Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Is belijdenis doen éénmalig?

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Is belijdenis doen éénmalig?

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Die éne keer ...

Op de Palmzondag, in andere gemeenten op de Eerste Paasdag en later zijn of zullen weer een aantal jongeren en ouderen belijdenis van het geloof afleggen. Hoewel in verreweg de meeste gemeenten procentueel minder jongeren de belijdenis-catechisatie volgen dan vroeger het geval was, zijn er toch ieder jaar weer een aantal die zich door hun ja-woord aan de dienst van de Heere willen verbinden en op deze wijze medeverantwoordelijkheid willen dragen voor het kerkelijk leven.

Tegen het doen van belijdenis worden vandaag nogal wat argumenten aangevoerd. Sommigen verklaren het niet te kunnen doen omdat je dan „zoveel op je neemt". Blijkbaar zijn ze van mening dat ze zich als doopleden meer kunnen veroorloven dan wanneer ze belijdende lidmaten zijn. Anderen zeggen dat die plechtigheid voor hen „niet hoeft". Die éne keer voorin de kerk staan, terwijl aller oog op je gericht is, dat. zou voor de Heere toch geen waarde hebben. Het komt er maar op aan dat je ook op maandag en dinsdag, in het leven van alle dag, je als christen gedraagt...

Het eindpunt?

Dat er zo gedacht en gesproken wordt, is op zichzelf niet vreemd. De kerkelijke praktijk heeft dat niet weinig in de hand gewerkt. In de tijd van de dode orthodoxie is de belijdenis van het geloof gedegradeerd tot een instemmen met de ware leer. In de de tijd van de Verlichting werd de belijdenis nog verder uitgehold, zodat men haar ging zien als een verklaring van kerkelijke

mondigheid en als een soort gelofte tot een deugdzaam leven. Dat hield in dat men als lidmaat werd „bevestigd" en daarna voor het eerst, en tegelijk voor het laatst, deelnam aan het Heilig Avondmaal. Ook in gemeenten waar thans het aantal Avondmaalgangers minimaal is, kwam dat rond de eeuwwisseling nog voor... Er is weleens gezegd. en niet ten onrechte, dat belijdenis doen in de vorige eeuw de eerste stap was op de weg naar volledige onkerkelijkheid...

Er zal nu wel nergens meer op deze manier belijdenis worden gedaan, maar het is toch niet bij benadering te zeggen hoe diep de visie wortel heeft geschoten dat men door het doen van belijdenis toch min of meer de eindstreep heeft behaald. Veelal leeft toch nog dc gedachte dat belijdenis doen een soort afronding of afsluiting is van dc catechisatie-periode. Zoals leerlingen op een middelbare school gedurende het laatste jaar moeten blokken omdat zij in de examenklas zitten, zo vergaderen ook de belijdenis-catechisanten in die wintermaanden een vracht kennis. En de aannemingsavond is een soort examen waarbij ze deze kennis kunnen spuien. Om dan de vergelijking maar helemaal door te trekken, de belijdenisplaat die de kerkeraad uitreikt als herinnering, is het getuigschrift dat ze voor het examen zijn geslaagd.

Een beginpunt

Belijdenis doen van het geloof kan nooit een eindpunt zijn, maar is — als het goed is — een startpunt. Niet in die zin dat er niets aan voorafgaat. Integendeel, in de meeste gevallen was daar het geboren worden en het opgroeien in een christelijk gezin, een van huis uit vertrouwd zijn met het Woord. Was daar ook het onderwijs op de zondagsschool, op de christelijke school, op de catechisatie. Op al deze manieren werden jongeren geleid en gevormd opdat ze straks de persoonlijke keuze zouden doen, de persoonlijke beslissing zouden nemen om in het openbaar de Naam van de Drieënige God te belijden.

Maar daarmee zijn we niet klaar. Wanneer vroeger jonge mensen zich door belijdenis en doop voegden bij de chistelijke gemeente. dan riepen de oudere christenen hen toe: „Welkom in de strijd". We zouden dus de openbare belijdenis kunnen zien als een in dienst treden in het leger van de Koning. De eed van trouw zweren op het vaandel van de Koning. Maar een soldaat doet zijn intrede niet in het leger om daarna op z'n lauweren te gaan rusten, maar om te strijden! Wie dat niet doet, en er stilletjes tussenuit trekt om de strijd te ontlopen is een deserteur!

Telkens opnieuw

Belijdenis van het geloof doen kan dan ook nooit een éénmalige zaak zijn. Wie ééns de Naam van de Heere heeft beleden zal iedere keer wéér geroepen worden voor die Naam uit te komen.

De manier waaróp kan voor ieder verschillend zijn. Wat voor allen geldt is natuurlijk trouw te zijn in de dienst van God. Het lijkt nauwelijks nodig dat te zeggen,

want dat beloven de jonge lidmaten immers: „getrouw te zijn onder de bediening van het Woord en van de sacramenten, volharden in het gebed en in het lezen van dc Heilige Schrift...". Maar gezien het feit dat er toch altijd weer lidmaten zijn die verslappen in het kerkgaan en bijbellezen, om maar helemaal niet te denken aan hen die op den duur helemaal afvallen, is het toch niet overbodig dat nogeens te onderstrepen.

xMaar voor de Naam van de Heere uitkomen, dat kan ook door onze levenswandel. Door het eenvoudige woord dat we spreken, door het goede voorbeeld dat we geven op ons werk, als we daar misschien verkeren temidden van „andersdenkenden". Het kan ook als we zelf voor een belangrijke beslissing staan, bijvoorbeeld een verandering van werkkring of een verandering van woonplaats. Dat we dan niet in de eerste plaats kijken naar de voordelen die deze verandering voor ons biedt, maar dat we eerst de vraag onder ogen zien of we in die nieuwe baan of op die nieuwe woonplaats ook de Heere kunnen dienen. En zo zijn er nog véél meer voorbeelden te bedenken.

De voorbede

Het valt me weleens op dat onze jonge mensen over het algemeen zich deze roeping wel bewust zijn. Ze voelen vaak aan, ook zonder dat ze het nu precies onder woorden kunnen brengen, dat we leven in een gesaeculariseerde tijd, en dat er van mensen die de Naam van God belijden wel iets verwacht wordt. Ze schrikken vaak ook een beetje terug als ze de consequenties daarvan overzien.

Daarom zou ik tenslotte dringend willen vragen om de voorbede voor allen die dezer dagen belijdenis doen. Ze zullen hun belofte in eigen kracht niet waar kunnen maken. Daarom hebben ze nodig dat er biddende ouders, een biddende familie, een biddende gemeente om hen heen staat. Kritiek leveren op de handel en wandel van lidmaten is niet zo moeilijk, maar wie zijn wij? Daarom: Spreek niet over hen met de mensen, maar spreek over hen met de Heere Wiens naam ze gaan belijden en Die gezegd heeft: „Hij Die u roept is getrouw, Die het ook doen zal".

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.hertog.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 april 1983

Gereformeerd Weekblad | 12 Pagina's

Is belijdenis doen éénmalig?

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 april 1983

Gereformeerd Weekblad | 12 Pagina's