Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

KLEINE  KRONIEK

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

KLEINE KRONIEK

10 minuten leestijd Arcering uitzetten

Interview met prof. Verkuyl

In het weekblad „De Tijd" van 3 februari stond een gesprek te lezen dat de journalist Ton Crijnen had met prof. dr. J. Verkuyl. Dit gesprek was mede ingegeven door het onlangs verschenen boek van prof. Verkuyl getiteld „Gedenken en verwachten". De 76-jarige prof. Verkuyl geeft hierin wat men noemt zijn memoires te lezen. In de Gereformeerde Kerken van voor en na de oorlog was prof. Verkuyl een bekend persoonlijkheid. Hij is jarenlang in de zending werkzaam geweest en nog tien jaar hoogleraar aan de VU. Bekend zijn z'n geschriften over de zending en over de evangelisatie. Men hoeft het lang niet in alles met de visie van prof. Vefkuyl eens te zijn, toch heeft hij altijd nog het nodige te zeggen. Daarom leek het me goed enkele fragmenten uit het gesprek hier bedoeld door te geven.

Geloven na Auschwitz

Dat staat boven een fragment waarin prof. Verkuyl gevraagd wordt zijn mening te geven over wat voor onze generatie, althans voor velen, een brandende vraag kan zijn. Prof. Verkuyl: „Die hele discussie over „geloven na Auschwitz" heeft men nooit aangesproken. Ik vind het schandelijk alles wat mensen hebben verknoeid en misdaan op het schuldenregister van God te schrijven, alle afschuwelijkheden die met het begrip Auschwitz samenhangen af te schuiven op Hem. Die wandaden hebben wij bedreven, niet God."

— In een interview dat ik onlangs met uw ex-collega en vriend Kuitert had zei deze: „De kant die ik met Auschwitz niet heen wil is zeggen dat God er niks mee te maken heeft gehad. Dat zou voor mij de zaken er alleen maar erger op maken'.

„Ik moet denken aan die gelijkenis van de verloren zoon. Je kunt het zijn vader niet verwijten dat die jongen van hem is afgedwaald, naar het buitenland vertrekt, daar alles verbrast en bederft. Dat neemt niet weg dat de vader ook in alle verlorenheid en vervreemding met z'n zoon bezig blijft, innerlijk met hem worstelt en wacht op het moment dat hij tot hem terugkeert.

God is geen mechanische god die met macht en kracht optreedt. Hij houdt zich in, loopt niet over mensen heen, maar w r orstelt met hen totdat ze zich bekeren. In alle verdriet, alle ellende en onrecht, maar ook in al het verzet ertegen is God aanwezig. Hij heeft daarbij met ieder van ons een persoonlijke liefdesgeschiedenis."

Een persoonlijke God

Wat betekent die God voor Johannes Verkuyl? Hij denkt even na, zegt dan: „Ik heb Hem leren kennen als de God van genade en vergeving, een God die je 'omzet' tot een nieuw begin. Dat is eigenlijk mijn leven lang zo gebleven. Gods vrijgesprokene te zijn — dat vormt de kern van mijn geloof. Wat een theoloog als Miskotte 'de vreemde vrijspraak' noemt. Die beweegt je tot vrijwillige dienst aan God en aan de mensen."

— Wat bedoelt u daar precies mee?

„Ik heb in mijn jeugd sterk het besef gehad dat je voor Gods aangezicht eigenlijk niet kunt bestaan, omdat we egoïstische en goddeloze mensenkinderen zijn. En dan hoor je plotseling die boodschap in Jezus Christus dat God juist met zulke verloren en afgeschreven mensen te maken wil hebben, hun God wil wezen. Tollenaars en zondaars, sociaal-armen en verdrukten; allemaal begenadigt Hij hen, zet ze op hun voeten, bemoedigt hen.

Zo beleef ik dat. En tevens dat Hij niet alleen een God is die bevrijdt van persoonlijke zonden en individuele verlorenheid, maar ook van al het demonische, van al die onderdrukkende machten en structuren waardoor we passief worden meegesleept. En ten slotte geloof ik dat God de dood overwint, dat de horizon licht wordt voor je ogen door Christus' opstanding uit de doden."

Pure geloofsdaad

„Ik ben er volstrekt van overtuigd dat als je de verrijzenis wegduwt of elimineert uit het geheel van het christelijk geloof, dat je dan het fundament er onder wegslaat. Niet voor niets neemt het opstandingsverhaal binnen alle vier de evangelieën zo'n centrale plaats in. Haal je dat weg, dan ondermijn je de hele bijbelse boodschap. Indien de verzuchting van Christus aan het kruis — 'het is volbracht' — het einde had betekend, als op Zijn dood en begrafenis niets was gevolgd, dan zou Hij een illusionist zijn geweest en hebben degenen die Zijn absolute betekenis voor alle volkeren en culturen ontkennen gelijk. Maar

zijn sterven bleek niet het einde. Dat is juist het unieke, het schokkende dat niet in te passen valt in de andere feiten van onze geschiedenis.

Waarom ik geloof in een leven na de dood.? Niet op grond van wijsgerige, psychologische of wat voor speculaties ook, maar omdat ik krediet geef aan Jezus. Als die zegt: Ik leef en jy zult leven met mij — woorden uit het Johannes-evangelie — dan aanvaard ik dat. Het is voor mij een pure geloofsdaad.

En dan zijn we terug bij Auschwitz. Wat geeft ons het recht te twijfelen aan Gods trouw als je bij Eli Wiesel leest hoe talloze mensen de gaskamers binnengingen met het Sjema Israeeel op hun lippen.? Die geloofden ondanks alles dat God bij hen was en hen door het vuur van de verbrandingsovens heen zou voorgaan naar een beter leven. Wie ben ik om achteraf dat geloof te beschamen.? " Tot zover prof. Verkuyl.

Prediking en pastoraat

Daarover zegt prof. Verkuyl nog dit: Dubbele verantwoordelijkheid

In zijn memoires schrijft Verkuyl: „Ik vind het niet zo moeilijk lezingen te houden, of toespraken of colleges te geven. Er is echter niets dat mij zo zwaar valt als prediking, en er is niets dat mij zo met vrezen en beven en blijdschap vervult". Om uitleg verzocht: „Preken heeft iets beangstigends. Je spreekt op zo'n moment voor Gods rekening. Je moet proberen te vertolken wat Hij in Zijn belofte en Zijn eisen mensen te zeggen heeft; over dc manier waarop je dat doet zul je later ook rekening dienen af te leggen. Als ik op de kansel sta ben ik me die dubbele verantwoordelijkheid, tegenover God èn tegenover de gemeente, sterk bewust.

Preken is worstelen met Gods woord. Ik vind het daarom vreselijk als ik: collega's preken uit hun mouw zie schudden. Een man als Buskes had ontzettend veel moeite met preken. Hij deed niets liever maar werd letterlijk onpasselijk van het gewicht ervan. Prediking beweegt zich tussen twee polen: enerzijds bijbelstudie en gebed, anderzijds het evalueren van actuele gebeurtenissen. In die wisselwerking gebeurt het ergens.

Dat was wat mij in dominee Buskes boeide. Die was aan de ene kant bijbels-theologisch diep geraakt, maar stond daarnaast helemaal open voor de wereld waarin hij leefde. En die botsing veroorzaakte de vonk die hem tot zo'n geweldig^ predikant maakte."

Individuele nood

In dit verband komt de vraag aan de orde of veel dominees en pastores zich niet wat al te veel op het politiek-maatschappelijke concentreren en te weinig aandacht besteden aan existentiële noden van individuele gelovigen.

„Wat het laatste betreft zeg ik volmondig ja. Het pastoraat verwaarloost de individuele noden van mensen. Er blijkt te weinig echt persoonlijk contact, terwijl dat juist zo belangrijk is. Veel predikanten en pastores hebben nooit geleerd de concrete gemeente lief te hebben. Ze zien er tegenop de intimiteit van hun hart aan 'gewone' mensen weg te schenken."

Christendom en secularisatie

Er wordt tenslotte nog aan prof. Verkuyl gevraagd of de uitspraak dat het christendom zijn tijd in het westen heeft gehad juist is. Verkuyl antwoordt dan als volgt:

„Het is maar wat je daaronder verstaat. Toen ik student was zeiden mijn leermeesters, zendingspioniers als Johan Bavinck en Hendrik Kraemer: 'Buiten Europa en de VS is de theologie alleen consumptief, ze bezit (nog) geen creatieve respons.' Dié tijd ligt definitief achter ons. De westerse theologie heeft haar monopoliepositie verloren. Maar om hieruit af te leiden dat het dus met die theologie is gedaan, dat gaat me te ver.

Veel theologen uit de Derde Wereld blijken intensieve vruchtgebruikers van onze westerse ideeën. Zo'n bevrijdingstheologie bijvoorbeeld zou zonder invloed van de Duitser Jürgen Moltmann niet goed van de grond zijn gekomen, al hoort in Latijns-Amerika niet iedereen dat even graag.

Ik begrijp overigens best waarom Derde Wereldtheologen zich scherp afzetten tegen het Westen; toch zouden noord èn zuid er beter aan doen hun krachten te bundelen. Het wereldchristendom staat namelijk voor een enorme confrontatie die allen aangaat."

Processie van afgoden

— Secularisatie? „Ik geloof niet in secularisatie, in een toestand waarbij het religieuze als het ware uit onze wereld is verbannen. Karl Barth schreef al in 1928: dezelfde mensen die het secularisatieproces interpreteren als een vorm van neutraliteit tegenover de diepste religieuze vragen zien niet dat de processie van de afgoden al op gang komt en dat men de altaren reeds klaarmaakt om er straks miljoenen op te offeren.

Wat Barth toen voorspelde heeft Hitier spoedig waargemaakt. En ook nu zie je steeds opnieuw dat waar God verdwijnt seculaire ideologieën hoe langer hoe meer een pseudo-religieus karakter krijgen. In vroeger eeuwen was dat trouwens ook het geval, kijk naar de Franse Revolutie. Luiker heeft eens gezegd: E in Mcnsch hat Gott oder Abgott. Dat onderschrijf ik. Die afgod wordt dan De Natie, Het Leven, De Proletarische Klasse. Er is een tijd geweest dat men algemeen dacht dat secularisatie dè bedreiging vormde voor het christendom en de institutionele uitdrukkingsvorm daarvan: de kerken. Momenteel beginnen steeds meer mensen in te zien dat ze zich hebben vergist. Godsdienstsociologen als Peter Berger en Wolfgang Pannenberg wijzen erop dat het seculaire zichzelf heeft uitgeput. De confrontatie met de andere wereldgodsdiensten is nu veel belangrijker."

Tegengolf uit het oosten

„Mensen als Kraemer, Radhakrisna, Arnold Toynbee en Lin Yutang hebben al vele jaren geleden voorspeld dat de golfbeweging van hei westen naar de andere werelddelen na afloop van het dekolonisatieproces zou worden beantwoord met een tegengolf uit het oosten, ook op godsdienstig gebied. Ze spraken over een eruptie van Aziatische religiositeit die zou komen. En dat is precies wat er nu gebeurt.

We beleven een revitalisering van de grote godsdiensten. Zeker niet alleen de islam. Ook het hindoeïsme, boeddhisme en confucianisme kennen neostromingen die aansluiting zoeken bij het moderne zelfbewustzijn. Als je met vertegenwoordigers van deze godsdiensten praat, ontdek je al gauw dat ze zich niet meer laten vastpinnen op oude, traditionalistische overtuigingen.

Vroeger kon het christendom zich vrij gemakkelijk afschermen tegen andere religieuze stromingen, maar die tijd is voorbij. Gastarbeiders, het toerisme, de media, ecoriomisch-technische contacten hebben ze op onze drempel neergelegd. En in een periode waarin oude kaders verdwijnen, tradities ter discussie staan en nieuwe vormen maar moeizaam worden gevonden, blijken de oosterse godsdiensten niet alleen sterk concurrerend in Derde Wereldlanden maar trekken ze ook westerse mensen aan.

Velen bepleiten een soort allesomvattende oecumene, onder het motto: alle religies zijn gelijk. Ze vergeten wat de beroemde godsdiensthistoricus en oecumenische pionier Nathan Söderblom eens heeft geschreven: 'Wie beweert dat alle godsdiensten gelijk zijn, kent geen enkele godsdienst echt'.

In deze confrontatie — die in broederlijke eerlijkheid en via een vreedzame dialoog moet worden gevoerd — Gods Openbaring-in-Jezus als uniek overeind houden — dat js de grote uitdaging waarvoor het christendom de komende eeuw komt te staan." Tot zover prof. Verkuyl.

Tenslotte nog dit. Onbegrijpelijk acht ik het dat prof. Verkuyl vindt dat de vredesbeweging haar toevlucht dient te nemen tot geweldloze, burgerlijke ongehoorzaamheid, als het kabinet zou besluiten tot plaatsing van de kruisraketten. Ik ben het met hem eens als hij deze wapens karakteriseert als misdadig, maar wanneer op volslagen democratische wijze door een volksvertegenwoordiging wordt besloten tot een bepaalde daad i.c. het plaatsen van de hier bedoelde wapens, hoe heb je dan nog het recht deze plaatsing te verijdelen althans een poging daartoe te wagen? Als iedereen die het oneens is met een bepaald besluit daartoe overgaat, raken we dan niet verzeild jn de chaos. En roept deze chaos dan juist niet Be krachten op die prof. Verkuyl met hart-

stocht bestrijdt als bijv. facisme?

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.hertog.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 17 februari 1984

Gereformeerd Weekblad | 12 Pagina's

KLEINE  KRONIEK

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 17 februari 1984

Gereformeerd Weekblad | 12 Pagina's