Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De ziekentroost

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De ziekentroost

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

(6 slot)

Vorige keer zagen we dat er terecht aandacht gevraagd wordt voor de vertólking van de boodschap van Gods Woord in prediking en pastoraat. Het gaat om communicatie, om overdracht. Daarbij is de eerste vraag: wat heb ik ambtelijk als dienaar des Woords, als ouderling, als diaken — maar ook als 'gewoon gemeentelid', als getuigend christen of christin door te geven aan anderen.?

Bezinning op de boodschap zelf gaat dus voorop. In de vakliteratuur wordt gesproken van 'Sachtreue', trouw aan de zaak van het evangelie. Die zaak is dat er één Naam onder de hemel gegeven is tot zaligheid, de Naam van Jezus. En die zaak is dat een mens gered moet worden, uit de bodemloze put van ellende waaruit hij of zij nooit in eigen kracht kan opklimmen. Hier ligt dan ook de grote ergernis, het skandalon van hel kruisevangehe, waarom dit de grieken een dwaasheid en de joden een ergernis is.

'We komen alleen door een Ander lot onze volle bestemming'. Niet dus door onszelf te ontdekken en eigen mogelijkheden en grenzen te accepteren. Hoe wezenlijk dat ook kan zijn in het kader van een psychiatrische behandeling — het gaat in het pastoraat om veel méér. Hoe komt de mens met zichzelf in het reine, hoe kunnen intermenselijke relaties worden hersteld, maar daarbovenuit als kardinale kwestie de verzoening met God door het geloof in Christus en de noodzakelijke vernieuwing of wedergeboorte door de Heilige Geest. De mens kan alleen maar voluit méns zijn als hij of zij gered is in Christus. Door dit skandalon wil een humanistische psychologie niet heen. Daarin moet de mens 'opkomen voor zichzelf', zichzelf zijn en zichzelf accepteren, zonder de diep ingrijpende werkelijkheid van de eerste en dagelijkse bekering!

Naast de 'Sachtreue' is er echter ook de 'Menschentreue', de trouw aan de mens aan wie de boodschap gecommuniceerd wordt. En daarmee ook de vraag hóé de boodschap overgebracht dient te worden. In verschillende situaties en in ontmoeting met verschillende mensen zal dezelfde boodschap op verschillende manieren vertolkt moeten worden. Deze vertolking en vertaling is een grote opdracht voor ieder die met het evangelie medemensen benadert. Het gaat om 'tact en contact' (ds. J. Overduin).

We moeten heel goed weten namens Wie wij komen en wat wij in Zijn Naam mogen doorgeven, maar daarbij zullen we tegehjkertijd alle aandacht hebben voor de mens, de unieke mens die wij ontmoeten en de specifieke situatie waar in de ontmoeting plaatsvindt. Trouw aan de inhoud van de verkondiging sluit dus zorgvuldigheid ten aanzien van de vorm van de boodschap niet uit. maar in. De voorbeelden van zielszorg in het nieuwe Testament (dr. M. H. Bolkestein schreef daar indertijd een mooi boek over) wijzen ons hierbij de weg. De grote Pastor, Christus Zelf, kende een liefdevolle omgang met de mensen die zich nooit als

een schablone, volgens een algemeen geldig model en in een vast schema, voltrok. De samaritaanse vrouw in Johannes 4 wordt heel anders benaderd als de geleerde Nicodemus in Johannes 3. Zo worden zij beiden bereikt en komt het tot een indringende confrontatie met Christus. Tn het liefdevol zijn bij de ander zal de zielszorger streng toezien op zijn instrumentarium, het gesprek'. Het is nodig te handelen volgens de regel: 'start with the patiënt where you find him'. Dat wil zeggen: het gesprek moet beginnen daar waar de ander zich werkelijk bevindt, niet daar waar ik bij voorbaat hemi of haar geplaatst heb! Om dit te bereiken is gebed om de leiding van de Heilige Geest, geheiligde intuïtie en echte belangstelling voor de naaste nodig. Daarbij heeft het waarde eens wat aan gespreks-analyse te doen. Er zijn boeken in de handel waarin 'het gesprek besproken' wordt (Goedhart, Roscam Abbing en nu vooral ook het artikel van prof. dr. W. H. Velema 'Het werk van de ouderling in de gemeente' in het boek Uit liefde tot Christus en Zijn gemeente' (Kampen 1982).

Ook is enig inzicht in de psychologie van het ziekbed of in het verwerkingsproces bij verdriet, stress en sterven onontbeerlijk. Rebel heeft er op gewezen dat deze aandacht voor de mens volkomen in overeenstemming is met de nadruk op dc leiding en de werking van de Heilige Geest, zoals deze in de gereformeerde traditie altijd gelegd is. Hij spreekt van 'het de mens ruimte en respekt gevend karakter van de werkzaamheid van de Geest'. De Heilige Geest werkt 'onwederstandelijk', maar walst niet over de mens heen. De Geest werkt zo in op de wil van de mens dat deze zélf gaat willen wat God wil (vergelijk Dordtse Leerregels III/IV). De Geest werkt ook niet door uiterlijk geweld, maar door innerlijke overtuigingskracht. De Geest werkt door het Woord en spreekt van Christus. Maar de Geest maakt daarbij gebruik van mensen als Zijn instrumenten, die Hij in hun specifieke mogelijkheden inschakelt. Zeker, uiteindelijk zal de Geest het moeten doen. De Geest alleen kan zorgen voor contact, zodat de vonk overspringt. Maar wij dragen verantwoordelijkheid voor de tact, in afhankelijkheid van dezelfde Heilige Geest die ons bekwaamt.

Hoe zal in de pratijk dit pastoraat er uit komen te zien.? Liet is niet een aantal regeltjes in kaart brengen. Dr. T. Brienen helpt ons in elk geval een eindje op weg met de volgende definitie van pastoraat: „het dienend present zijn met het evangelie van genade en eeuwig leven in Jezus Christus — om de weg daarheen en de troost daarvan in door de situatie vereiste vormen aan te reiken aan de pastoranten, ook in de grenssituaties van ons bestaan".

Dit vraagt om een worstelend zoeken naar gepaste vormen van benadering, bijvoorbeeld bij een stervensproces of ook bij een echtscheiding of bij werkloosheid enzovoorts. We zullen dan persoonlijk niet buiten het onderwijs op de leerschool van de Geest kunnen, onze plaats innemen binnen de gemeenschap van Christus' gemeente, meer en meer in het Woord gefundeerd raken en voortdurend bidden om geestelijke wijsheid, fijngevoeligheid en tact. Er is een nauwe samenhang tussen Gods-kennis en mensenkennis. Door het geestelijk inzicht in het boek van God — de Bijbel — ontvang ik meteen ook inzicht in het boek van het mensenhart. 'De Geest zal mij, naar de beloften van mijn Zender, geven wat ik zéggen moet, ook leren waar ik wachten moet en niet minder wanneer ik bidden kan' (Brienen).

Deze belofte is niet alleen voor ambtsdragers, maar voor alle christenen die hun roeping verstaan een bijzonder houvast. De Geest is God in ons. De Geest is het meest nabije, het meest mijn existentie-rakende in God. De Geest is de inwonende en inlevende God. Door deze Geest leer ik een woord spreken op zijn tijd. Leer ik ook zwijgen als het geen tijd van spreken is. Leer ik ook wanneer bij een stervende een laatste oproep tot bekering nodig is — dat kan, ondanks Kuiterts geërgerde opmerkingen die we in een vorig artikel vermeldden —, of alleen nog maar een stevige handdruk, een dankgebed, een zegen.

We kunnen óver de mensen heen preken en oreren. We kunnen ook vanwege onze eigen oogkleppen langs de mensen heen pastoreren. Hoe kan de herder voor zijn schapen zorgen als hij ze niet kent vanuit liefdevolle aandacht.?

Zo zijn we een beetje afgedwaald van ons onderwerp 'de Ziekentroost'. Maar het ging er om dit geschrift eens naar voren te halen, het in zijn verdiensten tenvolle te erkennen, daarbij echter ook zkere reserves niet te verzwijgen. In 1983 hebben we geen behoefte aan een andere theologie dan die welke aan 'de Ziekentroost' ten grondslag ligt. Wél zal een andere vertolking en verwoording nodig zijn. De kern van echte schriftuurlijke troost ligt hier in de schaal van een tijdgeboden-vormgeving. Een groot wonder is dat de Geest van het menselijk beperkte en gebrekkige gebruik maakt. Daarvan schrijft Calvijn: 'Temidden van zoveel voortreffelijke gaven, waarmee God het menselijk geslacht versierd heeft, is dit een bijzonder voorrecht, dat Hij Zich verwaardigt de monden en tongen der mensen Zich te heiligen, opdat daarin Zijn stem zou klinken'.

Zo komt God ons tegemoet in onze zwakheid 'doordat Hij ons liever door uitleggers op menselijke wijze (more humano) wil toespreken om ons tot Zich te lokken, dan door te donderen ons van Zich te verdrijven.'

V. J. H.

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.hertog.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 29 april 1983

Gereformeerd Weekblad | 12 Pagina's

De ziekentroost

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 29 april 1983

Gereformeerd Weekblad | 12 Pagina's