Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Luther en de Joden

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Luther en de Joden

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Er ligt een brief in een la die al een jaar oud is. Toen ik hem ontving liet ik hem liggen omdat ik er niet goed raad mee wist. Later raakte hij in het vergeetboek. Nu, rondom Hervormingsdag, is er misschien een gelegenheid om antwoord te geven.

De brief was vergezeld van een knipsel uit (Gereformeerde) Kerkbode in Rotterdam. „Hemel en hel bij Luther" stond er boven het artikeltje. Naar aanleiding van de 500ste geboortedag van de Reformator werd een korte schets gegeven van Luthers persoon en werk. Ik laat nu de passage volgen waar het mijn briefschrijver om ging.

„Helaas heeft Luther 't woord „gerechtigheid" in zijn later leven niet waar gemaakt. Als hij in 1543 een zevental maatregelen „van scherpe barmhartigheid" meent te moeten voorstellen tegen de joden, waarin hun synagogen moeten worden verbrand, hun huizen moeten worden verwoest, hun gebedenboeken en talmoeds moeten worden ontnomen, enz., dan is de Goddelijke gerechtigheid bij Luther ver te zoeken. Woorden werken lang na. Mede door zijn boekje kwam op 9 en 10 november 1938 de „Kristallnacht" en ontstond de hel van Auschwitz!"

Dit stukje was aanleiding voor een lezer uit Rotterdam om mij te vragen: „Zoudt u deze laster eens kunnen weerleggen? "

Aan dat verzoek kan ik tot mijn spijt niet voldoen omdat Luther zich inderdaad in sommige perioden van zijn leven zeer negatief over Israël en het joodse volk heeft uitgelaten. Ik zeg met opzet: „in sommige perioden van zijn leven", want zoals dat met méér zaken het geval is, heeft Luther niet altijd gelijk over dit onderwerp gedacht. De éne keer komen de joden er dan ook beter af dan de andere keer.

Men moet bedenken dat Luther in zekere

opzichten een kind van zijn tijd bleef en die tijd — het einde van de Middeleeuwen — was voor Abrahams zaad niet al te vriendelijk... Hun zwerven en lijden werd over het algemeen beschouwd als een rechtvaardige vergelding voor het feit dat ze Christus gekruisigd hadden! Het moet tot eer van Luther worden gezegd dat hij het in zijn geschrift „Dasz Jezus Christus ein geborener Jude sei" (Dat Jezus Christus een geboren Jood is) voor de joden heeft opgenomen. „Want ze hebben", schrijft hij, „met de joden gehandeld alsof zij honden waren en geen mensen... en toch zijn ze broeders van de Heiland. Geen volk heeft God zo uitgezonderd als hen, in hun handen heeft Hij de Heilige Schrift toevertrouwd". Daarom, aldus Luther, , , moet de christelijke Kerk tegenover de joden de christelijke liefde beoefenen".

Helaas heeft Luther dat laatste zelf niet altijd gedaan. Want in 1543 schreef hij een boek , , Van de joden en hun leugens", waarin zeer negatieve uitspraken over de joden te vinden zijn. Deze uitspraken zijn vaak een eigen leven gaan leiden en hebben geleid tot uitspraken als hierboven. Want het gaat toch wel te ver als men de gruwelijke jodenvervolgingen van de nazi's in verband brengt met Luthers visie op de joden.

Omdat ik het zelf niet beter kan verwoorden volgt hier een citaat van ds. J. A. van der Velden uit het in 1983 verschenen boekje ., Zicht op Israël":

„Luthers anti-joodse uitspraken vormen evenwel geen apart thema in zijn theologie. Zij hebben evenmin iets met rascisme te maken. Om Luther daarom de eerste nationaal-socialist te noemen is onjuist. Zij zijn te verklaren vanuit het hart van zijn theologie: de rechtvaardiging van de goddeloze. Hij noemt de joden altijd in één adem met de Room-* sen, de ketters en schijn-christenen en Turken. Zij volharden in een wetsreligie en denken dat zij zichzelf kunnen rechtvaardigen. Daarom wijzen ze het Evangelie van een geschonken gerechtigheid van Christus af Het jodendom is voor Luther dus een geestelijke houding. Het gaat Luther hie»-om waarheid en leugen. Een zekere verharding in zijn antijoodse houding is aan te nemen vanuit zijn zorg en verdriet over de zaak van het Evangelie in Duitsland. De duivel gebruikt de joden en anderen om zijn aanvallen te doen op de gemeente van Christus, die leeft in de eindtijd die is aangebroken. Zijn gehele leven tot aan het einde toe wist Luther ook: Ook onder de joden zijn toekomstige christenen. En drie dagen voor zijn dood voegt hij aan zijn laatste preek (15 februari 1546) nog „Eine Vermahnung wider die Juden" (Een vermaning tegen de joden) toe. Daarin vat hij beide gezichtspunten nog één keer samen: De joden zijn onze openbare vijanden. Ze houden niet op onze Heere Jezus te belasteren en Maria een hoer en Christus een hoerenkind te noemen. Ze zouden ons allemaal graag doden als ze konden. En toch moeten we vanuit de christelijke liefde met hen omgaan en voor hen bidden opdat ze zich bekeren".

Ik hoop dat met het bovenstaande het beeld van Luther een beetje bijgekleurd is. En ik dank mijn correspondent uit Rotterdam voor het geduld dat hij hopelijk met me heeft gehad.

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.hertog.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 9 november 1984

Gereformeerd Weekblad | 12 Pagina's

Luther en de Joden

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 9 november 1984

Gereformeerd Weekblad | 12 Pagina's