KLEINE KRONIEK
Verbi Divini Minister
Onder deze titel werd in augustus een bundel opstellen over de dienaar en de bediening van het goddelijke Woord aangeboden aan ds. L. Kievit ter gelegenheid van zijn vijfenzestigste verjaardag. Het is een zeer lezenswaardig geheel geworden waar veel in te lezen valt dat de moeite waard is. De redactie (bestaande uit: drs. J. van Oort, drs. A. de Reuver en drs. M. Verduin) hebben hun medewerkers goed kunnen binden in hun bijdragen aan het thema dat ze zich voor deze uitgave hadden gesteld. Het ambt van dienaar des Woords wordt belicht vanuit zijn bijbels-theologische, kerkhistorische en praktisch-pastorale facetten. In hun Ten Geleide schrijven de redacteuren dat ze met deze uitgave geen erezuil voor een mens hebben willen oprichten. Maar dat ze wel hun dankbaarheid willen uiten voor wat ds. L. Kievit voor hen en vele anderen in zijn veertigjarige ambtsbediening heeft mogen betekenen. Bij die dankbaarheid sluiten we ons graag aan, mede ook door voor deze uitgave uw belangstelling te vragen. Misschien denkt u dat het een zeer geleerd en hoogeerwaard geschrift is geworden. Dat valt best mee, er staat voor predikanten maar ook voor andere ambtsdragers en gemeenteleden veel leerzaams in.
Ik geef u medewerkers en hun bijdragen in het kort door. Dr. W. Aalders over Profetische prediking. Dr. W. Balke, Calvijn en de Pinksterprediking. Ds. C. Blenk, Het Réveil en de predikanten. Ds. W. Dekker, Predikant zijn in een a-theïstisch tijdperk. Ds. C. G. Geluk, Predikant en jeugd. De Verbi Divini Minister temidden van de generaties. Ds. L. J. Geluk, Gereformeerd predikant in de Nederlandse Hervormde Kerk.? Dr. S. Gerssen, Oudtestamentische profetie en het Nieuwe Testament. Dr. C. Graafland, Heeft Calvijn een bepaalde orde des heils geleerd.? Ds. A. J. de Jong, Kohlbrugge — die me de Schriften doet verstaan. Dr. H. jonker, De ambtelijke handoplegging. Drs. L. van Nieuwpoort, Predikant en zwakzinnigenzorg. Drs. J. van Oort, Augustinus Verbi Divini Minister. Drs. B. Oosterom, Predikant en Apostolaat. Drs. A. de Reuver, 'Een dienaar is niet meer dan zijn Meester', Luther over de aanvechting. Dr. C. A. Tukker, '... door 't lof van Zijnen knecht ...' Over de verhouding van algemeen en bijzonder ambt. Drs. M. Verduin, Woordverkondiging in Handelingen.
Ik wil in deze Kroniek een fragment uit één bijdrage lichten en wel uit die van ds. L. J. Geluk over het onderwerp 'Gereformeerd predikant in de Nederlandse Hervormde Kerk.? '
Gereformeerd Hervormd, kan dat wel?
In de vraagteken achter het thema van de bijdrage van ds. Geluk zit een belangrijk stuk van de inhoud van ds. Geluks artikel opgesloten. Kan dat eigenlijk wel, predikant zijn in een kerk die wel hervormd heet meer zo weinig hervormd-gereformeerd is in haar belijden en spreken.? Ds. Geluk wijst er op dat velen vonden en vinden dat dat niet kan. Dat het Gereformeerd zijn zich niet verdraagt met het Hervormd zijn. De oplossing van dit vraagstuk leek hen te liggen in Afscheiding van deze kerk. Vaak bleek dit geen oplossing, want de ene scheiding volgde op de andere. Wie als gereformeerd belijder intussen toch kiest voor de Hervormde kerk maakt een keuze. Ds. Geluk legt in zijn artikel verantwoording af van deze keuze. Dat hij toch blijft in een kerk die in feite leervrijheid toelaat, een kerk die in 1951 wel gereorganiseerd maar helaas niet gereformeerd werd, komt voort uit de overtuiging dat afscheiding geen enkele waarborg biedt voor de zuiverheid van de leer in de toekomst. De vervallen toestand en innerlijke verdeeldheid van alle kerken van gereformeerde belijdenis bevestigd voor ds. Geluk de waarheid dat kerkherstel niet door ons gemaakt, maar geboren moet worden, d.w.z. alleen van God kan komen.
De kerk als interim
Ik citeer nu uit het artikel van ds. Geluk: „Het komt mij voor, dat doorgaans in de gereformeerde gezindte te weinig ernst is gemaakt met de overweging, dat de kerk als instituut een interim, iets voorlopigs is. Zij is, naar art. 27 van de N.G.B. een heilige vergadering van de ware christgelovige. Zij predikt de heerschappij van God over de gehele wereld. Zij verkondigt Gods recht en genade in Jezus Christus. Zij leeft bij het Woord en de sacramenten. Zij verwacht de volkomenheid van het Rijk Gods, die komt als de
dag van Christus' wederkomst is aangebroken. Maar zoals de gelovige in zichzelf een voortdurende strijd met het ongeloof heeft en steeds weer ligt onder de aanvallen en aanvechtingen van de boze, m.a.w. zoals de gelovige in zichzelf nog maar zeer zwak is en blijft aangewezen op dc genade van Gods rechtvaardigen van dc goddeloze, zo staat het ook met de kerk, zelfs in tijden, die achteraf worden gekarakteriseerd als tijden van bloei. De kerk als zichtbare verschijning in de gebroken werkelijkheid is zwak, gebrekkig en voorlopig.
Naar twee kanten toe zal dit gegeven moeten worden vastgehouden. Naar hen toe, die de kerk zien als een werktuig om de wereld óm te vormen. maatschappelijk, politiek en economisch, zodat een rechtvaardige wereld te voorschijn komt, zonder honger en oorlog. Nog afgedacht van de vraag of dit wel de roeping van de kerk is, gaat deze gedachtengang uit van een grenzeloze overschatting van de mogelijkheden van dc kerk in deze zondige, weerbarstige wereld.
Anderzijds hebben wij te maken met de overschatting van de mogelijkheid, dat een kerk geheel zuiver en waar kan zijn of tenminste dit punt dicht heeft benaderd.
Wat de Heilige Schrift leert aangaande de rechtvaardiging van de goddeloze moet ook worden toegepast op de kerk, die zelfs in haar meest gelouterde vorm veel gebrekkige en onzuivere elementen blijft bevatten. Het simul iustus ac peccator geldt ook de kerk.
W. J. Aalders stelt, dat de kerk minder dan met een school is te vergelijken met een ziekenhuis. 'Dit betekent, dat de Kerk een voorbijgaande beteekenis heeft. Zij behoort tot het interim, den tusschentijd van dc bedeeling, waarin wij leven. Dit karakter van voorloopigheid is haar in elk opzicht eigen. Het voorlopige is nooit af. Het heeft altijd haast. Het is nooit gerust. Het is altijd in afwachting van te worden afgelost. Hiermede is het bij uitstek précaire karakter van de Kerk gegeven. Zij werkt niet voor het heden, maar voor de toekomst; niet voor zichzelf, maar voor wat meer is dan zij, voor het Koninkrijk Gods, waarvoor het ziekenhuis plaats zal maken voor een paleis'.
Wanneer wij cr ernst mee maken, dat dc kerk het op zijn best niet verder brengt dan een tehuis voor zieken te zijn, waar de enige geneesheer Jezus Christus en het enige ware, genezende en levendwekkende medicijn het goddelijk Woord in de kracht van de Heilige Geest is, dan wordt zowel de roem op een zuivere kerlc als elke overspannen verwachring van de mogelijkheden van de kerk in de wereld afgesneden.
Kerk en kruis
Bij de interpretatie van de artikelen 27 tot 29 (over de kerk) van de Nederlandse Geloofsbelijdenis, had dunkt me meer bedacht dienen te worden, dat de oproep in art. 28 om zich af te scheiden van hen die niet van de kerk zijn, nadrukkeliik gezien moet worden tegen de achtergrond van de roomse kerk van het midden van de 16e eeuw en nooit op gelijke wijze mag worden toegepast op een kerk, die, hoe zwak ook, nog een gereformeerd karakter draagt cn aan de rechte, bijbelse prediking en bediening van de sacramenten ruimte biedt, waarmee tevens het belangrijkste onderdeel van de tucht gegeven is.
De drie kenmerken van de ware kerk, zoals de Nederlandse Geloofsbelijdenis deze noemt, fungeren in de eerste plaats als een prikkel en stimulans, opdat de kerk cr naar zal jagen aan haar goddelijke roeping te beantwoorden, terwijl toch in deze bedeling de dag nimmer aanbreekt, dat zij kan zeggen: dit is bereikt, in ons midden is alles uitgezuiverd, wat voor God niet kan bestaan. Zulk een roemen zou alleen in verblindheid en hoogmoed kunnen geschieden en zo'n kerk zou daarin ver verwijderd zijn van het kruis van Christus, dat alleen stof tot roemen geeft.
Het gereformeerd protestantisme zou wellicht niet zo verscheurd zijn geworden wanneer het hiermee meer ernst had gemaakt en zich tevens meer had laten bevruchten door dc gedachten van zowel Luther als Calvijn over de kerk, die onder het kruis verborgen is. Zo kon Luther zeggen, dat de ware kerk altijd een deserta civitas, een verlaten stad was. En Calvijn merkt in zijn uitleg van Hebr. 12 : 7 op, dat wie verschoond wenst te blijven van het kruis, zich als het ware losmaakt van de gemeenschap met de kinderen van God.
Zo is er niet alleen de tegenstelling tussen de waren en valse kerk, er is ook 't spanningsveld tussen de ware en de officiële kerk, de kerk als insti-
tuut'. In een kerk of gemeente waar alles duidelijk rechtzinnig, ja gereformeerd toegaat, kan de ware kerk nochtans lijden en zuchten onder dorheid en vormelijkheid en zich gevoelen in een woestijn van geesteloosheid. Ook dat is een gestalte van het kruis. De kerk is voorwerp van het geloof." Tot zover het eerste citaat.
Moeilijkheden en mogelijkheden
In het laatste deel van zijn artikel schetst ds. Geluk onder dit opschrift eerst de moeilijkheden van het staan als gereformeerde in de hervormde kerk. Het modernisme van de 19e en van dc 20e eeuw verbasterd het evangelie als boodschap van de goddelijke verlossing uit genade alleen. „Maar", vervolgt ds. Geluk dan, „tegelijkertijd brengt' het staan en werken in de Hervormde Kerk, waar helaas allerlei wind van leer doorheen waait, ook heerlijke en ongedachte mogelijkheden met zich mee.
Men mag het evangelie prediken van de kansel en brengen in de huizen, aan ziek-en sterfbedden, in situaties van rouw en trouw, en waar naar de mens gesproken alles vastgelopen en uitzichtloos is. Men mag in bredere verbanden in de kerk en daarbuiten, in zending en evangelisatie de bijbelse visie op mens en samenleving vertolken. En in dat alles soms ook iets ervaren van de onweerstaanbare, goddelijke kracht die in het Woord werkzaam is, tot bekering van zondaren, vertroosting van de ellendigen en levensvernieuwing. Nog is de Nederlandse Hervormde Kerk min of meer volkskerk. Nog is zij enigszins de kerk van Jan Rap en zijn maat. Nog kan men als gevolg daarvan velen bereiken, niet zelden tot overgrote verrassing. Met alle waardering voor dc S.M.R.A. is het toch niet te hopen, dat vanwege een ijver naar 'schone' kaartenbakken over enkele jaren alle namen van hen die op een bepaald moment niet (financieel) meelevend zijn, verwijderd zijn. Hier ligt een schuld van dc kerk van langer dan een eeuw. En elk pastoraal werker kan vertellen hoe het bij kerkelijke en onkerkelijke mensen verkeren kan!
Het is niet goed, zoals wel gebeurt, kontakten met collega's te mijden als deze niet van dezelfde 'kleur' zijn en op ambtelijke vergaderingen zijn plaats leeg te laten, omdat daar zo veel ongereformeerds te vinden is, noch om zijn medewerking aan commissies, organen en bredere ambtelijke vergaderingen te weigeren om dezelfde reden.
Het is niet goed de weg van de minste weerstand te gaan en een 'afgescheiden' bestaan te leiden in de Nederlandse Hervormde Kerk. Het is geen eenvoudige zaak zo in de breedte van de kerk te staan. Hoe vaak blijkt immers niet een afkeer van en verzet tegen de gereformeerde religie en hen die daar voorstaan. Het is pijnlijk dit te ervaren en dikwijls niet voor vol te worden aangezien. Als gereformeerde is men toch eigenlijk niet hervormd, en als hervormde toch eigenlijk niet gereformeerd in de ogen van velen. Het zij zo. Deze voortdurende verdachtmaking worde als een beproeving doorstaan, die de liefde tot het erfgoed der Hervorming en de kerk der Hervorming alleen maar intensiveert. En niet als een verzoeking, waarin men bezwijkt en óf overstag gaat voor moderne, onbijbelse leringen óf schichtig gaat schuilen in een onvruchtbaar isolement.
Als gereformeerde staan in de Hervormde Kerk — dat: is moeilijk en vereist veel wijsheid, liefde, geduld. En bovenal geloof en gebed. Geloof in de drieënige God, zijn beloften en de waarheid en kracht van zijn Woord. Want 'het Woord Gods is niet tot machteloosheid gedoemd, het is geladen met goddelijke kracht. De kerk is de vrucht van dat krachtige Woord! Het geheim harer geschiedenis ligt in het overwicht en de overmacht van het Woord Gods'.
Dat Woord houdt stand, wat mensen er ook van zeggen en mee doen. De Heere houdt door het Woord ook staande en gaande wie zich daarop verlaat."
Slot
Rest mij te melden hoe u dit boek kunt aanschaffen. Het is een uitgave van Ton Bolland, maar dit fonds is inmiddels overgenomen door uitg. De Vuurbaak b.v: in Groningen. De prijs bedraagt ƒ 39, 50.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 2 december 1983
Gereformeerd Weekblad | 12 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 2 december 1983
Gereformeerd Weekblad | 12 Pagina's