van de dag
van de dag. Elk gesprek wordt hierdoor beheerst. Het monsterverbond van Overpriesters en Farizeeërs had consignes uitgegeven dat men onmiddellijk moest rapporteren wanneer Hij ergens tevoorschijn trad. Zou Hij komen? Zou Hij komen? Zo golfde het voort.
Na zoveel eeuwen denken wij er verder over na. In het licht van wat wij inmiddels weten. Hopelijk beter weten dan alleen met ons gecatechiseerde hoofd. Wanneer Hij te rade ging met Zichzelf en met de waardevolheid van Zijn goddelijk leven kon er niets zijn dat Hem bewoog om te komen tot de plaatsen van offer en Zelfovergave en tot de trappen van Zijn nameloze vernedering. Wanneer Hij in aanmerking nam onze weerspannigheid en onbekeerlijkheid. Wanneer Hij in de overweging zou betrekken de ondankbaarheid en afdwalingen van Zijn gunstelingen. Dan kwam Hij nooit.
Aan alle onzekerheid komt een einde. Zes dagen voor het Pascha komt Hij naar Bethanië. „Jezus dan kwam." Drie simpele woorden die een machtig heilsfeit omschrijven. De meest gewone zinnetjes, die ogenschijnlijk geen uitleg behoeven en door de jongste onder ons worden begrepen, zijn in het lijdensevangelie de diepzinnigste. Jezus dan kwam. Hoort u dit als verre naklank van een bereid'willigheidsverklaringslied: Ik kom om Uwe wil te doen? Toen zeid' Ik: Zie Ik kom, Ik kom! Jezus dan kwam. Weldra kwam Hij naar Jeruzalem. Nog eventjes en dan horen wij: „Zie ik breng Hem tot ulieden uit, opdat u weet dat ik Hem geen schuld vind." Vervolgens kunt u nooit langzaam genoeg en diep op u inwerkend lezen: Jezus... dan... kwam... uit... dragende... de doornenkroon. Wie heeft dat ooit genoeg gelezen en in zich opgenomen? Jezus dan kwam. Welke overwegingen Hem bestormden, welke golven zich dreigend verhieven, welke overwegingen naar recht Hem moesten weerhouden, wat op het laatste moment nog een belemmering zou moeten vormen... Jezus dan, Jezus dan kwam. Hier zien wij Hem naderbij komen, als u lang genoeg nagaat en u inleeft, komt Hij als het ware regelrecht ook naderend de laatste dagen van Zijn lijden op u toe. Over het komen van God in Christus en dan nog eens door de Heilige Geest, zijn dikke boeken volgeschreven. Het komen Gods. In die geweldige contekst straalt onze tekst. Die het leest merke daarop. In Hem komt mijn Bondsgod. Ik heb dat wel eens me afvragend gezongen. Psalm 101. Maar vergeet dan niet hoe Hij gekomen is. En als Hij komt zal Hij komen zoals Hij in het Evangelie is aangediend. Met het volle verstand van de weg van Zijn vroomheid en in de volkomen oprechtheid van Zijn huisbeleid.
Hier en vaker in vergelijkbare situaties krijgen de vragen hun diepte, hun betekenis en hun waarachtige inhoud vanuit het antwoord. Begrijpt u? Oudtijds zei men: Wanneer de HEEPvE komt brengt Hij alles mee. In feite zelfs nog de vragen. Wat we hebben geuit was maar oppervlakkig en onbenullig. De vragen krijgen wezenlijke inhoud vanuit het antwoord. Het goddelijke antwoord dat Hij gaf en meer nog dat Hij was. Precies dezelfde toestand als met Kajafas. Die beweerde slechts moordzuchtige taal. Maar zijnde Hogepriester in datzelfde, dat unieke jaar van heel de jaartelling — het is niet voor niets het jaar nul geworden — profeteerde hij. Sensatiebeluste en niet diep wortelende mensen vragen: Zou Hij komen? De een beweerde dat Hij goed was en de ander hield ijskoud vol dat Hij een ordinaire verleider was. Weer een ander vroeg zich af of de overpriesters wisten dat Hij waarlijk Christus was. Zoveel hoofden, zoveel zinnen. Maar deze mensen die met zijn allen de vragen opwierpen of Hij komen zou, waren in dat jaar de mensheid, de wereld. Zijnde de mensheid vroegen zij wat de kinderen Gods van alle kudden zouden vragen in aanvechting en in levendig besef van de onverdiendheid van het eeuwig heil: Zou Hij Zijn gena vergeten? Zouden Zijn beloftenissen vruchteloos worden afgewacht? Vruchteloos. Hij trekt op uit Efraïm wat „dubbele vrucht" betekent. Zouden de barmhartigheden door toorn worden toegesloten? En zeer terecht. Laten allen die in deze categorie vragen bang en angstig voortploeteren nu eens even willen opkijken. Een ondeelbaar ogenblikje maar. Waar moet ik heenkijken? Volg mijn vinger. Ik ga u wijzen. Hoor mij aan. Ik zeg u: Jezus dan kwam. Het daadwerkelijke éne Antwoord op duizend vragen.
Ja, en dan ga ik maar afsluiten. Met een paar pennestreken. Ten eerste gaat het om zes dagen. Zes dagen zou Hij arbeiden en al Zijn werk ter verlossing doen. Zes dagen van herschepping. Daar kunt u een heel eind mee vooruit en mee toe. Dan lezen wij: vóór het Pascha. Eerder stond van het Pascha der joden. Maar nu houdt het op Pascha der joden te zijn. Het wordt het Pascha, ons Pascha, het Pascha van ons Pascha dat geslacht is.
Tenslotte nog dat Hij de laatste week van zijn felste lijden begon in Bethanië. In het huis van Zijn liefhebbers. Om Zich ter voorbereiding van Zijn begrafenis te laten zalven. De Held, bij Wien hulp is beschoren, gaat Zijns weegs. Eerst in Bethanië nog een verfrissende dronk uit de beek van liefde, van vriendschap en verknochtheid. De Held, Die uit de rustplaats van Efraïm treedt en vrolijk is om Zijn pad te treden.
Hij zal op weg eens drinken uit de beken. Daar Hij gevaar, noch strijd, noch moeit' ontziet; Daarom zal Hij het hoofd naar boven steken Met eer bekroond in 't godd'lijk rijksgebied.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 9 maart 1984
Gereformeerd Weekblad | 12 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 9 maart 1984
Gereformeerd Weekblad | 12 Pagina's