Ambtelijke besloten tot de dood van Jezus
En dit zeide hij niet uit zichzelven; maar zijnde hogepriester deszelven jaars, profeteerde hij dat Jezus sterven zou voor het volk; En niet alleen voor dat volk, maar opdat Hij ook de kinderen Gods, die verstrooid waren, tot één zou vergaderen. Jühannes 11 : 51 cn 52
Eigenlijk heette Kajafas Jozef. Jozef betekent: Hij — de HEERE - voege toe. Kajafas heeft niet veel toegevoegd. Nee, dat deed de ware Hogepriester-Koning van VVien hij profeteerde, dat Hij de kinderen Gods tot één zou vergaderen. Eenmaal van de aarde verhoogd zal Hij allen tot Zich trekken. Het is de diep indringende levensvraag of wij die trekkende en onweerstaanbare kracht ondervinden in wat wij ons zieleleven noemen. Eigenlijk heette hij Jozef. Hij gedroeg zich voluit als een Jozef-broer, die de meerdere Jozef verkocht en prijs gaf aan de dood. Ik las wel eens dat Kajafas zoiets betekent als kei, de keiharde. Iets van Kefas zeker.^ Ik vond nu echter dat Kajafas zoveel is als inquisiteur of ziener. Welnu, de tekst leert dat hij allebei was. Een inquisiteurachtig potentaat en nochtans een ware ziener. Hoe bestaat het.? Aanschouw de wonderen van de Allerhoogste en verbaas u in geloof.
Kajafas was dat allerbelangrijkste jaar hogepriester. Het levenslange heilige ambt was nog net geen funktie van elk jaar een ander. Maar van 37 vóór Christus tot 70 daarna waren er toch wel 28. De Romeinen stelden aan en ontsloegen naar welgevallen. Wat een ikabood, wat een weggevoerde eer, in Aarons huis. De teloorgang van het hoogwaardigste ambt in Israël. In dat eeuwige jaar van welbehagen en zaligheid, van allesovertreffende verlossing, in dat jaar van de dood van de enige Hogepriester, dat alle Hem door de Vader geschonken doodslagers in onvergankelijke vrijheid stelt, ...zo'n ambtsdrager! Slechter kan het niet. Zijnde hogepriester. Het was het meest eervolle ambt in Israël. Elk mens, niemand uitgezonderd, u en ik, willen „iets zijn". Aan wat wij zijn en menen te zijn en willen zijn gaan wij voor altijd te gronde. Saul van Tarsen, die welHcht Kajafas heeft gekend en in ieder geval veel van hem gehoord, Saul van Tarsen, die met hartstocht ernaar streefde om iets te zijn in de godsdienstige wereld rondom de hogepriester, leerde plotsklaps alles schade en drek te achten. Hoe zal hij gewalgd hebben. Gewalgd van zichzelf. Eerzuchtig en machtsbelust mens, die ik ben.
In confrontatie met de enige Hogepriester op het moment dat de schaduwfiguur de dienst heeft voleind en met ere de afschaffing tegemoet gaat zouden wij wensen dal de ceremonie aan de Vervulling alle eer en heerlijkheid zou toekennen en aanbrengen. Ach arme. Het is een en al verwording. Verwrongen caricatuur. Straks gaat de luister van het heilzaam hogepriesterlijk gev^? aad in flarden, weldra scheurt het heilig voorhangsel en droevig gaat de dienst van voorlopigheid ten onder. Geseculariseerd, verwereldlijkt is het ambt. Kajafas heeft, als later in de kerkhistorie met vele kerkvorsten en synodale heren is geschied, de allure van een aards bestuurder. Wat is er immers allemaal gaande.?
In het Evangelie zien wij hoe langer hoe duidelijker dat zich twee lijnen aftekenen. Immer helderder zien wij Christus en zijn weldaden. Christus, Die voorzegt te verlossen tot en met de opwekking ten uitersten dagen en de weldaad van de geweldige levendmaking van een dode man. Lazarus. Daartegenover al feller, naarmate de heerlijkheid van de Heere zich luisterlijker vertoont, de trek van haat, die baart de begeerte om Hem te doden. Te doden vanwege de weldaden aan ongelukkigen bewezen. Na de verrijzenis van Lazarus geloven er voor de Farizeeën onrustbarend velen in de Heere Jezus. Sommigen lopen op hoge en graag zoiets overbrievende benen naar de geestelijke leidslieden. Dat brengt verslagenheid tot in het allerijl bijeengeroepen Sanhedrin toe. Verachtelijk heet Hij „deze mens". Ze verkiezen Zijn weerzinwekkende Naam tot zaligheid niet te noemen. Deze mens doet vele tekenen. Hoe heerlijk klinkt Zijn roem. Vele tekenen, gewisse kentekenen. Wat zullen wij doen.? Dat is toch heel simpel. Kinderlijk eenvoudig. Ge hebt maar te geloven. Maar om met Bunyan te spreken: Zij kruipen net aan de verkeerde kant uit de poel wanhoop. Aan de zijde die het dichtst bij huis is. Want de mens wil niet van huis. Niet van huis om alles te verlaten en Jezus te volgen.
Dc Farizeeën zijn evenals de meeste schijnheilig vrome en godsdienstige mensen gauw en erg in paniek, maar niet doortastend. Zij blijven jeremieren, haten en stoken. De priesterkaste is van die kant bezien een waardevolle aanvulling op dc groep van de Farizeeërs en hun schriftgeleerden. Hoor rnap.r. Diep in zijn hart kan Kajafas het niet verkroppen, dat de Farizeeërs zoveel en zoveel meer invloed hebben en daarom blaft hij hen op barse manier af. JulUe doen maar niets als zuchten en steunen, maar je begrijpt er niets van. Jullie hebt totaal geen verstand. Je draait er maar omheen. De oplossing is eenvoudig en duidelijk. Hoe verdrietig het ook zijn moge voor dc Persoon in kwestie: één man moet m.aar sterven, eventueel door moord op last van hoge autoriteiten, zoals tegenwoordig ook in menig land gebeurt, opdat niet het hele volk ten onder gaat. Een kwestie van nut. Kajafas geeft te kennen dat hij de morele leerstelling huldigt dat de nuttigheid, los van alles, moet bepalen of wij iets zullen doen of nalaten. Utilisme noemen wij dat met een moeilijk woord. Beter verminkt, dan gaaf verloren. Op zijn tijd moet een bestuurder een chirurg wezen en het mes erin zetten. Maar Kajafas, kan het niet zijn dat het hele lichaam lijdt, indien er één lid moet lijden.? Maar Kajafas, wat gebeurt wanneer u het Hoofd van alle dingen wilt ombrengen.?
Als wij hier het Evangelie van het heilzame lijden en sterven van Christus niet voor ons hadden en als wij de hele afloop niet wisten, zou Kajafas onze man zijn, iemand waar je mee vooruit komt, een doortastend regent. Kies Kajafas. Het woord van de hoogste leidsman van het volk gaf de doorslag. Hoe cynisch het ook was. Van die dag stond het beleidsdoel vast. Het was slechts nog een kwestie van tenuitvoerlegging. Zij waren immers doodsbenainvd dat de Romeinen zouden komen. Dat zou de algehele ondergang betekenen. Pas op, de Romeinen komen. Dan is alles uit. Zo laten velen tegenwoordig het bange hoofd hangen in paniek als zij horen: O wee, de Russen komen. Of: Wij krijgen de kernwa^pens.
O wee, die kernwapens. Maar wie vreest Diegene, Die ziel en lichaam, let wel beide, kan verderven? Ik denk dat het er niet zovelen zijn. Je komt zelden zulke mensen tegen.
Roemloos gaat Israëls van God gegeven heilige eredienst ten onder. Niet alleen de vraag of het mensdom vergeefs geschapen is, maar tevens de kwellende overweging of de HEERE volstrekt voor niets zoveel bemoeienis maakte, zoveel beloften investeerde, zoveel geheimen en voorrechten aan zijn volk schonk. Dat Hij Zijn Zoon schonk aan deze wereld. Maar was ook dat ten enemale vergeefs? Hier maakt een keeldichtknijpend nihilisme alles eindeloze duisternis. Nihilisme wil zeggen dat alles niks is.
Die dit leest hoor op. Wat nu volgt moet u beleven. Ziet u dat? Ziet u het? Daar in die hoek van dit akelig Aachorsdal waar wij terecht kwamen. Ziet u hoe daar een deur opengaat? Een deur van wonderlijke hoop en van onbegrijpelijke redding. Platte taal uit wel eens: „Heb je dat van je eigen? " Wat heeft een mens, die treurige speelbal en spreekbuis van de Overste van deze wereld van zichzelf? Ofschoon... Hij blijft verantwoordelijk. Zou Kajafas zo gesproken hebben als Hij geweten had te doen te hebben met de Heere der heerlijkheid? Weet u met wie u te maken heeft, wanneer u overdenkingen leest, preken hoort, vermaningen vanwege kerk en ambt beluistert? Maar Kajafas doet wel zijn ziel geweld aan, wanneer hij onder het mom van nut voor het volk eigen belang najaagt en eigen positie veilig stelt. Kajafas weet beter. Wij kunnen wel rechtzinnig en berustend volhouden dat het „een mens maar gegeven moet worden". Intussen zijn wij wel hard bezig om ernstige en welgemeende roepstemmen en sterke overtuigingen, die ons diep worden bijgebracht, te saboteren en te verijdelen. W 7 ij zijn niet zo onschuldig als wij ons voorgeven.
Was Kajafas toch een beetje eerlijker geweest. Had hij iets beter zichzelf gekend en geweten wat uit hemzelf, uit zijn eigen hart voortkwam. In gcmoede zal hij al zijn loze optreden ten spijt en ondanks zijn huivering teweegbrengend optimisme gedacht hebben, dat hij God diende en de heilige belangen van land en volk behartigde. Het is best de moeite waard, hoe devoot wij bezig zijn, na te gaan, zorgvuldig en nauwgezet na te gaan, of wij in al onze godsdienst toch actief zijn tegen God te strijden en tegen Zijn Gezalfde. Lees psalm 2. Het meest droevig is dat u met alle haat en vijandschap niets bereikt. De psalm zegt: Ik heb Mijn Koning gezalfd. Daar kunt u nooit in alle eeuwigheid iets aan veranderen. Al uw daden van haat en vernieling dragen desalniettemin bij tot zijn overwinning en glorie. O Kajafas, waar bent u? Deze omwending is van de HEERE, opdat Hij Zijn eeuwig woord van belofte bevestige. In uw machteloze haat en vijandschap kunt u Zijn roem alleen maar groter maken. Wat u ten kwade bedacht, keert de HEERE ten goede.
O broer van jozef. De HEERE gooit Zijn oudgeworden en op laatste benen gaande en nabij de verdwijning gekomen instelling van hogepriesterschap niet zo verdonkerd terzijde. Het zal nog eenmaal in fel licht omhoog schieten. Het zingt als een bijna niet te zingen zo hoog lied door onze tekst, en nogmaals vaststellend „zijnde hogepriester" in dit sterfjaar van de enige waarachtige Hogepriester onzer belijdenis, profeteerde hij. De hogepriester, die als aardse bestuurder min of meer koninklijk wilde opereren, trad in waarachtige werkelijkheid op als Gods profeet. Hij vertolkte en onderstreepte de eigen woorden van Christus Jezus de goede Herder, Die tevoren — zie het eerdere hoofdstuk — gezegd had, dat Hij zijn leven voor de schapen van zijn volk zou geven en ook nog voor andere schapen, niet van deze stal, opdat het zou worden één kudde onder één Herder. Kajafas kan niet anders dan dit heerlijke evangelie bijvallen en adhesie betuigen.
Profeet tegen wil en dank. Wat hemzelf betreft lasterde hij Jezus met zijn bloeddorstige van haat doordrenkte uitspraak. Wat Christus aangaat evenwel verheerlijkte hij dc Leidsman der zaligheid hemelhoog. Tegen wil en dank flonkerde het eerbiedwaardig oude van de HEERE verordineerde ambt in evangelieglans. De Heere belacht de haat. Is in feite wat de catechismus „offeranden en andere ceremoniën der Wet" noemt niet een levensgrote profetie? Welnu, hier profeteert het nog eenmaal.
Wij zijn geneigd lettend op Kajafas te spreken van een tragiek. Wat een tragedie! Zo duivelse haat of laten wij dichterbij en minder vreemd voor onszelf zeggen: zoveel eigenbaat en zelfhandhaving onder een hogepriesterlijk gewaad. Doch er is tevens sprake van goddelijke ironie. Het woord ironie heeft te maken met lachen, met Gods lach over dodelijke vijandschap. Hier zien wij de machtigste illustratie, die zich denken laat. van het woord onzer belijdenis dat God onze trouwe en lieve Vader machtig en algoed zijn werk, Zijn heilig en heerlijk verlossingswerk, uitermate wel en rechtvaardig beschikt en doet, ook wanneer de duivelen en goddelozen, als een Kajafas, wat henzelf aangaat onrechtvaardig en ten hoogste onbillijk handelen. Zijnde hogepriester dat jaar besluit Kajafas en forceert hij het besluit Jezus te doden tegelijk profetisch getuigend van dc verlossing van Gods volk en van al Gods kinderen verstrooid over de ganse aarde. Ambtelijk besloten en ambtelijk het grote effekt van Jezus' dood gedecreteerd. Hier offert de hogepriester het Lam dat de zonde der wereld wegneemt. De naam priester niet waard en nochtans Hogepriester bij de gratie Gods. Wie kan dit vatten? Wie heeft de HEERE geraden zo te handelen? Ten hoogste ontdekkend in deze tekst. Ten diepste worden ook wijzelf met alle gedachten en bedoelingen blootgelegd. Ontdekkend maar tevens en tegelijk en er dwars doorheen heerlijk openbarend.
Openbarend dat de grote Hogepriester sterft voor het volk, opdat niet het gehele volk verloren gaat. Meer nog. Opdat Hij de kinderen Gods, die na de zondvloed alom verstrooid zijn, tot één, tot éne kudde zou vergaderen. Lezen wij op het einde van deze onuitputtelijke tekst onze naam in dit Godswoord? Dat is de machtige slotvraag na alles. Kind van God. De mooiste naam die zich denken laat. Hoe heten wij kinderen Gods? Zalig de vreedzamen, want zij — zij alleen — zullen kinderen Gods genaamd worden. Vreedzaam dat wil zeggen dat u alle wapens neerlegt aan Jezus' voeten. Dat u niet langer niet wilt dat Hij Koning is over u en uw leven. Dat u in waarachtige liefde en eendracht leeft met uw naaste. Dat u alle haat en vijandschap van harte aflegt. Weet u nog? Weet u nog van toen? Toen was ik — maar dan wel: — in Zijne ogen als éne, die vrede vindt. Vrede bij God en vrede met allen en bevredigd met alles. Toen ik vrede vond, Hem vond, gevoelde ik de wonderbare macht om kind van God te worden en te zijn. Met alle kinderen Gods bij Eén bijeen.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 2 maart 1984
Gereformeerd Weekblad | 11 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 2 maart 1984
Gereformeerd Weekblad | 11 Pagina's