Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Onze Vader om Christus' wil

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Onze Vader om Christus' wil

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

(2)

Vader en verbond, deze gedachte is in het Oude Testament nauv^ aanééngesmeed. Buiten het verbond om kan God geen genadig Vader zijn. Richten we ons nu naar het getuigenis van Gods Vaderschap in het Nieuwe Testament, dan is het eerste wat ons opvak, dat met het vaderschap Gods de relatie tussen Christus en Zyn Vader sterke nadruk krijgt. Christus zegt onomwonden, met alle risico's die dat met zich meebrengt, dat God zijn eigen Vader is (Joh. 5 : 18). Hij weet zich duidelijk door de Vader in de wereld gezonden. De werken die de Vader doet, worden ook verricht door de Zoon. Hij spreekt wat Hij bij zijn Vader gezien heeft. Hij doet wat de Vader ook doet.

Zo nauw is de band van wezenseenheid tussen de Vader en de Zoon dat Hij getuigt: k en de Vader zijn één (Joh. 10 : 38). Hij benadrukt die eenheid in het hogepriesterlijk gebed: pdat zij allen één zijn, gelijkerwijs Gij Vader in Mij en Ik in U, dat zij ook in ons één zijn. In één adem worden in de apostohsche brieven telkens genoemd de genade en vrede van God onze Vader en de Heere Jezus Christus. Vooral treffend zijn de woorden: eloofd zij de God en Vader van onze Heere Jezus Christus, en gezegend zij de God en Vader van onze Heere Jezus Christus (2 Kor. 1 : 3; 1 Petr. 1:3; Efeze 1 : 3).

Deze openbaring van de Vader, dat Christus de Zoon van de levende God is, is tenslotte grondleggend beginsel voor het bestaan en voortbestaan van de gemeente, de kerk des Heeren. Waar Petrus Christus belijdt als de Zoon van de levende God, is deze belijdenis de petra, de rots waarop de Heere zijn gemeente bouwt, die door de poorten der hel niet overweldigd zullen worden. U ziet van hoe fundamenteel belang dit vaderschap Gods in Christus en door Christus is.

Naar de mensen toe heeft Christus de opdracht gekregen die Vadernaam te openbaren. In Zijn grote barmhartigheid heeft God ons er niet onkundig van willen laten, dat Christus alleen de eeuwige en natuurlijke Zoon van God is. Want niemand heeft ooit God gezien, maar de eniggeboren Zoon die in de schoot des Vaders is, die heeft Hem ons verklaard (Joh. 1 : 14). Het behoort tot de diepste kern van Zijn middelaarswerk als Hij getuigt: k heb Uw Naam (Vader) geopenbaard aan de mensen, die Gij Mij uit de wereld gegeven hebt (Joh. 17 : 6). Hoezeer we Christus als Middelaar tot de Vader nodig hebben getuigt Hij in het woord: iemand komt tot de Vader dan door Mij.

En de weg waarlangs en waardoor we als arme zondaren tot de Vader komen is Christus alleen. U moet deze gedachte helder voor ogen hebben, om te WTten hoe de Middelaar van het nieuwe verbond ons als met Zijn eigen hand tot de Vader leiden moet en leiden zal.

Hij heeft ze als schapen ontvangen van de Vader (Joh. 10 : 29). Hij heeft ze met Zijn bloed vrijgekocht. Ze mogen in Zijn Naam de Vader bidden. Hij geeft ze over in de bescherming en de bewaring van Zijn Vader. Hij bidt de Zijnen hogepriesterlijk los uit de wereld en Hij bidt ze naar Zijn heerlijkheid toe. Vader, Ik wil, dat waar Ik ben ook die bij Mij zijn, die Gij Mij gegeven hebt, want ze zijn Uwe en Gij hebt ze Mij gegeven. Ze drinken uit dezelfde drinkbeker van Zijn lijden. De drinkbeker die Mij de Vader te drinken gegeven heeft, zult gij ook drinken. Maar straks bewonen ze voor eeuwig het huis van Zijn Vader, waar Hij nog steeds bezig is om de gegevenen des Vaders ccr, M-nai.s te bereiden.

Alles wat Gij de Vader bidden zult in Mijn Naam, dat zal Hij u geven. Wat een schatten van wijsheid en kennis liggen hier verborgen. Nooit zo over nagedacht.? Ge komt er uit uzelf ook niet achter. Op dezelfde wdjze als we Christus vinden in het Woord — en nergens anders — op dezelfde wijze vinden we de geheimen van het vaderlijke Gods in de Schrift. En ik spreek als een bang vermoeden uit dat het gebrek aan geloofsinzicht in deze rijke schat, wel eens de oorzaak kon zijn dat in de prediking dat vaderlijke Gods te weinig aan de orde komt. Of, als 't aan de orde komt, het niet fundamenteel genoeg aan de orde gesteld wordt. Als we óf de eerste beginselen van het genadeleven, óf het fundamentele van de verzoening met God door Christus overslaan, dan annexeren wij de Vadernaam voor ons zelf te oppervlakkig.

Het is geen vanzelfsprekende zaak, maar openbaring Gods (Matth. 16 : 17).

Als we aan de andere zijde in "de eerste beginselen" blijven steken en in de prediking nooit het vaderschap Gods ontvouwen in al zijn rijkdom, in al zijn diepte, in al zijn breedheid — voorzover het ons menselijk mogelijk gemaakt wordt en de H. Geest ons er inzicht in schenkt — dan doen wij schromelijk tekort. Hoe durven we dan Paulus na te zeggen dat wij de gemeente niets achtergehouden hebben van de verkondiging van de volle raad Gods.? Als dan de Vader zich in het Woord openbaart, dan is hèt middel om de Vader te leren kennen, en Hem meer en meer te leren kennen, de verkondiging van bet heilig Evangelie. Waar het 't doel van Christus is de Vader te verheerlijken, blijven we beneden de maat als we om wat voor reden ook niet doorspreken tot op het vaderlijke Gods. Dan blijven er schatten van wijsheid en kennis verborgen.

De Vader is te vinden in het Woord. Ja, zegt u, maar Jezus heeft ook gezegd: En niemand kent de Zoon dan de Vader, noch iemand kent de Vader dan de Zoon, en dien het de Zoon wil openbaren. Juist! Maar hoe openbaart de Zoon de Vader anders dan in het Woord, en hoe verklaart de Zoon de Vader anders dan in de zelfopenbaring Gods in de Schrift.? Daarom zou ik willen bepleiten een schriftuurlijker prediking die het vaderlijke Gods in de gemeente openlegt, en ons door de vertroosting der Schriften hoop op God geeft. Ik heb het gevoel of het vaderlijke Gods zó afstandelijk onder ons behandeld wordt, dat het een soort geheimleer aan het worden is, dat enkel en alleen voor enkele bijzonder ingewijden is weggelegd. Dat zou dan helaas een gnostische trek in de verkondiging en in de geloofsbeleving zijn. De Gnostieken in Paulus' dagen waren een soort mensen die het

evangelie ook reserveerden voor enkele hoog begaafde geestelijken, die zo ongeveer tot mystieke hoogten in de versmelting met God konden opstijgen. Het plompe volk liet men ver achter zich. Voor deze gnostische trekken dienen we als predikers te waken, en de gemeente ervoor te behoeden.

Hoe dan? Door te graven in de Schriften, door er schatten van wijsheid en kennis uit naar boven te halen. Niet door verrassende vondsten en dierbare uitspraken en slogans, die in het gehoor van het kerkpubliek liggen te debiteren. Maar door in de bronnen van de Schrift af te dalen, in de goudmijnen van het evangelie.

Dan komen alle zaken aan de orde. De roeping, de rechtvaardiging, de heiligmaking, de verkiezing, de verheerlijking en bovenal de lof aan de Vader.

Ik zou mensen, die er mee zitten dat ze zo weinig van het vaderlijke Gods in hun leven kennen, in de eerste plaats aanraden om vooral het evangelie van Johannes te spellen. Dan de brieven van Paulus, vervolgens de Johanneïsche brieven. Tenslotte heel het Nieuwe Testament. Dan komt u wat tegen, dan doet u verrassende vondsten op.

Verder zou u in een gesprek met uw predikant hem eens kunnen vragen, of hij op schriftuurlijk verantwoorde wijze er eens wat meer over naar voren wil brengen in de prediking. Ook is het goed om in dit opzicht te luisteren naar wat geoefende christenen u er van mee kunnen delen. Niet dat u hen als laatste maatstaf moet nemen, maar ze zouden u tot een hand en een voetkunnen zijn. U de weg Gods bcscheidenlijker uitleggen kunnen. Uiteindelijk, vergeet de Heilige Geest niet.

Want gelijk de Zoon gekomen is om de Vader te verheerlijken en de Heilige Geest gezonden is om Christus te verheerlijken, wil die Geest, gebruik makend van de openbaring in de Schrift, hèt getuigenis van de Geest bij uitnemendheid, beide de Vader en de Zoon verheerlijken in het hart van Gods gemeente.

Zonder de Geest kunnen wij Christus nooit Heere noemen, maar evenmin God onze Vader. Christus wist dit en daarom zegt Hij bij het afscheid in de Paaszaal zijn jongeren toe: n Ik zal de Vader bidden en Hij zal u een andere Trooster geven, opdat Hij bij u blijve in der eeuwigheid; namelijk de Geest der waarheid... (Joh. 14 : 16, 17a).

Maar de Trooster, de Heilige Geest, welke de Vader zenden zal in Mijn naam, die zal u alles leren, en zal u indachtig maken alles, wat Ik u gezegd heb (Joh. 14 : 26).

De inwonende Geest in het midden van Christus' gemeente maakt in het hart woning voor de Vader en voor de Zoon.

Dit alles overziende kan ons niet anders overblijven dan de bede:

Heer', ai maak mij Uwe wegen Door Uw Woord en Geest bekend.

Het gaat in het geestelijk leven om de kennis des geloofs van de drieënige God, van de Vader en de Zoon en de Heilige Geest.

En in die kennis om het grote doel, de verheerlijking van de Vader, die ons liefgehad heeft met een eeuwige liefde; van de Zoon die ons geliefd heeft tot op de dood van het kruis en ons in die liefde heeft vastgehouden door het graf heen, naar de morgen der opstanding; van de Heilige Geest, die het uit de volheid van Christus neemt en het ons verkondigt. Wat? Dat we een Vader hebben, onze Vader, die in de hemel is, maar met Zijn genade, majesteit en Geest nimmermeer van ons wijkt.

K.a.Z. H. V.

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.hertog.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 9 december 1983

Gereformeerd Weekblad | 16 Pagina's

Onze Vader om Christus' wil

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 9 december 1983

Gereformeerd Weekblad | 16 Pagina's