Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

KLEINE KRONIEK

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

KLEINE KRONIEK

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

Brief van prof. Herman Ridderbos

In het dagblad Trouw van 3 april j.l. stond een brief opgenomen van de hand van prof. Herman Ridderbos. Deze brief had te maken met de uitspraak van de synode der Gereformeerde kerken m. b. t. de kruisraketten. We kwamen deze brief tegen in „De Wekker" die deze cri de coeur ook had overgenomen. De inhoud van deze brief spreekt voor zich zelf. Omdat we de laatste keren in deze rubriek ook al over het spreken van de kerk in allerlei vragen hebben geschreven, leek het me een goede zaak deze brief in z'n geheel hier over te nemen omdat ze onze hartelijke instemming heeft. Ridderbos is in zijn kerk steeds een autoriteit geweest, wiens spreken een zeker gezag genoot. Hopenlijk heeft het dat gezag nog. We laten nu de brief in z'n geheel volgen zonder verder commentaar.

Gij, synode, keer terug

Men kan de vraag stellen of na alles wat ook in dit blad reeds over de bekende uitspraken van de gereformeerde synode is te berde gebracht, er zo nodig nog iets aan toegevoegd moet worden. De zaak heeft echter ook een zekere voortgang, nameüjk in de discussies, die de kerken thans met de politieke partijen en de regering gaan voeren. Het heeft er de schijn van dat zich daarbij alles gaat concentreren op de vraag of en in hoeverre kerken zich wel „zo ver" in de politiek mogen begeven als thans het geval zou zijn. Dat is uiteraard een

belangrijk gezichtspunt. Maar veel wezenlijker acht ik de vraag of de gereformeerde synode (die hierin wellicht „het verst" is gegaan), toch niet enkele dingen heeft gezegd, die een zódanige bijbelse, politieke en kerkelijke betekenis hebben, dat althans de naar christelijke politiek strevende partijen en politici daar moeilijk omheen kunnen. Ik heb er enige behoefte aan ten aanzien van deze vraag, die ons telkens weer van synode-zijde als een consciëntie-vraag wordt voorgelegd, mijn sterke twijfels kenbaar te maken en, met de bescheidenheid die ieder mens in deze geweldige vragen past, toch drie dagen te stellen:

a) de poHtiek kreeg in deze synode géén bijbelse voorlichting;

b) de synode leverde daarom aan de politiek ook geen eigen kerkelijke bijdrage;

c) het kerkelijk karakter van deze uitspraken is dubieus.

a) De grondfout van de synode is m.i. daarin gelegen, dat zij de woorden waarin Jezus zijn discipelen tot navolging oproept, tot uitgangspunt maakt van wat do overheid in het onderhavige geval moet doen. Zou dit juist zijn, dan zou aan de overheid ieder gebruik van wapengeweld, iedere vorm van oorlogvoering ontzegd zijn. Slechts een radicaal en consequent pacifisme zou de overheid passen, wilde zij Jezus op zijn weg naar het kruis (waarop de synode in haar uitspraak onmiskenbaar doelt) willen navolgen. Dit standpunt hoewel door vele respectabele christenen in vroeger en later tijd ingenomen - is echter nooit dat van de Gereformeerde Kerken in ons land geweest.

Wordt in haar belijdenis (artikel 36) duidelijk afgewezen en — wat meer is — is ook met de Bijbel niet overeen te brengen. Daarin (in de Schrift) wordt veeleer als de taak van de overheid gesteld om in een wereld, die nog zucht onder de macht van geweld, onrecht en tyrannie, zoveel mogelijk recht en de daarop berustende vrede te bestellen; op te komen tegen tyrannie en onrecht, de boze te weerstaan, desnoods met geweld.

Ik twijfel niet of de synode is, generaal gesproken, ook van deze overtuiging. Door nu echter in haar uitspraken héél dit bijbels onderricht ten aanzien van het ambt en de»roeping van de overheid te laten voor wat het is en slechts van de navolging van Christus en van het komende messiaanse rijk te spreken, /naakt de synode zich m.i. schuldig aan een niet alleen eenzijdig, maar ook geheel oneigenlijk Schriftgebruik en kan men aan haar uitspraak moeilijk een bijbels gezag toekennen.

b) Indien de synode meende, dat het haar roeping was de politieke leiders en de overheid in de bewapeningskwestie te (ver)manen, dan had zij dit moeten doen op grond van wat dc Bijbel over het ambt van de overheid zegt.

Concreet gesproken, had zij dan moeten aantonen, dat, in bijbels licht gezien, de thans door de NAVO gevolgde politiek waaraan ook de Nederlandse regering zich verbonden heeft, de vrede niet ^ heeft gediend cn nog steeds niet dient; dat zij de oorlog en de tyrannie niet tegenhoudt, maar, als zij zo doorgaat, juist zal oproepen. Ik bedoel hier

nu niet te zeggen, dat dit laatste niet waar zou kunnen zijn. Want wie heeft de wijsheid in pacht?

Maar als een kerk dan opstaat om het woord te nemen, als draagster van Het Woord, dan mag men nu van haar verwachten, dat zij ingaat op die problematiek. Dan kan zij niet volstaan met te suggereren, dat de politiek, zoals die thans gevolgd is, (slechts) zou bestaan in „vertrouwen op" en „dreigen met" wapens die massale vernietiging teweeg brengen, kwalificaties, die door de huidige minister van defensie ook aanstonds van de hand gewezen zijn; dan zou zulk een synode veeleer moeten pogen aan te tonen, waarom de weg, die zij met anderen kiest, veiliger rechtvaardiger en dus bijbelser is en de vrede meer dient, dan die welke anderen, misschien met wat minder doemdenken, maar toch met éénzelfde doelstelling menen te moeten volgen. Zulk een poging heeft de huidige synode niet ondernomen. En daarmee heeft zij dan ook niets gedaan, waardoor de politiek zich bijbels voorgelicht zou kunnen achten en waarmee zij haar winst zou kunnen doen. Al wat de synode deed was een bepaald politiek standpunt tot het hare maken en daaraan het zegel van „het spreken van de kerk" hechten.

c) Dit laatste roept als vanzelf, óók met het oog op de door de synode aangesproken politieke instanties, de vraag op naar het kerkelijke gehalte van zodanige uitspraken. Ik voor mij ontken geenszins het recht van kerkelijke vergaderingen namens de kerk (met een hoofdletter of een kleine letter!) uitspraken te doen, die zeer concreet de politiek raken. Integendeel, het kan de dure plicht van synodes e.d. zijn, dit te doen. Maar wanneer dit — zoals thans blijkt — uitspraken zijn, waarin zeker 50 procent van de leden van de kerk noch zichzelf, noch de belijdenis van de kerk over de roeping van de overheid, noch de Schrift zelf duidelijk herkent, is er iets verkeerd in de kerk.

Mijn grief tegen kerkelijke instanties van deze tijd is, dat dit thans op grote schaal gebeurt. Men kan — met enige overdrijving gesproken — in deze dagen geen krant opslaan, geen tv aanzetten of er is weer een kerkelijke dignitaris, die namens „de" kerk of de kerken stellingen en denkbeelden verkondigt, waarvan ieder weet, dat zij, of zij nu uit Vancouver, uit Amersfoort of uit Lunteren komen, slechts bij bepaalde groeperingen in de kerken weerklank vinden.

Nu kan wel geen synode of concilie wachten tot ieder het met haar eens is. Maar deze strategie kan wel vormen aannemen, die voor mensen, die hun band aan de kerk als zeer wezenlijk ervaren, onaanvaardbaar worden.

De wijze, waarop bijvoorbeeld — als men de dagbladen mag geloven — 16.000 handtekeningen van bezwaarde gemeenteleden door de gereformeerde synode „in ontvangst genomen" zijn, was beneden peil. Erger is het, dat deze zelfde synode besloten heeft in haar commissie voor voortgaande bezinning op het ontwapenings-vraagstuk (burgerlijke ongehoorzaamheid/e.d.) een ieder te weren, die het standpunt van de synode niet deelt. Hoe staat het dan — als het aan deze synode zou liggen — met afvaardiging naar kerkelijke vergaderingen, waar deze zaken voorlopig wel aan de orde zullen blijven? Moet men, om daarvoor in 'aanmerking te komen, voortaan ook eerst het sjibboleth uitspreken? En voortdenkend op die lijn....

Maar ik wil dat maar liever niet doen. Eenmaal, heb ik een kerkscheuring beleefd, die uit die partij-vorming is ontstaan. Ik hoop er nooit meer een te beleven en ik roep met hartstocht allen, die het, als ik, niet eens zijn met deze synode toe zich hiertegen te wapenen.

Er zijn andere, geestelijker wegen en middelen en ik ben ervan overtuigd, dat velen, die het zakelijk wèl met deze synodes eens zijn, daar ook zo over denken.

Ik hoop intussen wèl, dat deze synode ons haar pastorale brieven tegen intolerantie thans zal besparen. Zij moet, om daarin geloofwaardig te blijven, zelf eerst iets doen: op haar eigen schreden terugkeren! Want op deze weg voortgaande zou haar door de latere geschiedschrijver, die over de turbulenties van deze jaren zijn oordeel zal vellen, wel eens met recht toegeroepen kunnen worden: niet de verontruste gemeenten of gemeente-leden waren het in de eerste plaats. O Synode! die toen zo nodig tot tolerantie en zin voor kerkelijke „pluraliteit" bewogen moesten worden, maar Gij! En dat is het wat nu reeds voor mij niet alleen het bijbelse en het politieke, maar ook het kerkelijk karakter van deze uitspraken dubieus maakt.

Tot zover de brief.

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.hertog.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 27 april 1984

Gereformeerd Weekblad | 12 Pagina's

KLEINE KRONIEK

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 27 april 1984

Gereformeerd Weekblad | 12 Pagina's