Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Onze lampen gaan uit

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Onze lampen gaan uit

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

KOL-OMMETJE

Er staat niet altijd in de Schrift wat wij denken dat er staat. Wanneer in het Nieuwe Testament sprake is van een kaars zien wij haar voor ons. Rondom het Kerstfeest waren er genoeg. Goudse of andere. Van .was en vet. Verschillend van kleur. In bijbelse tijden bediende men zich van olielampjes. Menigeen heeft een copie van zo'n antiek verlichtingsapparaat voor pronk in huis gehaald. Overigens hebben kaars en olielamp gemeen dat hun licht brandt op vettigheid.

Even gemakkelijk als mensen voorheen en vandaag grijpen en tasten om licht te ontsteken, doen dat de heilige mannen, die ons het Woord Gods gesproken hebben, om via hun beeldspraak hun getuigenis te verhelderen. Ontslaat u mij maar van overbodig werk om voorbeelden aan te dragen. U kunt net zo vlug en goed als ik.

Navrant is uit het voorhanden materiaal de wanhopige roep in het middernachtelijk uur, die laat weten dat de lampen uitgaan. Dat houdt zoveel in voor ons dat het feest al voorbij is, nog voor het begint. Wij zijn gedoemd in buitenste, dat is Egyptische duisternis altijd buiten te blijven, terwijl de blijdschap aan de andere kant van de deur tot ongekende hoogten stijgt. Anderen, die volgens onze beste en meest oprechte inzichten nauwelijks of helemaal niet in de termen vielen, feestgangers en wij - die er eigenlijk horen - buitengesloten. Hoe kon ooit zo grote onrechtvaardigheid plaats vinden?

Af en toe hebben wij sterk het besef dat het holst van de nacht is komen op zetten. Is het verbeelding of klinkt reeds de voetstap van Hem, Die te komen staat? In ieder geval leven wij in een periode dat voor en achter, links en rechts opzij, lichten doven. Lampen met eerbiedwaardige histories. Laten wij eens van wat dichterbij gaan bekijken. Dat zal

nooit kwaad kunnen. Wellicht kunnen wij er beter van worden als wij met het evenement geconfronteerd worden. Ik denk haast dat de bijbelse beeldspraak van kaarsen en lichten als een extract, als een uittreksel, naar buiten haalt, extrapoleert zoals dat ook wel eens met een moeilijk woord wordt uitgedrukt, wat zich binnenin ons afspeelt. De ziel is een lamp, zegt de dichter van de gouden Spreuken. Al waar wij bewust bij leven. Het straalt ook naar buiten. De welstand en de vreugde van ons bestaan.

Als ik goed zie heeft onze cultuur — om dat dure woord een keertje te laten opdraven — lang verkeerd in een hoge steile vlam. Christendom gaf eeuwen de toon aan. Het ging om de Naam van God. Zelfs op de rand van de gulden en in de geijkte terminologie van officiële staatsstukken. Tot voor kort gold kerkgang en vooral op kruispunten van de loopbaan. Ik weet dat het hoe lang reeds meer naam was dan 1 daad, laat staan echte uitoefening. Bij alle gerechtvaardigde kritiek

mogen wij echter niet over het hoofd zien, hoe belangrijk het is dat dergelijke dingen nog geschieden al is het slechts in naam. Wanneer ook dat wegvalt zullen wij merken hoe benauwd dat is.

Bij kunsticht merk je dat in mindere mate, maar bij kaarsvlammetjes en olielichtjes zie je wat een gevecht het is om uit te gaan. Wanhopig flakkert het een paar keer nog hoog op, aleer gedoofd te zijn. Op die manier hebben wij de statige vlam zien ophouden. Het lichtte een paar keer nog fel naar boven. Medemenselijkheid luidde de leus. Lief, behulpzaam, vriendelijk, aardig voor elkaar zijn, voor de naaste, voor de arme. Ook dat heeft zijn (korte) tijd gehad.

Nu is het een zwarte pit met een nagloeiend rood — schaamrood — topje. Het is egoïsme, of zoals ze tegenwoordig zeggen: individualisme wat rest. Als ik maar heb, als ik maar ben. De naaste bestaat alleen nog voorzover hij mij van dienst kan zijn. Zolang ook maar.

Eerst was het God liefhebben. Zoveel mogelijk. Al werd het minimaal. Toen de naaste beminnen als onszelf. Nu is het vrijwel uitsluitend: onszelf liefhebben. Zo zijn van het grote gebod de paar laatste woordjes nog intakt. Droeve afloop. Onze lampen gaan uit. Wij kunnen het weten. Er staat immers liefhebbers van zich-

zelven.

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.hertog.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 11 januari 1985

Gereformeerd Weekblad | 13 Pagina's

Onze lampen gaan uit

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 11 januari 1985

Gereformeerd Weekblad | 13 Pagina's