Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Als Christus maar verkondigd wordt

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Als Christus maar verkondigd wordt

10 minuten leestijd Arcering uitzetten

„En ik wil, dat gij weet, broeders, dat hetgeen aan mij is geschied, meer tot bevordering van het Evangelie gekomen is. Alzo dat mijn banden in Christus openbaar geworden zijn in het ganse rechthuis en aan alle anderen. En dat het merendeel der broederen in de Heere, door mijn handen vertrouwen gekregen hebbende, overvloediger hel Woord onbevreesd durven spreken. Sommigen prediken ook wel Christus door nijd en twist, maar sommigen ook door goedwilligheid. Genen verkondigen v.'el Christus uil twisting, niet zuiver, menende aan mijn banden verdrukking toe te brengen. Doch dezen uit liefde, omdat zij weten dat ik tot verantwoording van het Evangelie gezel ben. Wat dan? Nochtans wordt Christus op allerlei wijze, hetzij onder een deksel, hetzij in der waarheid, verkondigd; en daarin verblijd ik mij, ja, ik zal mij ook verblijden." Filippensen 1 : 12—18.

niet ik, maar het Evangelie

In het gedeelte dat we dit keer zijn beginnen te lezen (1 : 12 — 26), stuiten we op het hoofdthema van de brief. De gemeente in Filippi heeft Paulus in de gevangenis van haar meeleven laten blijken. Ze hebben hem tastbare vormen van die blijken aangereikt door de hand van Epafroditus. Dat heeft de apostel zeer verkwikt en verheugd. Ook heeft de gemeente van haar zorg laten merken om de' toestand van Paulus. Ze zijn bezorgd om Paulus. Dat is geen zaak van mensverheerlijking, maar van zorg om de voortgang van het Evangelie. Immers, deze mens Paulus was het middel in Gods hand om hen met het Evangelie bekend te maken. Maar nu ze zelf gevonden zijn door de God van het Woord, begeren ze dat ook anderen die God mogen vinden en leren kennen. En hoe moet dat nu Paulus gevangen zit? Wel, daar geeft Paulus in dit gedeelte van de brief zijn visie op. Het komt kort gezegd hier op neer: ijn eigen situatie is volkomen ondergeschikt aan de prediking van het evangelie. Het doet er niet zoveel toe wat er met de apostel gebeurt, als Christus maar verkondigd wordt, hoe dan ook. Daarom moeten ze niet al teveel zich bekommeren om hem, maar wel om het Evangelie. Paulus' omstandigheden zijn alleen maar van belang voorzover die omstandigheden verweven zijn met dat Evangelie. Laat mij maar verteerd worden als Christus maar geëerd worde. Dat is eigenlijk Paulus' credo en tevens thema van de woorden die we dit keer lezen en overdenken.

bevordering van het Evangelie

„En ik wil, dat gij weet, broeders, dat hetgeen aan mij is geschied, meer tot bevordering van het Evangelie gekomen is". Deze regel geeft direkt al aan wat we hierboven hebben geschreven. Wat er met mij is gebeurd, is niet ten nadele maar veelmeer in het voordeel van het Evangelie geschied. Ik wil dat u daarvan op de hoogte bent. Kennelijk is dat Paulus' antwoord op de geuite verontrusting van het Evangelie. Wat er met mij gebeurd is, heeft geen afbreuk gedaan aan de loop van het Woord. Integendeel, het is tot bevordering ervan geweest. Waarom dan? Wel, „mijn banden in Christus zijn openbaar geworden in het ganse rechthuis en aan alle anderen". Paulus bedoelt: aan het hele rechthuis en alle anderen is duidelijk geworden dat mijn banden met Christus te maken hebben. Ik ben niet zomaar een boef, een crimineel. Maar een gevangene om Christus' wil. Dat is in het rechthuis aan velen duidelijk geworden. Ik kon door mijn gevangenneming en verhoor over Christus spreken. Daar kreeg ik door mijn banden ineens de volle gelegenheid toe. En zo heeft mijn arrest geen kwaad gedaan aan het Evangelie, maar juist dat Evangelie bevorderd. Nooit zou Paulus deze mensen hebben ontmoet en nooit zou hij hen het Evangelie hebben kunnen verkondigen als hij niet gevangen was genomen.

En óók nog op een andere wijze heeft Paulus' gevangenschap het Evangelie bevorderd. „En dat het merendeel der broederen in de Heere, door mijn banden vertrouwen gekregen hebbende, overvloediger het Woord onbevreesd durven spreken". Kennelijk hielden nog velen in de gemeenten hun mond. Men zweeg uit vrees. In een bepaald opzicht wel begrijpelijk. De dreiging was groot en de gevaren veel. Wie vandaag de situatie in bijv. Oost-Europa enigszins kent, weet hoe het ook in Paulus' dagen moet zijn geweest onder de gemeenteleden en de evangelisten.

We moeten die tijd maar nimmer romantiseren. Paulus acht het een pluspunt van zijn gevangenschap dat het anderen over de streep van de vreesachtigheid heeft getrokken. Paulus gebruikt in vers 14 de uitdrukking „in de Heere". Onze vertaling betrekt dat op de broederen: de broederen in de Heere. Dat kan. Maar ook is mogelijk de woorden , , in de Heere" te lezen bij 't woord

„vertrouwen". De broeders kregen door Paulus' banden en verantwoording voor de rechtbank „vertrouwen in de Heere", meer dan ze eerst hadden. En dat meerdere vertrouwen in de Heere deed ze ineens veel overvloediger en zonder vrees het Woord spreken. En zo kreeg Paulus' gevangenschap ook een funktie in de verkondiging van het Evangelie. Verdrukking is lang niet altijd een slechte zaak voor het Evangelie. Het is niet aangenaam voor de verkondigers, maar vaak wel bevorderlijk voor het Evangelie. Het vrijmoedige getuigen van Paulus gaf vreesachtigen ook vrijmoedigheid. Eerst was iedereen terneergeslagen door de arrestatie van Paulus. Iedereen zweeg. Dat is doorbroken door Paulus' vertrouwen in de Heere. Maar wat zijn de motieven om te spreken? Waarom gaat men, na dat stilzwijgen, nu ineens weer wel over tot getuigenis aangaande Christus. Daar gaat Paulus in de volgende verzen nader op in.

motieven gepeild

„Sommigen prediken ook wel Christus door nijd en twist, maar sommigen ook door goedwilligheid. Genen verkondigen wel Christus uit twisting, niet zuiver, menende aan mijn banden verdrukking toe te brengen, doch dezen uit liefde, daar ze weten dat ik tot verantwoording van het Evangelie gezet ben." Dat velen onbevreesd het Woord zijn gaan spreken na Paulus' voorgeleiding in het rechthuis, blijkt dus niet bij iedereen door zuivere motieven te zijn bepaald. Het zit 'm op de persoon van Paulus vast. De relatie tot Paulus is een belangrijke factor. Velen hadden een liefdeband met Paulus om des Woords wil. Maar kennelijk waren er ook anderen die meer afgunstig tegenover de apostel stonden. Ze wilden de gezagvolle plaats van Paulus niet erkennen. Dèt wordt bedoeld in de verzen 15 - 17. Door Paulus' verantwoording zijn velen onbevreesd het Evangelie gaan tprediken. Alleen, niet iedereen deed het uit zuivere motieven. Sommigen deden het door nijd en twist, uit twisting, niet zuiver, menende aan mijn banden verdrukking toe te brengen. Laatstgenoemden zijn het Evangelie ineens vrijmoedig gaan preken na Paulus' banden omdat ze weleens willen laten zien de autoriteit van Paulus helemaal niet nodig te hebben. Ze kunnen het ook best zonder hem en op eigen initiatief. Ze worden dus aktief uit reaktie tegen Paulus' overwicht in de kring van de evangelisten. En nu is het Woord dat ze brengen wel goed, immers ze prediken ook wel Christus. Maar hun bedoeling is onzuiver: ze doen het teveel ui wangunst en naijver. Daar zit teveel eigen bedoeling achter. Ze hebben zichzelf op het oog. Dat kan dus. Iemand kan Schriftuurlijk Christus prediken en zo anderen zelfs tot zegen zijn.

Maar toch in een verkeerde houding en vervuld met een onzuivere geest de Christus prediken. Elke prediker moet met deze waarheid maar tot zichzelf inkeren. Waarom beklim ik de kansel? Of als we niet een kansel beklimmen maar wel op een andere wijze Christus prediken, steeds onszelf afvragen: waarom doe ik het? Wat is mijn oogmerk? Wat staat mij voor ogen? Waarom beijver ik me in deze dienst? Is het misschien ook naijver, twisting, jaloezie. Wil ik degelijker lijken dan mijn broeder? Ben ik er steeds op uit anderen te overtroeven en zo mezelf op te schroeven en dat, terwijl ik de boodschap van zonde en genade sta te brengen? O arglistig is ook het domineeshart, wie zal het kennen? De Heere kent het en zal eens alles aan het licht brengen. Paulus' oogmerk was duidelijk en het zij ook het onze voorzover we in de dienst van het Evangelie mogen staan: wee mij, als ik het Evangelie niet verkondig. En de liefde van Christus dringt mij!

Welnu, die waren er ook in Paulus' kring. Er waren er ook die het deden uit goedwilligheid en uit liefde. Uit liefde jegens Paulus allereerst. Nu Paulus' mond grotendeels was gestopt, zetten ze uit liefde jegens hem zijn arbeid voort. Maar die liefde werd voor een belangrijk deel mede ingegeven door liefde tot het Evangelie zelf. Er mocht geen stilzwijgen zijn. Is dat niet de enig juiste motivering tot de rechte Evangelieprediking: liefde? De liefde die dringt. Zo hebben we nog altijd het Woord uit te dragen. Vervuld van liefde. Liefde tot God. Liefde tot de naaste. Liefde waar we door genade ook onszelf het voorwerp van mogen weten. Dat motief is zuiver! Zo deed ook de grote Leraar het zelf. Bewogenheid met de schare die Hij onderkende als een schare die geen Herder had. Bewogenheid met het volk dat zuchtte onder gebodjes en regeltjes door mensen opgelegd. Hij predikte de vrijheid in Zijn offer, de vergeving door Zijn bloed. Die liefde dringe ons in de Evangelieverkondiging. Zoals dat bij Paulus ook het geval mocht zijn.

als Christus maar gepredikt worde

Wat zegt de apostel van genoemde motieven? Veroordeelt hij de onzuivere fel en prijst hij de zuivere uitbundig? „Wat dan? Nochtans wordt Christus op allerlei wijze, hetzij onder een deksel, hetzij in der waarheid, verkondigd en daarin verblijd ik mij, ja, ik zal mij ook verblijden'. Hij laat zich niet nader over genoemde motieven uit, maar prijst de verkondiging van Christus.

Welke motieven bij de predikers een rol spelen, schuift hij naar achteren. De uitkomst staat voorop. Of het nu onder een deksel plaats vindt (nijd, twisting, niet zuiver), of in der waarheid, het zij zo, ik verblijd me er alleen maar in dat in ieder geval Christus wordt verkondigd. Het motief ligt voor rekening van de prediker, is een zaak tussen God en hen. Daar zullen ze zelf eens verantwoording voor moeten afleggen bij de Heere zelf. Daarom is Paulus wel bedroefd om dat motief, maar tevens kent hij blijdschap om de voortgang van de Christusprediking, al is het dan vanuit een onzuiver beginsel en met een zondige bedoeling. Je kan zeggen dat Paulus de hoofdzaak hier van de bijzaken scheidt. Dat de hoofdzaak (de prediking van Christus) hem de bijzaken (onzuivere motieven) ten achter laat zetten. Leerzaam gegeven ook soms nu. We kunnen ons al te druk maken over de man die Christus predikt. Veel te veel aandacht schenken aan zijn optreden, aan zijn karakter en bedoelen. We hebben ons oor te luisteren te leggen of Christus wordt verkondigd en ons daarover te verblijden. Maar dan moet wel Christus worden verkondigd, zoals Hij ons in de Schriften wordt getekend. Waar echter de Christus der Schriften in de prediking kenbaar en hoorbaar wordt, hebben we het andere voor rekening van de prediker te laten.

W.

J. M.

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.hertog.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 9 september 1983

Gereformeerd Weekblad | 12 Pagina's

Als Christus maar verkondigd wordt

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 9 september 1983

Gereformeerd Weekblad | 12 Pagina's