Samen op weq, versneld of vertraaqd?
Wanneer deze regels onder de ogen komen van hen voor wie ze bestemd zijn, zal afhangen van de werkwilligheid van de PTT. Op het moment dat ze geschreven worden is de Generale Synode van onze Hervormde Kerk bezig te vergaderen. Uiteraard zal in deze vergadering de stand van zaken rondom Samen op Weg wel weer op de één of andere manier aan de orde komen. Afgaande op de kerkelijke pers beheerst de eenwording van Hervormden en Gereformeerden zo ongeveer het hele kerkelijk denken.
Het is nu alweer een jaar geleden dat de Combi-Synode bijeen was en dat dr. R. J. Mooi uit naam van het Hervormde Moderamen een beetje op de rem trapte. Tot grote verontwaardiging van de Gereformeerden en van allen in onze eigen kerk voor wie Samen-op-Weg nog niet snel genoeg ging. Er is toen een pittige discussie op gang gekomen tussen felle voorstanders van Samenop-Weg en hen die hun aarzelingen en bedenkingen hebben. In ieder geval heeft het Herv'ormde Moderamen heel wat moeten slikken van hen die staan te trappelen voor de eenwording.
Nu. 'n jaar later, moeten we ons afvragen: zijn we in die tijd gevorderd en zo ja, hoe vèr zijn we dan.? Zeker, op plaatselijk niveau is er heel wat gebeurd en gebeurt er nog steeds veel. Men houdt regelmatig of altijd gezamenlijke kerkeraadsvergaderingen, men pleegt kanselruil men viert samen Avondmaal en in kleine gemeenten beroept men samen 1 predikant. Maar hoeveel gemeenten zouden dat zijn, waarin Samen-op-Weg op de één of andere manier gestalte heeft gekregen.? En hoe groot is daartegenover het percentage gemeenten waar nog niets of bijna niets is gebeurd.?
Soms wordt het hier en daar openlijk en eerlijk uitgesproken dat er weinig schot in de zaak zit. Dat Samen-op-Weg in brede kringen van de kerk ternauwernood leeft. Maar dan gaan er toch telkens weer stemmen op die ons willen doen geloven dat we zachtjesaan in de eindfase zijn beland. Waarbij een beetie meewarig gekeken wordt naar de achterhoede die niet zo vlug kan meekomen...
Voorlopers en achterbhjvers
In oktober verscheen het Bulletin van het Provinciaal Bureau van de P.K.V. Noord-Brabant en Limburg. Voor de eerste keer, zouden we kunnen zeggen, als een Combi-Billctin. Op een gecombineerde vergadering van de PKV en de Particuhere Synode van de Gereformeerde Kerken, gehouden op 17 september, was de vraag gesteld of de kerkeraden nu gelijkelijk zouden vernemen wat de resultaten zijn van dit samen vergaderen. En om dan alle kerkeraden maar tegelijk te kunnen informeren meende men het best
gebruik te kunnen maken van het Bulletin dat de Hervormde Kerkeraden al zo lang ontvangen. Dc inhoud was dan ook meteen maar aangepast, hoewel de „bloedgroepen" nog wel herkenbaar zijn. „Hervormden noemen de plaatselijke kerk gemeente, de Gereformeerden noemen de plaatselijke gemeente kerk. En zo zijn er nog wel meer termen en feiten aan te wijzen. Daar moet je even aan wennen, maar het went snel", aldus het inleidend woord...
Het Bulletin bevatte ook een verslag van P.K.V. van Noord-Brabant en Limburg en de Particuliere Synode van de Gereformeerde Kerken in deze regio. Eerstgenoemde telt vier, laatstgenoemde 5 classes, maar dat was een zaak van gelijktrekken... Er zijn nog meer hindernissen, maar — aldus één van de sprekers — waar een wil is is een weg. En die Weg is Jezus Christus!
Natuurlijk kon men er op deze vergadering niet omheen dat er in één bepaalde regio zelfs nog geen enkele ontmoeting was geweest. De afgevaardigden van de Hervormde Classis Heusden en van de Gereformeerde Classis Almkerk hadden daar namelijk pas hun eerste contact. Het zou echter een ontmoeting met perspectief worden.
Dc Gereformeerde ds. P. van Dijk formuleerde zijn visie op de „achterblijvers" als volgt: „Reeds dertig jaar is dit proces van hereniging aan de gang, maar juist de laatste tijd, nu de slotfase in zicht komt, worden er signalen gegeven die vertraging beogen, n.1. daar waar men die dertig jaar zich buiten de stroom van Samen op Weg heeft gehouden."
Ik meen te weten dat dergelijke geluiden in mijn eigen Classis Heusden slecht zijn gevallen. Vele kerkeraden — en ze behoren heus niet alle tot de Geref. Bond — hebben zich afgevraagd of zij nog meetellen. Er wordt gedaan alsof de hele zaak in kannen en kruiken is en zij die niet mee kunnen komen worden aangewezen als schuldigen aan de vertraging!
Kennelijk móet en zal Samen-op-Weg erdoor. Er wordt wel gesproken over onbeduidende verschillen in namen of termen, over een eventuele herindeling van de classes, maar men hobbelt over de wezenlijke verschillen heen.
Twee modaliteiten-kerken
Dezer dagen beluisterde ik voor de radio een interview met onze Synode-praeses, ds. C. B. Roos. Hij constateeerde dat de Gereformeerde Kerken nu ook een modaliteiten-kerk zijn geworden. Vroeger waren er natuurlijk ook wel verschillen binnen die kerken, maar naar buiten wist men altijd de eenheid te bewaren. Men vond dan ook de Hervormde Kerk eigenlijk maar een „rare" kerk, want hoe konden nu al die richtingen naast elkaar bestaan? De Gereformeerde Kerken zijn, wat dat betreft, op ons gaan lijken. Ook daar is een rechtervleugel, het zogenaamde Confessioneel Gereformeerd Beraad. Ds. Roos vond dat een pluspunt voor de hereniging, want zo kon je elkaar beter kennen en verstaan.
Al deel ik in grote lijnen de visie van onze Synode-praeses, dat we te doen hebben met twee modaliteiten-kerken, kan ik dat zeker niet positief waarderen. Hebben de Gereformeerden vroeger niet gelijk gehad wanneer ze de Hervormde Kerk zagen als „een huis dat tegen zichzelf verdeeld is"? Nu hoeven ze ons dat niet meer te verwijten. En toch waag ik het te betwijfelen of hun rechtervleugel zo sprekend lijkt op de onze. Ik denk dat de Gereformeerde Bond en het Gereformeerd Confessioneel Beraad elkaar nog wel zullen kunnen vinden in hun wederzijdse waardering van Schrift en Belijdenis, maar of ze eikaars prediking ook zullen accepteren? Het is maar een vraag...!
In ieder geval zou het proces van Samenop-Weg mijns inziens door deze verschillende modaliteiten eerder worden vertraagd dan versneld. De middengroepen van beide kerken zullen elkaar wel vinden, maar of dat ook verwacht mag worden van de „vleugels"?
In KOERS las ik een gesprek tussen de Vrijgemaakte prof. dr. C. Trimp en de Christelijk Gereformeerde ds. J. H. Velema. In hun kerken leeft ook verlangen naar eenwording met elkaar, maar er zijn nog zoveel haken en ogen en daarover kruisten deze broeders de degen. Als kleine verschillen nog zo groot blijken, hoe komen we dan tot elkaar bij veel diepgaander verschillen?
1986 of 2000?
Ik kan het mis hebben, maar ik hoor het jaar - 986 niet vaak meer noemen. Een paar jaar geleden was dat aan de orde van de dag. In 1986 moesten beide kerken zich „in staat van hereniging" bevinden. Men heeft kennelijk wel ingezin dat er nog heel wat water door Rijn, Maas en Schelde zal vloeien voordat Hervormd en Gereformeerd één zijn. Hier en daar zag ik in een artikel het jaar 2000 als „streefdatum". Dat lijkt me veiliger, dat is nog wat verder weg... In alle ernst. Natuurlijk zal ieüer die de Naam van de Heere Jezus liefheeft verlangen naar eenheid met alle anderen die deze Naam liefhebben.. Ernst maken met de veel geciteerde woorden uit het Llogepriesterlijk gebed: „Ik wil dat zij allen één zijn". Maar of deze eenheid er moet komen op de wijze van Samen-op-Weg is voor mij nog de vraag.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 25 november 1983
Gereformeerd Weekblad | 8 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 25 november 1983
Gereformeerd Weekblad | 8 Pagina's