Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

KLEINE KRONIEK

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

KLEINE KRONIEK

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Woordgebruik en taaiverruwing

„Kind, hoe kom je toch aan die grove woorden? ", vraagt een verbijsterde moeder aan haar opgrdeiende zoon van dertien jaar.

„Dat hebben we je toch niet geleerd.? "

„O, gewoon", is zijn laconieke antwoord. „Op school hoor ik niet anders. Daar praten ze allemaal zo, niets bijzonders."

Ën op catechisatie behandelt de predikant het derde gebod. Materiaal van de Bond tegen het Vloeken wordt op de tafels gelegd. „Wat vinden jullie ervan.? Zou het wat uithalen.? "

Sommigen denken van wel. Het zet de mensen misschien toch aan het denken als ze op het station zien staan: Spreek vrijmoedig over God, maar misbruik Zijn Naam niet. Anderen denken dat het vloeken alleen maar aangewakkerd wordt, hoe meer je er van zegt. Voetballiefhebbers onder de jongens zeggen dat er op het voetbalveld en er om heen rauwe taal gebruikt wordt waaronder de nodige vloeken.

„Zeggen jullie er weleens wat van.? "

„Neen, hoezo en waarom? Het haalt toch niets uit. Het wordt alleen maar erger als je er wat van zegt". Een andere jongen die in militaire dienst zit, valt zijn maat bij. „Als er ergens gevloekt wordt, dan wel in de militaire dienst. En de 'hogeren' doen het 't hardst. De zwaarste 'knopen' komen uit hun mond."

Taaiverruwing. Het blijft nodig onze jongeren te leren ook in hun taalgebruik zich te beheersen. In ieder geval Gods Naam hoog te houden en heilig te achten. Maar ook, als het over heilige zaken gaat, zo mogelijk de bijbelse taal en woorden te'hanteren. Daar moest ik aan denken toen ik in het Gereformeerd Kerkblad (vrijgemaakt) een artikel las. Een artikel dat we ons als ouderen ook aan kunnen trekken. Er staat boven 'Doodgaan'. Hier volgt het:

Doodgaan

„Mijn oma is vannacht doodgegaan." Ik vermoed dat menigeen nog schrikt van dit taalgebruik. Klinkt het niet erg ruw? Er zijn toch woorden die milder klinken? Sterven en overlijden doen minder hard aan. „Ach", zeggen sommige mensen, „de woorden kunnen wel wat verzachtend aandoen, maar de zaak is hard. Laten we geen fraaie woorden gebruiken bij zoiets verschrikkelijks als de dood. Iedereen spreekt wel over de dood en zou het woord doodgaan dan taboe moeten zijn? "

Wat betekenen de woorden sterven en overlijden dan? In het woord sterven zit stijf verborgen; daarvan is het afgeleid en het betekent dus stijf worden. Bij het woord overlijden zit in lij'den nog de oude betekenis van „gaan"; overlijden is te vervangen door overgaan, en wel overgaan in een andere toestand. Er waren ook nog wel fraaiere omschrijvingen in omloop, zoals het tijdelijke met het eeuwige verwisselen, maar die uitdrukking lijkt niet meer te passen in onze tijd. Nu getuigde ze wel van een geloof in een leven na dit leven. De uitdrukking zou destijds dan ook nooit voor dieren gebezigd worden. Die gingen inderdaad dood. Ook de worden sterven en overlijden werden en worden meestal niet toepasselijk gevonden voor het dier. Hoe komt het dan dat er verschil werd gemaakt tussen dieren en mensen?

Ik herinner me nog goed, dat een oudere vrouw vroeger eens op strenge toon tegen me zei: „Dieren gaan dood, maar mensen gaan niet dood." Door zo'n opmerking kun je getroffen worden en je gaat erover nadenken. Wanneer je gelooft, is het inderdaad een groot verschil, of de mens de laatste adem uitblaast of een dier. Het lijkt hetzelfde, maar het is niet zo. Prediker bracht het als volgt onder woorden: „... het lot der mensen*kinderen is gelijk het lot der dieren, ja, eenzelfde lot treft hen: gelijk dezen sterven, zo sterven

genen (hier is wel sterven voor dieren gebruikt), ... Wie bemerkt dat de adem der mensenkinderen opstijgt naar boven en dat de adem der dieren neerdaalt naar beneden in de aarde? "

Ik kan me voorstellen, dat de ongelovige geen behoefte voelt aan verschillende woorden voor mens en dier. In zijn ogen gebeurt er hetzelfde. We zien dan ook in de moderne lectuur en literatuur herhaaldelijk staan dat mensen doodgaan.

(De meeste lectuur en literatuur wordt tegenwoordig door ongelovigen geschreven). Ik denk dat het logisch is, dat dit taalgebruik in Nederland doorzet. Want het ongeloof neemt hier hand over hand toe en sommigen die zich christen noemen, betwijfelen ook het leven na dit leven. Zo wordt er in dit taalgebruik weerspiegeld wat er in Nederland gaande is. Het spreken over doodgaan komt niet alleen voort uit de wens, de realiteit onder ogen te zien.

Zijn de woorden sterven en overlijden dan zoveel beter? Ze laten in ieder geval wel ruimte om verder te denken dan de dood. En wanneer we die woorden alleen voor de mens gebruiken, laten we daarmee zien, dat er verschil is tussen het einde van de mens hier op aarde en dat van het dier.

Nu blijkt dat er onder ons ook steeds meer gesproken wordt over het doodgaan van mensen. Ik kom het tegen in de taal van de kinderen, maar ook in de taal van ouders en onderwijsgevenden.

In bijbelvertellingen duikt dit verschijnsel eveneens steeds meer op. Wel zijn er nog heel wat juffen en meesters die onderscheid blijven maken in het spreken over mens en dier. Het woord doodgaan is voor kinderen gemakkelijker te gebruiken dan de woorden sterven en overlijden. Ze zien dat een dier, een plant dood is of doodgaat. En er is ook sprake van „de doden onder de mensen". Wij hebben het daar ook rustig over en we denken daarbij aan de mensen die hier op aarde geleefd hebben. Het lijkt zo ook heel acceptabel, om het woord doodgaan te gebruiken. Toch is het moment waarop de dood intreedt, direct verbonden met het gebeuren dat de geest weerkeert tot God, voor de christen: dat zijn ziel direct tot Christus wordt opgenomen. Die beide momenten kunnen niet opgenomen worden in het woord doodgaan. Die ruimte is wel aanwezig bij de woorden sterven en overlijden.

Ik denk dat het ook verkeerd is, te zeggen dat gelovigen doodgaan. Christus zegt immers: Wie in Mij gelooft, zal de dood niet zien! De gelovige zal leven, ook al is hij gestorven. Is het juist niet onze troost, dat de dood de doorgang is naar het eeuwige leven? De woorden sterven en overlijden klinken minder hard, minder ruw. Om deze reden worden ze door sommige mensen gebruikt. Deze reden is, denk ik, niet sterk genoeg, om het woord doodgaan voor mensen te verbieden. Maar de wetenschap dat wij bij de dood niet doodgaan maar leven, moet voor ons aanleiding zijn dat woord voor het sterven van mensen te schrappen.

Bij planten en dieren kunnen we spreken over doodgaan. Ik denk dat we ons in ons taalgebruik dan steeds meer gaan onderscheiden van veel andere mensen, dat zal een goede zaak zijn, een geloofszaak. Oma is dan naar de Heere gegaan, ze is overleden.

Dwars door de dood heen was het leven haar bereid.

Tot zover dit artikel. U begrijpt, daar stemmen we geheel en al mee in. Juist terzake het sterven van een christen, mag in een zo geseculariseerde wereld een getuigenis uitgaan van de hoop die in ons is. Naast de woorden 'sterven' en 'overlijden' is de bijbelse uitdrukking 'in Jezus ontslapen' te verkiezen. In 'ontslapen' zit de betekenis van het weer wakker worden. Op 'ontslapen' volgt 'ontwaken'. We vallen niet in een gat, maar in de Vaderarmen Gods, zo wij in de Heere sterven. Dat

mag best in ons taalgebruik doorklinken.

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.hertog.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 22 maart 1985

Gereformeerd Weekblad | 12 Pagina's

KLEINE KRONIEK

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 22 maart 1985

Gereformeerd Weekblad | 12 Pagina's