Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Wiihel mus van Nassouwe ben ik

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Wiihel mus van Nassouwe ben ik

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

KOL-OMMETJE

Beter is de dag des doods dan de dag dat iemand geboren wordt. Althans zeker in het opzicht dat de dag des doods meebrengt dat wij het klaaghuis betreden. Daar is het vruchtbaarder toeven dan in het huis van de (geboorte)maaltijd. De maaltijd ter gelegenheid van de doop van zijn zoontje, prins Frederik Hendrik, op 12 juni 1584, dus een maand: voor de aanslag op hem gepleegd, werd nog wel van de predikstoel Willem van Oranje voor de voeten geworpen. Zo dominee Petrus Hackius enkele dagen later in Leiden. Leiden tien jaren tevoren door Willems toedoen ontzet. De dominee sprak van een „pompe en kostelijcke maeltijt". De dood' van Oranje zou volgens de voorganger om die en andere reden een Oordeel Gods zijn.

Hoe dit zij, die oordeelt is de HEERE en niet een mens. In één aspekt evenwel is zeker de waarheid van de tekst uit het boek Prediker gebleken. Toen in 1933 Willems geboorte in den lande herdacht werd was de toonzetting om zo te zeggen heel wat pompeuzer dan anno 1984 nu wij er toe gekomen zijn om de dag van de gewelddadige dood van de Vader des Vaderlands te herdenken. Van 1933 tot 1984 stond de tijd niet stil. In die jaren, evenveel als het leven van Oranje telde, is er heel wat veranderd. In die periode beleefden wij een ontzettende wereldoorlog en in de jaren vervolgens maakten de verschrikking en vrees voor vernietigende wapens zich meester van het mensdom. Kortom, het is niet uitsluitend toe te schrijven aan de geaardheid van de dag van herdenken, te weten geboorte en onnatuurlijk levenseinde, het zijn ook de tijden en wij met hen die zich wijzigden en aldus verklaring opleveren voor de verschillende benadering. In 1933 waren de klanken idealistischer. Overdrevener wellicht en zodoende onwerkelijker. Mogelijk roept dit bevreemding op. Was men toen in het algemeen niet rechtzinniger in die dagen? Het éne hoeft het andere geenszins uit te sluiten. Merkwaardig genoeg. Hoe vaak blijkt het leven sterker dan de leer. Meest doorslaggevend bewijs zijn de boeken van oude degelijke godsdienstige schrijvers, die voor en achterin een bundel van bombastische lofliederen bevatten op persoon en werk van de auteur, diie zich best wel eens een kleine uitweiding over het zesentwintigste vers van Handelingen tien had mogen veroorloven.

Er is loffelijk geprobeerd in dit herdenkingsjaar over Willem van Oranje een rechtvaardig oordeel te vellen. Bij een poging van die aard is dubbele voorzichtigheid geboden. Niet voor niets wordt voorgehouden dat de hoogste rechtvaardigheid onmerkbaar overgaat in het hoogste onrecht. Alle konsekwentie leidt ergens heen, maar geenszins per definitie naar het allerbeste. Want wanneer Willems godsdienstigheid als puur opportunisme uit de reageerbuis komt, passeren wij grenzen. Hij, Die harten kent en nieren proeft, oordeelt over 's mensen binnenste gedachten. Heeft iemand met volste zekerheid gelezen wat gegraveerd staat in de handpalmen van de Alwetende?

Laten wij ons nooit ondankbaar betonen voor wat de HEERE ons schonk in de figuur van de voor ons eerste van al de Oranjes. Wat de HEERE ons gaf in dit goed instrument. Dat heeft hij willen zijn en dat is hij zoals wij gerust mogen uitspreken geweest. In bepaalde zin spreekt Wilhelmus van Nassouwe nog altijd, nadat hij gestorven is, nog altijd nadat hij nog zoveel radicaler , , om land en luid" gebracht is. Waren het niet de luiden voor wie hij zijn laatste en biddende woorden opzond volgens overlevering? Hij spreekt nadat hij gestorven is. Immers in ons zo a.1 niet onsterfelijk maar toch lang levend volkslied presenteert de Prins zich als een die is. Wilhelmus van Nassouwe ben ik. En den vaderland getrouwe blijf ik. Wij zingen niet van Wilhelmus was ik en getrouw bleef ik tot in de wrede dood. In beperkte zin uiteraard leeft hij voort onder ons en in ons.

Mozes, de leidsman van Israël naar zelfstandig volksbestaan, zei en mogelijk begrijpelijk: Maar zie, zij zullen mij niet geloven, noch naar mijn stem horen. Dat is de moeilijkheid, wanneer nieuwe leiders voor een nieuwe taak beschikbaar komen, of liever worden gezonden.

In ons volkslied presenteert de Prins zich als het ware. Hij somt op wat hij voor de zaak over had en hij geeft te kennen dat hij de belangen bepleit bij God. „Mijn Schild ende Betrouwen zijt Gij, O God mijn Heer' ". Liever had hij wellicht een nog andere dood begeerd.

Na 't zuur zal ik ontvangen Van God, mijn HEER' het zoet; daarnaar zo doet verlangen mijn vorstelijk gemoed: dat is, dat ik mag sterven met eren in het veld, een eeuwig rijk verwerven als een getrouwe held.

Hij is niet gevallen op het veld van eer. Wel dodelijk getroffen, maar verraderlijk.

De blijvende betekenis voor vaderland en vaderlandse kerk, voor geloof en leven is ongetwijfeld dat Prins Willem van Oranje-Nassau een belangrijke en beslissende plaats innam bij de totstandkoming van het gemenebest. En het Evangelie wordt krachtens opdracht niet primair gepredikt aan mensen en aan zielen, maar aan volken. „Onderwijst al de volken". Wij mogen door 's Heeren goedheid behoren tot een volk dat bijzonder het Evangelie leerde omhelzen en van dat volk en vaderland was de Prins een vader. Laten wij hem zo en in die kontekst blijvend dankbaar zijn. Ja, de HEERE dankbaar dat Hij deze man ons geschonken heeft en dat hij hem voor zoveel uitnemende voorrechten wilde gebruiken. Als een uitverkoren instrument.

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.hertog.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 20 juli 1984

Gereformeerd Weekblad | 8 Pagina's

Wiihel mus van Nassouwe ben ik

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 20 juli 1984

Gereformeerd Weekblad | 8 Pagina's