blijven in die Kerk verdedigt.
Behalve deze werken van Moorrees zijn in deze bundel ook opgenomen de twee bekende geschriften van de Haagse predikant Dirk Molenaar (, , Adres aan al mijn Hervormde geloofsgenoten" en „Noodzakelijke zelfverdediging") alsmede een Belangrijke Brief over de Afscheiding van E. de Goede.
Strikt genomen wordt ons hier dus niet uitsluitend een werk van Moorrees aangeboden. Maar omdat Moorrees nogal eens zijn Haagse collega citeert zijn voor een goed begrip van de situatie ook deze geschriften van de geestverwante predikant opgenomen.
De titel van het boek „Om de erve der vaderen" is ontleend aan de geschiedenis van Achab en Naboth. Het is in de geest van Moorrees, trouwens van allen „die bleven", dat de Hervormde Kerk „de erve der vaderen" is die we niet mogen prijsgeven.
Het standpunt van Moorrees
Met veel belangstelling en met veel instemming heb ik sommige brochures van Moorrees herlezen, en andere voor het eerst gelezen. De verleiding is dan ook groot, hem uitvoerig te gaan citeren. Ik wil echter aan die verleiding weerstand bieden en liever een korte samenvatting geven van het beeld dat Moorrees ons schildert van de Kerk van zijn dagen en van zijn motieven die hem bewogen hebben tóch op zijn post te blijven in die vervallen Kerk.
Voor wat er allemaal gaande was in die Kerk sinds de opkomst van het liberalisme en de invoering van de reglementen was Moorrees zeker niet blind, al hebben zijn tegenstanders onder de Afgescheidenen hem dat herhaaldelijk in de schoenen geschoven. Zijn kritiek op de theologische wetenschap van zijn dagen en op de onverdraagzaamheid van de liberale kerkbestuurders is niet mals. Daarbij wijst, hij echter niet zomaar naar de anderen, die de grondslagen van de
Kerk ondermijnen om zelf veilig buiten schot te blijven. Nee, in al zijn geschriften klinkt het „mca culpa" (mijn schuld) door... „Wij hebben gezondigd, wij en onze vaderen". Het is alsof wc de echo horen van de woorden van Van Lodenstein die twee eeuwen vóór hem leefde: , , ik heb mede schuld aan de grote brand der kerk maar ik moet blijven om haar te blussen".
Ondanks de desolate toestand van de Kerk ziet Moorrees geen heil in afscheiding, nóch voor zichzelf, nóch voor zijn gemeente, nóch voor de kerk in haar geheel. Daarom is hij ook nogal radicaal tegen zijn vroegere ringcoilega Scholte, die hij eigenmachtig optreden verwijt en die hij beschuldigt van een ongereformeerde labadistischc kerkopvatting. „Het oude stelsel der labadisten van een zuivere kerk op aarde is velen der afgescheidenen als in de mond bestorven, men spreekt het bij herhaling uit, en daarom verlaten zij onze kerk, omdat die niet zuiver is... Maar waar, mijn broeders, heeft ooit op aarde een volkomen zuivere kerk bestaan.? " (.104).
Hij daagt dan ook de afgescheidenen uit hun beschuldiging waar te maken dat de Kerk een Baalsdicnst tolereert. Waarin bestaat lie dienst van Baal dan wel.? Wanneer men dat aan de afgescheidenen vraagt, zo betoogt Moorrees, dan krijg je hoogstens ten antwoord dat wij gezangen zingen! Ja, merkt hij heel nuchter op, we zingen hier één gezang per dienst, en voor de rest psalmen. Is dat afgoderij.? Moorrees bewijst hiermee dat het zingen van gezangen voor hem geen hoofdzaak was, zoals trouwens voor geen enkele predikant uit de vorige eeuw. De gezangenkwestie rekende men toen nog tot de „middelmatige dingen".
Vanuit zijn nationaal-gereformeerde visie op volk en kerk kan Moorrees niet anders dan in de kerk blijven en ijveren voor haar herstel. Vandaar dat hij ook niet blijft steken in klachten over het verval, maar de hand aan de ploeg slaat. Daarvan leggen zijn Adressen aan de Algemene Synode en aan de Koning (Willem 11) getuigenis af. Ook al zou het allemaal niet baten, dan nóg vindt hij het zijn plicht voortdurend tc protesteren tegen het liberalisme en tegen dc lieillozc weg die dc kerk sinds 1816 is ingeslagen.
Eén citaat uit het „Eenvoudig doch ernstig Vv'oord", dat Moorrees helemaal typeert, moge hier volgen:
„O gave God, dat Zijn Heilige Geest over ons overvloedig mocht worden uitgestort, en dat Vv^ij als gezalfde knechten des Heeren mochten aangegord, bekrachtigd en gesterkt worden, om — lettende op de Heere en Zijn leiding — te doen hetgeen roeping en plicht van ons vordert. Neen, mijn broeders, geen afscheiding van de Kerk, in welke de Heere ons geroepen heeft, willen wij. Verre zij het van ons, zonder roeping van Boven, uit die w^eg te lopen, waarin wij van de Heere der Gemeente gesteld zijn, hoe beproevend die ook zij. Aan 's Heeren hand willen wij het nauwe en veilige pad betreden dat naar de hemel leidt. Maar evenmin willen wij toegeven aan dat verderfelijk liberalisme, dat de dood is voor de Gereformeerde Kerk. Roeping en plicht vorderen van ons dat wij met mond en pen hetzelve tegenstaan, en de list en het geweld ontwapenen, waarmee het onze Kerk ten ondergang wil brengen. Staan wij daarom dan in de ware geest der liefde, der gematigdheid en der kracht, zonder vreesachtigheid, als helden in de geestelijke strijd, door de Heere, door Wiens kracht wij alle dingen vermogen. De Heere mocht door ons, als werktuigen in Zijn hand, nog verlossing beschikken, op de een of andere wijze in Zijn Raad bepaald" (111-112).
Nog steeds aktueel
Ik heb geprobeerd uitvoerig aandacht te besteden aan deze bundel geschriften van Moorrees. Tot voor kort had ik zelf het voorrecht de gemeente Wijk te mogen dienen en dus één van zijn opvolgers te mogen zijn. En hoewel we méér dan een eeuw van elkaar gescheiden waren, heb ik me altijd sterk aan hem verwant gevoeld, zowel in zijn prediking als in zijn kerkelijk standpunt En ik heb gemerkt dat het spoor, door hem getrokken, in de gemeente nog niet geheel uitgewist is.
Daarom ben ik blij en dankbaar met deze uitgave van een deel van zijn werken, waarin hij ons dingen zegt die ook in het kerkelijk leven van vandaag nog hoogst-aktueel zijn. De Hervormde Kerk is nóg niet opgericht uit haar diepe val, maar ook nu heeft de scheiding nog steeds niet de oplossing gebracht.
Mijn vroegere belijdenis-catechisant F. Bouman wens ik van harte geluk met deze „eersteling" cn ik hoop dat dit fraai uitgegeven bock, waaraan hij met liefde heeft gewerkt, in vele huizen en in vele handen zal komen, maar vooral dat het in vele harten weerklank zal vinden. Niet alleen Moorrees is het waard aan de vergetelheid te worden ontrukt, maar ook zijn boodschap is van belang voor hen die ook vandaag nog in de Kerk de strijd voeren voor haar belijde-
nis.
N.a.v. „Om de erve der vaderen". (Een verzameling van ten tijde der Afscheiding uitgegeven geschriften van Bernardus Moorrees, in leven Hervormd predikant van Wijk (bij Heusden)). Uitg. F. Bouman, Maasdijk 255, 4261 AK Wijk en Aalburg. Gebonden. 305 pagina's. Prijs ƒ 36, 90.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 19 april 1985
Gereformeerd Weekblad | 12 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 19 april 1985
Gereformeerd Weekblad | 12 Pagina's