Wij hebben een woord voor de wereld
En als men lange tijd zonder eten geweest was, loen stond Paulus op in het midden i> an hen en zeide: O mannen, men behoorde mij wel gehoor gegeven ie hebben en van Kreta niet afgevaren te zijn, en deze hinder en deze schade verhoed le hebben.
Doch alsnu vermaan ik ulieden goedsmoeds te zijn; want er zal geen verlies geschieden van iemands leven onder u, maar alleen van het schip. Want deze nacht heeft bij mij gestaan een engel Gods, Wiens ik ben, Welke ik ook dien.
Zeggende: rees niet, Paulus, gij moet voor de keizer gesteld worden, en zie. God heeft u geschonken allen die met u varen. Daarom, zijt goedsmoeds, marmen, ivant ik geloof God, dat het alzo zijn zal gelijk het mij gezegd is. Handelingen 27 : 21—25.
Eindelijk is het dan /o ver: Paulus is op weg naar Rome. Dat is geen kleinigheid, een zeereis van Caesarea naar Rome! Meevaren in een vrachtschip, dat allerlei havens aandoet. Allerlei medepassagiers aan boord, en niet van het beste allooi... Soldaten, matrozen, gevangenen... De man die het Evangelie in Rome moet brengen gaat daarheen als een gevangene, temidden van een bont gezelschap. Want de discipel is niet boven zijn Meester. Zijn Meester Die Zich bewoog tussen tollenaars en zondaars. En Die aan het einde van Zijn leven met dc misdadigers werd gerekend. Achter Hem mag Paulus aankomen. Om Zijns Naams wil moet hij smaadheid lijden.
hl de buurt van Kreta komt het schip in een storm terecht. Wat moeten ze nu doen: doorvaren of overwinteren.? Paulus geeft het advies: hier blijven. Maar de stuurman en de schipper weten beter! Wat zou ook zo'n joodse rabbi, die in zijn vrije tijd tentenmaker is, voor verstand hebben van de wind en de zee.?
Het komt hen duur te staan, want het wordt noodweer. Ze worden heen en weer geslingerd. Dc bagage en het gereedschap moeten overboord gegooid worden. Tenslotte hebben ze niets dan de dood voor ogen.
En dan neemt, temidden van al die radeloze mensen, Paulus het woord. Hij wijst op
1) de oorzaak van de nood
Midden in de zware storm is Paulus opgestaan. Heeft hij daar kracht voor.? Is hij niet bang.? Paulus staat daar in de kracht van het geloof. Hij bekijkt dat noodweer met de ogen van het geloof.
Nee, vanzelfsprekend is dat niet. Paulus is niet de eerste dag van de storm al opgestaan om zijn mede-opvarenden toe te spreken. Wie weet hoe hij zelf ook geleden heeft onder dit noodweer... Gods kinderen zien de gevaren vaak nog beter dan de mensen van de wereld. Maar ze kijken er anders tegenaan. Ze kijken ernaar in het geloof. En in dat geloof gaat Paulus nu de mensen aan boord toespreken.
Mannen, zegt Paulus, het was niet nodig geweest, als er naar mij geluisterd w^as. Ik heb destijds voorspeld dat het slecht zou aflopen. Maar u hebt toch doorgezet...
Moet Paulus persé gelijk hebben.? Op die manier van: je hebt toen niet willen luisteren, dat hèb jc er nu van. Wie niet horen wil moet maar voelen!
Nee, Paulus vecht niet voor zijn eigen eer, hij neemt het op voor de eer van zijn God. Het niet luisteren naar Paulus was in feite ongehoorzaamheid aan God! Want de waarschuwing kwam niet van Paulus, maar van die God in Wiens dienst hij staat.
Hier komt de echte Evangelieprediker, de gezant van Christus openbaar. Dat moeten Gods knechten altijd w^eer verkondigen. We hebben onze ellende te wijten aan onze eigen schuld. We hebben niet willen luisteren. We hebben onszelf in de nood en in de ellende gebracht. Het w^as niet nodig geweest.
Om ons heen zien we een wereld in nood. Maar op de bodem aller vragen ligt der wereld zondeschuld. Dat moet gezegd worden, ook tegen die wereld en tegen die mens die van God niet weet en niet wil weten.
Dat is geen hardheid, al komt het misschien wat hard over. Het is juist hefde. Want de Heere wil niets hever dan die zondaar behouden, hem redden van het verderf. Vv'ant Hij wil dat we uit die nood tot Hem zullen gaan roepen. Heere, nu kon ik mezelf wel in de ellende storten, maar nu kan ik mezelf nooit meer uit die ellende verlossen!
Wat wordt dan het Evangelie kostbaar. Het Evangehe van Hem Die hulpelozen en reddelozen trekt en verlost door Zijn verzoenend bloed. Waanneer de baren en golven van Gods toorn over ons heengaan, en dat om onze eigen schuld, en we mogen dan zien op Hem Die erdoor héén gegaan is en Die erin ondergegaan is om mensen te verlossen die jammerlijk moesten omkomen... Nu gaat Paulus spreken over
2) de bemoediging in de nood
Doch nu vermaan ik ulieden goedsmoeds te zijn... Khnkt dat niet goedkoop? Houd maar moed. Dat zeggen de mensen van de wereld ook! Houd er de moed maar in! Is dat een lichtvaardig optimisme.?
Een kokende zee, huizenhoog opgezweepte golven. Een schip dat op en neer geworpen, heen en weer geslingerd wordt. Mensen radeloos van angst. En dan zeggen: mannen, wees goedsmoeds, want er zal niets gebeuren.
Hoe weet Paulus dat.? Wel, dat heeft een engel hem gezegd. Zouden die mensen aan boord door dit woord van Paulus toch niet een beetje gerustgesteld worden.? Destijds heeft hij voorspeld dat ze in dit noodweer terecht zouden komen en dat is gebeurd. Nu zegt hij dat ze allen zullen ontkomen, waarom zou dat niet gebeuren? Kijk maar eens
hoe rustig die Paulus is! Hij staat daar als een rots in de branding. Hij gelooft in zijn eigen woord en hij staat voor zijn eigen woord.
Wij hebben een woord voor de wereld. Maar leven we zelf ook uit dat woord? Kunnen anderen het aan ons zien: die man, die vrouw meent wat hij of zij zegt. Worden anderen jaloers en zeggen ze: die man, die vrouw hééft iets wat ik mis?
Een engel stond bij Paulus. Hij stond, terwijl Paulus wellicht geknield lag. De engel des Heeren legert zich immers rondom degenen die Hem vrezen? En die Hem vrezen zoeken immers Zijn aangezicht?
Een engel van die God, zegt Paulus, Wiens ik ben, Welke ik ook dien. Wiens ik ben. Daarin ligt het hele leven van Paulus en van ieder christen. Ik ben niet van mezelf, ik ben van Hèm.
Van Hem bén ik en Hem dien ik. Want als we van Hem zijn, dan is ons leven ook aan Zijn dienst gewijd. Dan leven we niet meer voor onszelf, dan leven we voor Hem. Dan kunnen de stormen over ons leven gaan, maar dan mogen we toch weten: in de grootste smarten blijven onze harten in de Heere gerust.
Dat is nodig, Hem toe te behoren, Hem tc dienen. Want de storm kan onverhoeds opsteken in ons leven. Ineens kunnen we midden in een schipbreuk terecht komen. Het kan zo donker worden dat we geen hand meer voor de ogen zien. En al zouden we er in dit leven nog zonder kleerscheuren afkomen, eens steekt de laatste storm op. We hebben een rustpunt nodig wanneer alles ons ontvalt. We moeten de ware rust leren kennen temidden van alle onrust waarin we leven. De enige zekerheid w T anneer alle andere zekerheden wegvallen. Er is een God Die bij u wil komen staan in de nacht van uw leven, als de stormen over uw hoofd razen en als de hemel van wolken en wind zwart is.
Dat hééft Hij eigenlijk al gedaan. Want bij Paulus stond een engel. Dat zouden wij misschien ook wel willen. Een engel die kwam zeggen dat er niets zal gebeuren...
Maar het is nog veel heerlijker. Want de Engel des Verbonds, de Heere Jezus Zelf is bij ons komen staan. Niet om even Zijn medeleven te betuigen met de ellende en de nood waarin wij onszelf hebben gebracht. Maar om Zelf de storm van het gericht te dragen, om Zelf in onze ellende en nood onder te gaan.
Nu is er verzoening voor uw zonde, vergeving voor uw schuld. En tegen ieder die vreest öm te komen in de storm zegt het Evangelie: vreest niet, hebt goede moed. Er is een Ark des behouds. U mag in Hem geborgen zijn voor tijd en eeuwigheid. Zie af van uw zonde en zie af van uw nood en zie op Hem: Hij is een Schuilplaats tegen dc wind en een Verberging tegen de vloed.
Wij hebben een woord voor de wereld! Dat is het enige Woord dat een van God vervreemde wereld; nodig heeft. Jezus Christus is in de wereld gekomen om zondaren zalig te maken. En de zaligheid is in géén Ander. We zijn reddeloos verloren, maar we kunnen gered worden enkel om des Middelaars bloed.
Dan zijn we niet gevrijwaard voor storm, ook niet voor angst en vrees. Maar dan mogen we wel weten: de Heere is bij mij, ik zal niet vrezen. Want die wolken, lucht en winden wijst spoor en loop en baan, zal ook wel w T egen vinden waarlangs mijn voet kaïi-gaan.
En nu gaat Paulus spreken van
3) de redding uit de nood
Vreest niet, heeft de engel gezegd. Dat betekent dat Paulus zelf ook bevreesd geweest is! Gods kinderen zijn in zichzelf niet anders dan de mensen van de wereld. Ook zwak van moed en klein van krachten. Daarom moet de Heere iedere keer weer zeggen dat Zijn kinderen niets te vrezen hebben. Vreest niet — dat is eigenlijk de hele inhoud van het Evangelie.
Gij moet voor de keizer gesteld worden. Daar gaat het immers om. Paulus moet naar Rome, want het Evangelie moet in Rome komen. Het heeft ernaar uitgezien dat dat op het allerlaatst toch nog zou mislukken. Dat Paulus toch het doel niet zou bereiken. Maar nu wordt hij gerustgesteld. Het gaat dóór. Gods raad zal bestaan. Het Evangelie zal 1 niet worden gestuit in z'n loop.
Gij moet voor de keizer gesteld worden. Want Ik werk en wie zal het keren? Dat is onze troost, ook in een wereld waarin schijnbaar voor het Evangelie geen plaats meer is. Waarin machten zich verheffen tegen de Heere en Zijn Gezalfde. De poorten der hel zullen de Gemeente niet overweldigen. Houdt Christus Zijne Kerk in stand, dan mag de hel vrij woeden.
En God heeft u geschonken allen die met u varen. Alle mede-opvarenden zullen er het leven afbrengen, enkel en alleen terwille van de behouden aankomst van Paulus! Of liever: terwille van de voortgang van het Woord.
Calvijn maakt hier een prachtige opmerking: hier zien we precies het tegenovergestelde van Jona. Om die ene ongehoorzame profeet wierp de Heere een grote storm op de zee. zodat al die mensen dreigden om te komen. Maar hier brengt de Heere al die mensen behouden aan land omdat die ene apostel behouden moet worden. Maar — zegt hij — in beide gevallen gaat het om de voortgang van het Woord.
God heeft u geschonken. Het is net of Paulus al die mensen krijgt! Want Paulus heeft gebeden voor al die mensen. En de Heere heeft dat gebed verhoord. Paulus heeft ze gekregen op zijn gebed.
Wij hebben een woord voor de wereld. Hebben we ook gebed voor die wereld? Smeken we bij de Heere om het behoud van die mensen, misschien wel in onze naaste omgeving, die de Heere nog niet kennen, die ver van Zijn Woord en dienst leven?
Ik geloof God. zegt Paulus, dat het alzo zal zijn gelijk het mij gezegd is. Hij gelooft het niet zozeer omdat er een engel bij hem heeft gestaan. Hij gelooft het omdat zijn God het gezegd heeft.
Dat is nu geloof: aan het Woord vasthouden en ons op dat Woord verlaten, ook al zien w r e nog niets dan het tegendeel. V\ ; ant de storm woedt nog onverminderd voort. Niets wijst er op dat allen gered zullen worden. En toch zal het gebeuren, zegt Paulus, want de Heere heeft het Zelf gezegd.
Hebt u ook genoeg aan het Woord? Het Woord dat zegt dat we verloren liggen, maar ook dat er redding, dat er ontkoming is aan het gericht. Als u maar gelooft dat de Heere het doen kan en dat Hij het doen wil. Al ziet u er nog niets van. Al klaagt uw geweten u aan. Al zegt de duivel dat u geen heil hebt bij God. Tegen alles in en boven alles uit mag u het zeggen: Heere, U hebt het Zelf beloofd en op Uw Woord heb ik gehoopt.
Leeft u uit dat geloof? Dat is een leven op de beloften Gods. Een leven dat gebonden is aan de troon der genade. Dan houden we dc Heere Zijn eigen beloften voor, ook al zien we om ons heen niets dan storm en noodweer. Want er is ccn Jezus Die redt van de toekomende toorn.
Wij hebben een woord voor dc wereld en dat woord mogen we niet voor onszelf houden. Als we uit zo grote nood en dood zijn verlost, dan mogen we tegen anderen zeggen dat ze óók gered en verlost kunnen worden.
Dan hoeven we niets en niemand te vrezen omdat we de Heere vrezen en dan mogen we allen dienen omdat we deze
God dienen.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 15 juli 1983
Gereformeerd Weekblad | 8 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 15 juli 1983
Gereformeerd Weekblad | 8 Pagina's