Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

KLEIDEKRONIEK

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

KLEIDEKRONIEK

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

Kuiter over kerk en maatschappij

In het weekblad „De Tijd" van 30 december staat een gesprek met de bekende prof. dr. H. Kuitert, hoogleraar aan de VU te Amsterdam. Boven dat gesprek staat „Het nieuwe realisme van Harry Kuitert". Dat nieuwe realisme heeft dan met name te maken met zijn afkeer van links-dogmatische thema's en politiek gebonden opvattingen. Zelf zegt prof. Kuitert dat hij een wat minder utopische kijk heeft gekregen op de ordening van de wereld dan voorheen. Overigens is hij een even liberaal denker als voorheen gebleven. Dat laatste blijkt ook wel uit zijn nieuwste pennevrucht over suicide. Het gaat me dit keer in deze kroniek om een enkel citaat uit genoemd gesprek waaruit blijkt dat prof. Kuitert zich distantieert van wat hij t.a.v. het IKV heeft genoemd „een monopoliseren van de christelijke waarheid".

Halverwege het gesprek komt men op het thema van de toenemende spanningen in onze samenleving, waarbij zelfs gesproken is over de dreiging van een burgeroorlog. Er moet ordenend worden opgetreden door de verantwoordelijke personen in onze samenleving. Ik citeer nu uit het gesprek het volgende fragment.

„Hebben de christelijke kerken bij dit alles nog functie en toekomst? Professor Kuitert vindt van wel. „Ik denk dat ik daarin zelfs sterker geloof dan een jaar of tien geleden. Dat heeft te maken met het feit dat een heleboel mensen, onder wie ikzelf, de ervaring hebben opgedaan dat theorie en praxis te zeer uit elkaar zijn gegroeid. Er is een leegte ontstaan."

— Hoe?

„Zo'n theorie die alle heil verwachtte van structuren veranderen, de wereld verbeteren... Je begon met goede moed en constateert nu dat er grenzen zijn aan het menselijk kunnen. Het is niet voor niks dat je overal om je heen godsdienstigheid ziet bloeien. Vooral mystiek. Die hele toewending naar het oosten, naar reïncarnatie, naar noem maar op laat zien dat er ergens een gat zit in de religieuze beleving van mensen.

En de christelijke kerken maar doorgaan met op het politieke paard te wedden. Dat is niet wat mensen in de allereerste plaats van hun kerk vragen, daar hebben ze een keur van politieke partijen voor. Die kunnen de profane boodschap net zo goed en soms zelf beter uitdragen. Nee, wat mensen willen is dat de kerk over God vertelt, en uitgerekend deze unieke boodschap wordt verwaarloosd. Wat een kortzichtigheid!"

Het linkse establishment

An Salomonson poneerde op 27 mei in NRC Handelsblad drie stellingen die nogal opzien baarden. De voornaamste luidde: 'De kerkelijke instellingen vertegenwoordigen niet meer de kerk van Christus en evenmin het gelovige kerkvolk, maar alleen nog zichzelf, namelijk het kleine legertje van linksradicale priesters en vrijgestelde dominees dat in de jaren zeventig; het establishment uit de kerkelijke kaders heeft verdrongen.' Is Kuitert het met die opvatting eens?

„Zonder nou meteen haar bewoordingen letterlijk over te nemen, vind ik dat er een flink stuk waarheid steekt in die stelling van mevrouw Salomonson. De grote leidinggevende instanties van de protestantse kerken, inclusief de Nederlandse Raad van Kerken en de Wereldraad, vormen een eigen circuit. Ze staan heel ver af van wat een meerderheid van de kerkleden ervaart en voelt.

Ik vind dat op zichzelf geen bezwaar. Je mag als kerk best wat voorlopen, maar je dient natuurlijk wel naar je leden te luisteren, te signaleren wat er onder hen leeft en dat laatste vergeet men nogal eens. Gevolg: verwarring en apathie onder veel gelovigen.

Nogal wat ambtsdragers van christelijke kerken in ons land weten kennelijk niet waarvoor de kerk er eigenlijk is; ze identificeren zich te zeer met allerlei politieke en maatschappelijke stromingen. Vroeger leverde men zich uit aan rechts, nu aan links. Het is allebei slavernij en daarom allebei verwerpelijk."

Kerkelijke geloofwaardigheid

„Natuurlijk. Kerken kunnen niet voorbijgaan aan de grote noden in onze wereld — racisme, armoede, martelingen, oorlogsgeweld — en naarmate dit minder door politieke partijen, vakbonden en regeringen gebeurt heeft de kerk daar des te meer een taak. Maar het omgekeerde is ook waar; als andere instanties daaraan al voldoende aandacht besteden hoeven de kerken het niet nog eens dunnetjes over te doen. Met vrome woorden herha> -Ien wat anderen al hebben gezegd, daar koop je niks voor of je maakt jezelf er verdacht mee.

En als het dan zonodig moet, doe het dan niet zo eenzijdig als een Wereldraad van Kerken of onze Nederlandse Raad. Wèl de Amerikaanse politiek in Midden-Amerika fel veroordelen, maar alleen wat vaags prevelen over de minstens even verwerpelijke interventie van de Russen in Afghanistan, en zwijgen over Libanon. Zoiets is funest - voor de kerkelijke geloofwaarigheid.

Het politiek-maatschappelijk spreken van de kerk dreigt in sommige gevallen zo a-proportioneel te worden dat de existentiële nood van individuele

mensen te weinig aandacht krijgt. Dat is het laat> ste wat moet gebeuren. Want hoe je het wendt of keert: kerken zijn niet in de wereld gekomen om politieke crisissen op te lossen of snel een woord te spreken als er ergens een invasie heeft plaatsgevonden. Ze zijn er om mensen op te vangen in de nood waarin deze door hun leven als mens zijn terechtgekomen, en dan vooral nood die samenhangt met hun relatie tot God en tot de naaste."

„De persoonlijke nood blijkt verbijsterend groot: mensen die ontspoord zijn; mensen die met kanker in hun lichaam rondlopen; mensen die de teleurstelling van hun leven hebben moeten boeken. Het is ontstellend wat je allemaal tegenkomt als je gewoon op het platte vlak van de kerkelijke gemeente rondgaat; wat voor eenzaamheid er heerst, bijvoorbeeld nu met de feestdagen; hoeveel verdriet en ellende. Als je als kerk daar geen oog meer voor hebt..."

— Ik begrijp hieruit dat u vindt dat het christelijk geloof mensen van vandaag nog wel degelijk iets te zeggen heeft?

„Iets? Zeer veel. Er is een schreeuwende honger naar echte wezenlijke godsdienstige vragen; nog niet eens zo zeer naar antwoorden: wie is God en hoe kan ik in hem geloven als ik net zulke verschrikkelijke persoonlijke klappen heb gekregen? Als de dominee of pastor maar eens liet merken dat hij die vragen ook kent en er mee worstelt, dan zouden de mensen al heel blij zijn.

Maar ja, dat vereist dat je je als kerkelijk voorganger persoonlijk blootgeeft en je geen zijwegen inslaat waar het weliswaar populair vertoeven is, maar waar veel mensen je niet kunnen volgen."

Mode van de dag

Weerspiegelt bovengeschetste houding van veel ambtsdragers niet de verwarring en radeloosheid die zich van de meeste christelijke kerken heeft meester gemaakt? De gelovigen lopen weg en men zoekt wanhopig naar middelen om het tij te keren.

Kuitert: „Je dient als kerk de moed te hebben ook getalsmatig door een dal te gaan. Je moet het natuurlijk wel vervelend vinden en het dient je ook aan het denken te zetten, maar je moet er niet van in paniek raken en je mag je er zeker niet door laten verleiden de oervragen van het geloof weg te moffelen. Wie zich met de mode van de dag vereenzelvigt, gaat met diezelfde mode tenonder.

— Het bestrijden van onrecht vind ik geen waan van de dag.

„Ik beweer ook niet dat de kerk onrechtvaardigheden zou moeten verzwijgen, natuurlijk niet. Maar daar kan het nooit bij blijven. Anders wordt iedereen, zelfs de jeugd, het zat. Er zijn namelijk meer problemen.

Ik kan me levendig voorstellen dat iemand die maatschappelijk onrecht heeft zien gebeuren denkt: je kunt er niet genoeg op hameren. Dan zeg, ik: zeker, maar er zijn ook bronnen van maatschappelijke ellende die je niet kunt veranderen, doodgaan bijvoorbeeld. Daar dien je mensen op voor te bereiden, je moet leren omgaan met lijden en sterven. Als de kerk dat niet doet, faalt ze op een beslissende manier.

Een predikant vertelde me dat hij als-ie mensen begroef eigenlijk niks te zeggen had: „Ik vind het erg verdrietig, mompel ik dan, en daar blijft het bij". — Zoiets is afschuwelijk om te horen; dat iemand min of meer officieel beweert dat de kerk hier niets te zeggen heeft. Wat een bankroet".

Tot zover prof. Kuitert in het eerste citaat.

Vluchttheologie

Er is volgens prof. Kuitert veel zogenaamde vluchttheologie waardoor men de wezenlijke vragen waar de mensen mee zitten ontvlucht. Ik eisteer hem ter afsluiting. Prof. Kuitert:

„Er bestaat een hoop vluchttheologie, niet alleen in de vorm van theologische theorieën over maatschappij en politieke zin, maar op alle fronten. Neem de rabbinica; die is momenteel erg 'in' en toch vraag je je af: wat wil men er nou mee? Waarom zijn zoveel mensen daarin geïnteresseerd? Het zet niet echt zoden aan de dijk als het om de eigenlijke Godsvragen gaat.

De christelijke theologie gaat die essentiële vragen voor een deel uit de weg. Ze stelt haar vooronderstellingen te weinig ter discussie, gaat te snel uit van het eigen gelijk en redeneert vandaar verder. Zo heeft men velen van de kerk vervreemd.

De meeste mensen zijn immers in laatste instantie niet geïnteresseerd in politiek-maatschappelijke vragen, maar willen weten of het nog zin heeft naar de kerk te gaan, op je knieën te vallen en tot God te"bidden. Of het zinvol is je geborgen te weten voor de eeuwigheid of dat het net zo goed zonder kan. Met het antwoord op dit soort vragen staat of valt de bestaansreden van onze kerken."

Einde citaat.

Op zichzelf opmerkingen die veel waars bevatten. Ik heb me wel afgevraagd: in hoeverre is prof. Kuitert zelf medeverantwoordelijk voor de geestelijke armoede in prediking en pastoraat die hij in dit gesprek signaleert. Heeft hij zelf in geschrift en college er niet toe bijgedragen dat predikanten nauwelijks meer een boodschap hebben aan zieken sterfbedden, op de kansel en in het catechisatie-lokaal?

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.hertog.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 6 januari 1984

Gereformeerd Weekblad | 12 Pagina's

KLEIDEKRONIEK

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 6 januari 1984

Gereformeerd Weekblad | 12 Pagina's