De prediking van de bergrede
Op donderdag 5 januari was ik in de gelegenheid de tweede dag van de jaarlijkse predikantenconferentie van de Gereformeerde Bond in het conferentie-oord Woudschoten te Zeist mee te maken. Hier werd een referaat gehouden door dr. A. Noordegraaf te Ede over het thema 'de prediking van de bergrede'. Deze lezing zal wel in de Waarheidsvriend gepubliceerd worden, maar ik zou ook in ons blad graag een korte impressie van deze belangwekkende lezing willen geven.
Het is van betekenis in te zien welke plaats de bergrede (Mattheüs 5 — 7) in het geheel van het eerste evangelie inneemt. In Mattheüs 4 : 23 wordt in één vers samenvattend gesproken over de aard van Christus' werkzaamheid. „En Jezus omging geheel Galiléa, lerende in hun synagogen en predikende het Evangelie des Koninkrijks en genezende alle ziekte en alle kwaad onder het volk." In de trits 'lerende, predikende en genezende' wordt het werk van de Heiland getekend. In woord en daad, taal en teken, profetisch en priesterlijk-koninklijk stelt Hij het koninkrijk Gods tegenwoordig.
Nu vinden we in hoofdstuk 9 : 35 dezelfde drieslag terug: erende, predikende en genezende!
Mattheüs, die wel genoemd wordt de architekt onder de evangelisten, geeft nu tussen 4 : 23 en 9 : 35 eerst een voorbeeld van Jezus' profetische werkzaamheid (5 — 7), daarna in de hoofdstukken 8 en 9 komen de genezingen aan de orde.
Deze situering van de bergrede maakt duidelijk dat het daarin centraal te doen is om de prediking van het Koninkrijk Gods. De bergrede mag dus niet als een nieuwe wet verstaan worden. De moralistische opvatting van de bergrede heeft er toe geleid dat deze werd opgevat als een hoge standaard voor 'volmaakten', voor super-christenen. Deze ethiek voor ingewijden ging dan de gewone man, en ook de doorsnee-christen, niet aan. Maar we mogen niet vergeten dat bij de bergrede ook 'de schare' onder het gehoor is, al zit de discipelkring vlakbij Christus en richt Hij Zich allereerst tot hen.
Het appèl van de bergrede geldt alle mensen. Via de gemeente komt de roepstem Gods tot de buitenwacht. De horende gemeente van Christus geeft de prediking door aan degenen die buiten zijn. De prediking is bij uitstek de plaats van ethische bewustwording — zo ergens, dan wordt daar in het licht gesteld wat goed en wat kwaad is. De gemeente zegt vanuit het horen naar het Woord de wereld de waarheid aan.
Wie spreekt hier?
Om de bergrede te verstaan is het van beslissende betekenis dat er een recht zicht is op de Persoon van Christus. Vaak wordt Hij beschouwd als een tweede Mozes, als een verheven Leraar die oproept tot een zedelijk hoogstaand leven. Maar de bergrede mag niet losgepeld worden uit het gehele evangelie, dat spreekt van kruis en opstanding. Hij die in Mattheüs 5-7 spreekt is de Immanuël, God-met-ons. Daarom is het woord van O. Noordmans zo treffend: 'de kruisbalk ligt dwars door de hele bergrede heen'. Bij elk woord uit de bergrede moeten we dan ook het evangelie van kruis en opstanding horen meeklinken. We mogen ook niet vergeten dat de zaligsprekingen voorop gaan. Het evangelie van de armen is de deur van de bergrede. Ds. J. Overduin schreef terecht: door de poort van de zaligsprekin-
gen kunnen we alleen binnengaan. De genade, het nieuwe leven dat geschonken is, is de basis van de opwekking tot het concrete doen van Gods wil. De eis rust in de gave, technisch geformuleerd: de imperatief rust op de indicatief; dogmatisch onder woorden gebracht: de rechtvaardiging gaat aan de heiligmaking vooraf. Maar de heiligmaking is dan ook direkt met de rechtvaardiging gegeven (terzijde merkte Noordegraaf op: bij Calvijn gaat het om de heiliging, maar draéit het om de rechtvaardiging).
Vervulling van de wet
Een hele bibliotheek is vol geschreven over Mattheüs 5 : 17. „Meent niet, dat Ik gekomen ben, om de wet of de profeten te ontbinden: k ben niet gekomen, om die te ontbinden, maar te vervullen." Wat betekent dat: ervulling van de wet? En hoe moeten we de tegenstelling zien die Jezus stelt tussen wat door 'de ouden' gezegd is en anderzijds Zijn verkondiging? Kritische exegeten hebben de opvatting verdedigt dat Jezus zich oorspronkelijk zou hebben afgezet tegenover Mozes en de wet Gods. Vanwege deze heiligschennis zou Hij dan ter dood zijn veroordeeld. Maar Mattheüs zou het beeld van Christus hebben bijgekleurd om Hem zo als het ware rechtzinniger en voor joodse lezers acceptabeler te doen zijn. Het zal duidelijk zijn dat we dergelijke gedachten principieel moeten afwijzen. We kunnen niet achter de gegeven en door de Geest geinspireerde bijbeltekst terug om op zoek te gaan naar een historische Jezus. Wie dit toch probeert komt tot een Jezus-beeld dat hij of zij er bij voorbaat al ingestopt had!
Hoe is het dan wel? Christus geeft een profetisch-messiaanse uitleg van de Wet als de wil des Vaders. Hij vervult de Wet door Zijn doctrina, door Zijn verrassend diepe uitleg van de geboden. Maar ook vervult Hij de wet door Zijn liefde en zelfofferande tot in de kruisdood toe. Hij stelt zich tegenover rabbijnse en farizese interpretaties van Gods wet ('de ouden'). Christus treedt niet op als Verbeteraar (Corrector), maar als Verdediger (Defensor) van de wet van Zijn Vader. De liefde blijkt niet de vervanging, maar de vervulling van de wet. De volstrekte eis van de liefde wordt geconcretiseerd binnen de kaders van Gods geboden.
Terecht waarschuwde Noordegraaf tegen het vereenzijdigde gebruik van enkele teksten uit de bergrede, dat vandaag de dag 'in' is. Er wordt soms een tegenstelling geschapen tussen de bergrede (zalig de vredestichters) en Romeinen 13 (de zwaardmacht van de overheid). Maar men vergeet dan dat er regelrechte lijnen lopen vanuit de bergrede naar wat Paulus in Romeinen 12 en 13 schrijft over de liefde als vervulling van de wet, het overwinnen van het kwade door het goede enz. De bergrede heeft niet alleen betekenis voor het persoonlijke en kerkelijke, maar ook voor het maatschappelijke en politieke leven. Maar er vindt een veelkleurige toepassing plaats in de weerbarstige werkelijkheid. Er ontstaat kortsluiting wanneer een woord uit de bergrede zomaar als politieke leus wordt gehanteerd. De Heere Jezus zelf heeft de grondwet van de liefde in verschillende situaties op verschillende wijze toegepast. De gecompliceerdheid van het leven verhindert een absolute rechtlijnigheid in de toepassing van tekstwoorden.
Prediking en ethos
In de prediking van het Woord moet het centrale van het evangelie steeds weer opnieuw worden gezegd. Het te bewaken hart van de prediking is de rechtvaardiging van de goddeloze. Nooit kan het wonder van de schuldvergeving en de toeëigening van het heil eenvoudig verondersteld worden en als vanzelfsprekend uitgangspunt fungeren. Prediking is bediening van de verzoening, worsteling om het behoud van zielen. Maar vanuit dit hart zijn de uitgangen des levens! Daarom zal de ethische toespitsing in de prediking niet mogen ontbreken. En is dat niet al te vaak het geval, komt de thematiek van de levensheiliging wel voluit en breeduit aan de orde? Even voluit en breeduit als in de bergrede en de brieven van de apostelen? Noordegraaf stond er uitvoerig bij stil dat hier allerlei voetangels en klemmen liggen. Hoe kunnen we Gods gebod verkondigen in een concrete situatie? Is dat niet levensgevaarlijk door het optreden van het euvel van de vereenzelviging? Dat wil zeggen: eigen mening en inzicht van de prediker wordt geladen met een gezag alsof het Gods Woord betrof. Roept dat in de gemeente niet allerlei tegenstellingen op — want juist ten aanzien van de vragen van deze tijd en de levensstijl lopen de opvattingen meer dan ooit uiteen! Hoe worden we behoed voor het gevaar van een verpolitiekte prediking? Belanden we niet onherroepelijk in een nieuw moralisme? En toch, met open ogen voor al deze gevaren, het Woord Gods zal gepredikt moeten worden als licht over ons pad en een lamp voor onze voet. Het Woord is richtinggevend in de praktijk van het dagelijks leven. De vragen van het gewone leven mogen niet verwaarloosd worden in de prediking. Smelik heeft terecht eens geschreven: wie de ethiek uit de prediking elimineert (verwijdert), verliest het kontakt met de werkelijkheid en verspeelt daarmee tegelijkertijd de gehoorzaamheid aan het Woord.
Vanuit de bergrede kan in de prediking aan de orde komen: de huwelijkstrouw, de
omgang met het bezit, de diakonale roeping en opdracht van de gemeente (zaligsprekingen!) en de betekenis van het nieuwe leven in het laatste gericht (ethos en eschatologie, zie Mattheüs 7 : 24-29).
Wanneer vanuit de voluit schriftuurlijke prediking de problemen van onze tijd aan de orde komen, worden ze niet incidenteel behandeld, als probleem op zichzelf. Maar altijd weer radicaal, dat wil zeggen vanuit de wortels, de kern-vraag: wat is onze verhouding tot Christus, hoe leven wij in Hem en hoe krijgt Hij gestalte in ons?
Zo kregen de aanwezige predikanten veel stof tot bezinning en overweging mee. Ik heb slechts gebrekkig en fragmentarisch enkele lijnen uit het betoog van collega Noordegraaf kunnen weergeven. Wat blijft de bezinning op de prediking voortdurend nodig! Als predikanten moeten we maar niet al te vlot op de lippen nemen dat w 7 e 'al de raad Gods hebben verkondigd'.
Onze prediking is maar stukwerk. Maar we hebben ons altijd weer in de afhankelijkheid van de Heilige Geest uit te strekken naar de volle verkondiging van het Woord: Gods gebod dat zeer wijd is en Gods beloften die onuitputtelijk rijk zijn. Maar ook als gemeenteleden zullen we betrokken blijven bij de bezinning op de prediking.
Tenslotte zou ik de belangstellende lezer(es) willen wijzen op een brochure van de hand van dr. Noordegraaf, getiteld De Bergrede, en te bestellen bij de Willem de Zwijgerstichting, Postbus 642, Apeldoorn.
V.
J. H.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 13 januari 1984
Gereformeerd Weekblad | 12 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 13 januari 1984
Gereformeerd Weekblad | 12 Pagina's