KLEINE KRONIEK
Luther en de maatschappij
In het 'Kerkblaadje' (uitg. van de Stichting Vrienden van dr. H. F. Kohlbrugge) stond het referaat te lezen dat drs. M. Verduin (Zeist) hield t.g.v. de Hervormingsdag 1984 onder de titel 'De maatschappelijke actualiteit van Luther'. Drs. Verduin legt Luthers twee-rijkenleer uit en probeert zo tot de actualiteit van het moment te komen. Twee rijken of regimenten, kerk en staat, een geestelijk en een wereldlijk regiment. Vorsten hebben geen geestelijke macht. Een land valt niet met het Evangelie te regeren. Een overheid mag ook niet over de gewetens en het geloof regeren. Ik citeer nu letterlijk uit drs. Verduins artikel: „God heeft de twee regimenten verordend: het geestelijke, dat de mensen tot christenen maakt en vroom door de Heilige Geest en onder Christus, en het wereldlijke, dat niet-christenen en bozen tegengaat, zodat zij uiterlijk in vrede worden gehouden en tegen wil en dank stil moeten zijn. Wie de beide regimenten vermengt, pleegt „sacrilegium" (heiligschennis), berooft het heilige. Wanneer het wereldlijk reglement zou trachten de men-
sen vroom te maken, zou zij de huichelarij in de hand werken". Drs. Verduin laat dan zien hoe Luthers opvatting een andere is dan die van het latere Gereformeerde Protestantisme. Ik citeer nu een fragment uit dit artikel. Drs. Verduin:
„Luther voert een pleidooi voor de rechtsstaat: de staat als een orde die op het recht gegrond is. „Na het Evangelie is er op aarde geen zeldzamer schat, geen groter kostbaarheid, geen rijker aalmoes, geen schoner instelling, geen fijner goud, dan een staat die het recht gééft en handhaaft", een staat waarin de Bijbel als de belangrijkste bron van het recht geldt, onder een overheid die onafhankelijk is van de kerk en een eigen verantwoordelijkheid heeft. Richtsnoer van het politieke handelen is de tweede tafel van de Wet van God; Luther keert zich tegen de Rooms-Katholieke kerkelijke theocratie. Daar wil hij van af!
Men heeft binnen het Gereformeerd Protestantssme grote vraagtekens geplaatst bij wat Luther op dit terrein naar voren gebracht heeft. Over het algemeen gesproken is het Gereformeerd Protestantisme blijven vasthouden aan de theocratische gedachten van Calvijn (Calvijn hield overigens
aan de grondstructuur van Luthers leer vast en was tegen verpolitïsering van de kerk en tegen verkerkelijking van de staat) in de zin van: de overheid dient het Koninkrijk Gods te bevorderen en mag geen valse godsdienst dulden.
Het lijkt me niet juist Luther en Calvijn tegen elkaar uit te spelen. Calvijn werkte in Genève, de stad waarvan de bevolking overwegend „reformatorisch" was. Het ideaal(!) van de theocratie bestond daar zonder dwang. Luther werkte binnen een geheel ander kader. Wij zouden de situatie waarin Luther stond, kunnen vergelijken met onze moderne samenleving; protestanten en roomsen, christenen en mohammedanen, allerlei groeperingen en humanisten, allerhande levensovertuigingen en verschillende godsdiensten.
Wat is in zó'n land de roeping van de overheid? Ik wees er reeds op, dat Luther gezegd heeft: „Ketterverbranding is tegen de wil van de Heilige Geest". Zo'n uitspraak getuigt van verdraagzaamheid. Luther ziet als roeping van de overheid: de openbare orde te handhaven en het welzijn te dienen van ieder, ongeacht of hij protestant is of rooms-katholiek, christen of heiden. Jood of humanist.
Wij vinden de lijnen van Luther terug in de houding van „de Vader des Vaderlands", Prins Willem van Oranje. De laatste kwam — o.a. door zijn verdraagzaamheid — in conflict met Petrus Datheen en het moet gezegd worden, dat vele calvinistische theologen zich hebben gekant en kanten tegen de staatkundige vrijheid, zoals die voorgestaan werd door Luther en in praktijk gebracht door Prins Willem. Hoe fanatiek met de lijnen van het theocratische denken op kerkelijk terrein kan doortrekken, bewijst de geschiedenis. Zij leert ons, dat stoere Calvinisten zich hebben aangesloten bij het nationaal-socialisme, omdat zij werkelijk meeriden op die wijze het theocratische ideaal te kunnen verwezenlijken! De geschiedenis bevestigt, dat wij ons moeten laten waarschuwen! en richten door wat Luther gezegd heeft tégen de revolutie. Men heeft hem wel verweten, dat hij partij koos vóór de vorsten en tégen het volk des lands, de boeren. Ten onrechte! Luther stond in het Evangelie! Zijn onderscheiding van de twee regimenten had ten diepste de bedoeling om het Evangelie zuiver te houden Zijn zogeheten „twee-rijken-leer" is een verschijningsvorm van zijn Kruis-theologie, waarin hij stelling neemt tegen de theologie van de glorie, die vooruitgrijpt op de toekomst van het Godsrijk.
Wanneer intolerante christenen staatkundig een meerderheid vormen en anderen onder de Wet willen dwingen, moeten diezelfde christenen niet zo hard schreeuwen wanneer de wal het schip keert en een christelijke minderheid moet zuchten onder de onverdraagzaamheid van pressiegroepen die zoiets hebben uitgedacht als de „wet gelijke behandeling", waarin de tweede tafel van de Tien Geboden is vervangen door een willekeurige, eigentijdse moraal. Daarin nu hebben wij een duidelijk voorbeeld van wat Luther niet gewild heeft met zijn prediking van de twee regimenten en verdraagzaamheid. Daarom onderstreep ik bij deze Luther-herdenking in het Oranjejaar 1984 wat ik ergens las: „wat dat betreft vind ik het navrant (bedroevend), dat juist in het jaar waarin Willem van Oranje, dc verdraagzame, zo grootscheeps wordt herdacht, politiek met zijn nalatenschap wordt gebroken.".
Tot zover het eerste citaat.
Huwelijk en gezin
In de revolutie onderkent Luther, aldus drs. Verduin, een aanval op het Evangelie. Maar een revolutionaire tijd vormt tevens een bedreiging voor huwelijk en gezin. De normen vallen weg, vandaar. In zulk een tijd leven wij heden. Luther stelde als teken in zijn tijd het huwelijk en wel zijn eigen huwelijk met Katharina von Bora. Ds. Verduin komt dan tot onze eigen tijd en we citeren hem weer:
„En vandaag — wij spreken immers over de actualiteit van Luther in het heden — is het goed die les van de Reformator door te geven. Wij leven in een tijd waarin men het huwelijk als tijdgebonden beschouwt. Men schimpt, dat de één over de ander heerst. Men spreekt van uitbuiting, machtsmisbruik, onderdrukking. Het huwelijk — zegt men — is een keurslijf.
Wie goed luistert, hoort de taal van de revolutiegeest die omverwerpt alles wat van God is. En dat begint van de heilige orde van het huwelijk. Paulus spreekt niet zomaar van een „geheimenis", een mysterie, met het oog op Christus en de Gemeente (Efeze 5). De aanslag op het huwelijk is een aanval op de Bruid van Christus, de Kerk. En dat niet alleen. Ook — en dat is de verbinding met de
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 16 november 1984
Gereformeerd Weekblad | 12 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 16 november 1984
Gereformeerd Weekblad | 12 Pagina's