Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

KLEINE KRONIEK

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

KLEINE KRONIEK

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Kanttekeningen bij het Samen-op-Weg-proces

In het april-nummer van het „Kontaktorgaan" van het Landelijk Overlegorgaan „Ph. J. Hoedemaker" zijn de stellingen gepubliceerd van de forumleden van de ontmoetingsdag in oktober 1983 aan de Samen-op-Weg-problematiek gewijd. Eén van de forumleden was dr. S. Meijers. Hij is al vele jaren aktief betrokken bij de voorbereidingen van Samen-op-Weg, door zijn lid zijn van de werkgroep Kernen van Belijden. Ook op de synodevergaderingen heeft hij al meerdere malen zijn standpunt kenbaar gemaakt over deze zaak. In het hier genoemde nummer wijst hij er op dat heel langzaam een theologische onderbouw wordt gevormd voor het proces. Men zoekt een theologische weg te gaan om tot overeenstemming te geraken in wat kerk-zijn in Bijbels licht dient te zijn. Maar nu signaleert dr. Meijers dat er in het zoeken naar deze theologische onderbouwing, het gaan van een theologische weg, steeds beïnvloeding dreigt van wat hij noemt de zijlijn. Hij bedoelt daarmee de invloed van de tijdgeest. Wij zijn allen kinderen van deze tijd en die hebben we ook in onze theologische botten zitten. En vaak onbewust speelt dat denken van de eigen tijd mee in onze theologische overleggingen en standpuntbepalingen. Dr. Meijers signaleert dan drie voorbeelden van wat hij bedoelt: de geest van het spiritualisme, die van het pragmatisme en die van het ervaringsdenken. Ik citeer nu wat hij daarover stelt:

1. Het spiritualisme

„Gereformeerden zijn van huis uit formalistisch, getuige hun grote nadruk op de kerk als — zuiver — instituut, op de openbare geloofsbelijdenis als criterium voor mondigheid, en op het beslissingskarakter van de doop, op de koppeling tussen geloof en doop, en zelfs — eens — tussen die van het geloof van de dopeling en de doop. Hervormden daarentegen missen bij de gereformeerden de spiritualiteit. Bij hen vindt men groter nadruk op de voortgaande betekenis van het pinksterfeest, op de onderscheiden en persoonlijke gestempelde wijze waarop mensen zich leren voegen in de geestelijke gemeenschap die kerk heet, en op de onderscheiden gestalten die dit kerk-zijn kan aannemen.

Samen op Weg is geroepen het gevaar te weerstaan dat deze beide trends een verbond aangaan dat gekenmerkt wordt door spiritualisme. Het blijkt dan hoezeer het formalisme en het spiritualisme de beide kanten van de ene zaak zijn. De gereformeerde nadruk op de kerk als organisatie van tot belijdenis gekomen leden gaat zich dan verbinden met de hervormde nadruk op het eigene van pinksteren: dat laatste wordt dan verstaan als het recht om op eigen wijze de openbaring te verwerken en te beleven, met alle gevaar van groepsdenken dat daarmee gegeven is.

2. Het pragmatisme

Van huis uit zijn de gereformeerden meer de omlijnde belijdeniskerk, terwijl bij hervormden de belijdenis altijd samen voorkomt met gerichtheid op de kerstening: er wordt beleden met het oog op overheid en volk, in de laatste tijd vooral met accent op het laatste.

Bij gereformeerden wordt heden de drang naar duidelijkheid en identiteit en helijndheid niet meer primair op de inhoud van het belijden gericht. Ze zijn immers in en mèt de ieertucht vastgelopen. Nochtans is deze gang als zodanig blijven bestaan. Men zoekt echter heden de eigen identiteit bovenal in de wereldse concreetheid van de prediking, soms meer sociaal soms meer politiek gericht en meestal beide, en deze prediking wordt dan, meestal oncritisch doch wèl uiterst stellig, op de actualiteit betrokken, die zo op een haast wéér dogmatische wijze nu de geloofsgehoorzaamheid voor verloste mensen invult.

Hervormden daarentegen brengen van huis uit het besef met zich meer volkskerk te zijn. Daarover zijn m.i. niet alleen waardevolle maar ook fundamentele ware dingen te zeggen, maar dit mag ons er de ogen niet voor doen sluiten hoe gemakkelijk deze gedachte ontaarden kan. Naar de mate immers waarin het getuigenis van de kerk van zijn sleutelpositie wordt gedrongen en op de achtergrond raakt, zal de kerk geneigd zijn zich te identificeren met hetgeen onder het volk leeft, en, omdat zij kerk is, met name aan idealen onder dat volk. Zo wordt de kerk modieus, en zal ze de neiging hebben zichzelf te gaan verstaan als een geestelijk geïnspireerde bundeling van maatschappelijke krachten, zoals er ook meerdere onder het volk zijn.

Daarom is het gevaar — niet alleen in het veld — permanent dat men elkaar meer vindt in de doelstellingen die dan vervolgens door de prediking bevestigd worden, dan op het inhoudelijk gevuld belijden. Als en waar dit gebeurt is dan de tijdgeest de „Dritte im Bunde", die verenigt wat van huis uit wellicht niet onverenigbaar maar toch wel totaal iets anders is. De doe-sfeer „doet" het hem dan, en in al te ingrijpende mate.

3. Het ervaringsdenken

De waarheidsvraag, eens centraal bij gereformeerden, staat daar nu veelszins in kwade reuk: wat hebben de antwoorden daarop geen scheuring en interne verdeeldheid gebracht... Daarbij herinnert men zich maar moeizaam hoezeer men eens, om dezelfde reden, het hervormd instituutafschreef. Daarom wendt men zich nu tot andere criteria voor wat waarheid is, en daarbij gooit het subjectivisme hoge ogen: waar is datgene wat men voor waar wil houden omdat men ervaart hoezeer datgene wat men eerlijk voor waar houdt, ook wérkt.

Hervormden, volkskerk als ze van huis uit zijn, hebben in het verleden hun subjectivistische stromingen altijd keurig in een richting L - hokje weten te stoppen. Helaas echter, alles stroomt... Richtinggrenzen bleken de werkelijkheid niet meer te dekken. Ethischen verdwenen, vrijzinnigen doen verwoede pogingen zich te hergroeperen, maar hun geesten zijn al door het sleutelgat ontsnapt, de vrijheid van de Grote Kerk tegemoet. Zo worden de gelederen van de confessionelen uitgedund, en blijkt er binnen de Gereformeerde Bond een nieuwe openheid te zijn voor sterk subjectivistische geloofsbeleving.

Hoezeer het ook in beide kerken vaststaat dat de gereformeerde belijdenisgeschriften op de Weg van Samen mee zullen komen, het valt toch op hoe probleemloos het op dit punt toegaat. In beide kerken zijn immers brede lagen die deze belijdenis fundamenteel in gebreke stellen. Nochtans...

De invloed peilende van het subjectivistische, her-interpreterende denken, ook over de belijdenis, kan men over deze vanzelfsprekendheid zorg hebben, zij het niet over de zaak zelf. Het ervaringsdenken, ditmaal hier de ongewenste derde, zal niet alleen als gevaar onderkend maar ook als bindmiddel afgewezen moeten worden." Tot zover dr. Meijers.

Ik kan me heel goed vinden in wat hij hier signaleert. Zeker ook in wat hij omschrijft als het probleemloze meenemen van de drie belijdenisgeschriften. Op vormgeving en inhoud van de reformatorische belijdenisgeschriften hebben velen die-Samen op Weg willen ernstige en diepgaande kritiek, toch heeft men geen enkele moeite deze geschriften mee te nemen en te laten staan. Hoe kan dat nu, vraag je je dan af? Dr. Meijers wijt een en ander aan het ervaringsdenken, als ik hem goed begrepen heb. Enkele weken geleden citeerde ik in deze rubriek dr. Spijkerboer die ook zo iets zei. Hij noemde dat creatief subjectivisme. Je zegt niet: ik ben tegen die catechismus of die zinsnede uit de catechismus. Maar je zegt: ik kan er niet zoveel mee. En verder laat je het gewoon staan en neem je het gewoon mee, ook Samen op weg. Ieder mag er mee doen wat hij wil. De belijdenis is een subjectief resultaat van bijbellezen. Een ander leest iets anders. Maar we staan toch in dezelfde weg van het belijden, wordt gezegd. Dat laatste vraag ik me in gemoede af. Ik geloof er helemaal niets van. Het is maar niet een zaak van: ik kan er niets mee. Men heeft een ander geloof, een andere geloofsinhoud gekregen, naar ik vrees, dan in de gereformeerde belijdenis staat verwoord. Het zou veel eerlijker zijn dit gewoon te erkennen.

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.hertog.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 18 mei 1984

Gereformeerd Weekblad | 12 Pagina's

KLEINE KRONIEK

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 18 mei 1984

Gereformeerd Weekblad | 12 Pagina's