En Hij, dragende Zijn kruis
En Hij dragende Zijn kruis, ging uii naar de plaats, genaamd Hoofdschedelplaats, welke in het Hebreeuws genaamd wordt Golgotha. Joh. 19 ; 17
Christus draagt Zijn kruis
IMlaius heeft zich in heel wat bochten gewrongen. De joden wilden Jezus ter dood iaten brengen, maar het was hem steeds duidelijker geworden, dat Hij onschuldig was. Van aiies heelt hij geprobeerd om jezus recht te doen en de joden toch te vriend te houden. Hij heeft Jezus naast Barabbas op het tweetal gezet. Hij heeft geprobeerd het medelijden van dc joden te wekken. Maar alles tevergeefs. l3e joden waren niet te vermurwen. Jezus moest uit de weg geruimd, eerder zouden ze niet rusten. icnSxOtLC is Pilatus bezweken. Hij had Hem aan hen overgegeven opdat Hij gekruist zou worden. Schuldig of niet, het moest dan maar. Mij kon zijn positie toch ook niet v.agen voor deze man. Dat was teveel van Pilatus gevraagd. En van ons.?
Nu eenmaal de goedkeuring van het romeinse gezag is verkregen is de grootste hindernis genomen. De zaak kan nu voortgaan. Het vonnis kan voltrokken worden. Maar dat moet wel buiten de stad gebeuren. Daar is de plaats van de executie. Daar moet het nu heen door de nauwe straten van Jeruzalem.
Er is ook nog een kruis nodig, althans de dwarsbank ervan. Die moet mee naar Golgotha. Maar wie zal hem dragen.? Dat kan er slechts één zijn! Dc gevonniste zelf. Niemand zal zich toch de last en de schande aan willen doen om met zo'n kruispaal te sjouwen. En dat nog wel midden door de stad. Neen, wie het vonnis verdiend heeft moet er ook maar voor bloeden. En Hij dragende Zijn kruis ging uit.
Wat een pijn en moeite moet dat kruis de Heere Jezus gebracht hebben. Zijn rug was opengehaald door de geselslagen van Pilatus. En nu werd op die schrijnende wonden, een zware kruisbalk gelegd. Wat moet Hij bovendien verzwakt zijn geweest door de worsteling in Gethsemané en het nachtelijk verhoor in Kajafas' huis.
Een dichter zingt: Hij droeg onze smarten. Wat een pijn en een moeite zijn wij niet waard! Onze zonden hebben een scheur getrokken tussen God en Zijn schepping. Een scheur in de schepping. Nu kan er geen heelheid meer zijn. Nu blijft er alleen maar verbreking en verscheuring over. En daarom pijn, leed en smart. Het triest gevolg van onze zonde. Wij hebben het maar moeilijk mci pijn. We komen er maar al te vaak tegen in opstand. We klagen er God zelfs om aan! Maar op dc bodcrn van alle vragen ligt der wereld zondeschuld.
Maar aan die zondeschuld had Hij geen deel! Hij, het heilig en onschuldig Lam van God. Hij droeg onze smarten. Het zijn de gevolgen van onze zonden, die Hij voelt schrijnen in Zijn lichaam, nu dat zware kruis op Hem drukt. Dat kruis bracht Hem pijn. Het bracht Hem ook smaad. Met dit schandelijk kruis moest Hij nu Jeruzalem door. Als aller afschrapsel. Een schouwspel voor de mensen geworden. Men kan de lip naar Hem uitsteken. Enkele dagen geleden was Hij Jeruzalem binnengereden. Bewonderende ogen waren toen op Hem gericht. Onze Koning! Onze heerlijke Koning! Het „Hosanna" was niet van de lucht geweest. Nu ging Hij hier met dat kruis, dat schandelijke kruis.
Alweer moeten wij het hoofd buigen. Hij droeg niet alleen onze smarten. Hij droeg ook onze smaad. Of heeft de zonde ons niet verachtelijk gemaakt.? Wij waren toch de parel van de schepping Gods. Wij waren toch met eer en heerlijkheid gekroond. Wij mochten als koningen heersen over het werk van Gods handen. En nu.? Koningen zijn slaven geworden. Slaven van de lusten van hun eigen hart. De koninklijke ruimte in ons leven in de dienst aan God is ingekrompen tot de gebondenheid aan ons eigen ik. De zonde heeft van ons mens-zijn een karikatuur gemaakt. Ook dat droeg Hij. Met dat kruis op Zijn schouder in de straten van Jeruzalem. Daar in die straten schittert de liefde van de Vader. Maar niet minder van de Zoon. Niet gedwongen ging Hij daar. Hij was niet onder dat kruis omdat het niet anders kon. Hij heeft het op Zich genomen, vrijwillig in dienende, in nederige liefde.
Ons hart verzet zich. Wij schoppen tegen ons kruis. We willen niet omlaag, maar omhoog. Hij bood Zijn schouders gewiUig aan. Hij ontweck de pijn niet, noch de smaad. Hij boog onder het kruis, onder ons kruis. Dat is nu Jezus de Christus. Kruisdrager. Kruisdrager uit liefde. Dat wil Hij ook zijn voor u arme zondaar. Zo wil Hij uw kruis op Zich nemen en her dragen en wegdragen. Wat Hij u slechts vraagt dat is geloof. Afzien van uzelf en van alle pogingen om zelf dat kruis nog een eindje verder te krijgen. Afzien van alle eigengerechtigheid en alleen maar u overgeven aan Hem.
Dat geloof vraagt Hij en Hij geeft het zelf ook nog, ais wij Hem zien gaan dragende Zijn kruis dragende ons kruis, en niet anders meer kunnen dan ons aan Hem kwijtraken. Mijn Borg, mijn Goél, mijn Zondeverzoener. Zijn wij dan alle kruizen kwijt.? Dat zou een vergissing zijn! Wel dat ene, dat niet te torsen kruis van onze vloek, de vloek van onze zonde. Dat kruis heeft Christus voor allen, die in Hem geloven gedragen. Eenmaal en voorgoed. Er is geen slachtoffer meer over voor de zonde. Gelukkig maar.
Maar achter Jezus wordt toch een kruis gevonden. Het kruis van de zelfverloochening. Wie achter Mij wil komen, die verloochene zichzelf die neme zijn kruis op en die volge Mij. Achter Jezus mag ik sterven aan mezelf. Achter Jezus mag ik dat oude ik het graf in dragen. Dat is best wel eens moeilijk. Dat valt soms maar heel zwaar. Dat oude ik eist altijd maar weer zijn rechten op. Het wil het verloren gebied terugveroveren. En toch is het goed. Toch zou ik niet anders meer willen dan achter Hem aan te gaan en mezelf verliezen in een leven voor Hem.
En als dat leven z'n zwarigheden meebrengt, z'n strijd tegen mijn doodsvijanden, de smaad en verachting van mensen dan wil ik het er toch voor over hebben. Dan mag ik mijn kruis op mij nemen en Hem dagelijks navolgen. Mijn kruis is immers geen vloek meer, maar een zegen. Met mijn kruis mag ik het goed hebben. Goed met mijn God, goed met mijn Heiland.
En Hij dragende Zijn kruis. Hij droeg het wenend zou ik haast zeggen, in ieder geval zuchtend onder de last van dc vloek. Wie achter Hem komt draagt ook een kruis. Hij
mag het vrolijk dragen. Het zwaarste eind heelt immers op Zijn schouders gerust. Echt zwaar vallen kan het nu eigenlijk niet meer. Hij heeft toch zelf gezegd: Mijn last is licht en Mijn juk is zacht. Hij helpt dragen, wat Hij te dragen geeft. Het is een goed leven, leven onder het kruis. Het kan de schijn tegen hebben. Leven zonder kruis lijkt veel luchtiger, vrolijker. Meer dan schijn is het niet. Tenslotte moet dat leven zijn eigen last dragen en blijft slechts de dood over. De dood waarin het lachen vergaat tot eeuwig geween.
De richting
En Hij dragende Zijn kruis ging uit naar de plaats genaamd Hoofdschedelplaats, welke in het Hebreeuws genaamd wordt Golgotha. Met dat kruis op Zijn rug ging Jezus uit. De stad uit, Jeruzalem uit. Hij kan in de kring niet blijven. Hij moet weg. Hij moet naar buiten, weggestoten in de eenzaamheid en verlatenheid. In welke kring kan Hij dan niet blijven? In de kring van het verbond. De gemeenschap van God en van Zijn volk. Hij is een vloek geworden. Hij met Zijn kruis. Hij hoort er niet meer. Als er in de tabernakel of in de tempel een zondoffer geslacht was, omdat een Israëliet gezondigd had en met dit offer kwam om verzoening voor Gods Aangezicht, dan mocht dat offer niet gegeten worden. Het moest verbrand worden buiten de legerplaats. En op de Grote Verzoendag werd het overblijfsel van de stier en de bok die geslacht werden ter verzoening van de zonden buiten het leger verbrand. En we lezen in Lev. 16 dat degene die dat verbrandde onrein was geworden. Hij was als het ware door de onreinheid van dat dier aangestoken. Eer hij in het leger terugkeerde moest hij zijn kleren wassen en zich baden.
En Hij dragende Zijn kruis ging uit. Het Lam Gods, dat de zonde der wereld wegdraagt gaat uit. Buiten de poort, buiten de gemeenschap gaat Hij lijden en sterven.
Buiten de gemeenschap daar horen wij! Buiten de gemeenschap van de mensen, maar helemaal buiten de gemeenschap van God. Zonde is toch breuk. Dan wordt toch de verhouding gebroken. Dan is het tussen God en ons niet langer goed. Dan vallen wij weg uit de gemeenschap van God. En daarmee vallen we eigenlijk ook uit de gemeenschap van mensen. Want als de gemeenschap met God weg is, is onze levenseenheid weg. We vinden geen wezenlijke eenheid meer met mensen. O ja, voor een tijdje en met het oog op een bepaald doel kunnen we nog wel eens een zijn. Maar we gebruiken elkaar meer, dan dat we elkaar werkelijk lief hebben. We zijn meer bij elkaar, dan dat we echt leven in gemeenschap. Het leven in de zonde is een eenzaam leven, een eenzaam avontuur. En we zijn niet anders waard, we hebben immers zelf dat avontuur gezocht. God heeft ons niet uit Zijn gemeenschap weggestuurd, we hebben Hem vrijwillig verlaten, vrijwillig en moedwillig.
Ging dat schrijnen in uw leven? Het besef dat er buiten de HEERE en Zijn gemeenschap geen leven meer overschiet? W r at een verlangen dan: Mijn ziel dorst naar God, naar de levende God. Maar de aanklacht weegt zwaar in ons hart. Bij God kan ik nooit komen. Ik moet buiten blijven. De poort blijft dicht. Ik ben een onreine, een vervloekte. Mijn plaats is in de buitenste duisternis.
En Hij dragende Zijn kruis ging uit. Op die plaats zoekt Hij u op. Buiten de stad, buiten de gemeenschap. Zo maakt Hij van binnenuit de poort weer open. U mag weer gemeenschap vinden, gemeenschap met de Vader door Jezus Christus. Ik kan er niet bij horen, zegt u misschien, bij het volk, bij God.. Chrisus wilde er niet meer bij horen. Hij heeft buiten de poort geleden. Nu mag u door Hem ingaan. Nu staat de poort van de Godsstad open. Nu staat de poort van Gods hart oipen. Nu mag u Hem vinden en in Hem vaders en moeders, broers en zusters. U mag bij God horen en bij Zijn volk. U mag leven in de lichtkring van Zijn zalige gemeenschap.
Christus droeg Zijn kruis en Hij ging uit. Nu mogen gelovigen hun kruis dragen en ingaan, opgaan naar het nieuwe Jeruzalem dat boven is. En als ti er bent dan mag u uw kennis afleggen en eeuwig vreugde vinden.
De bestemming
En waar ging Hij dan heen? De stad uit, naar de plaats genaamd Hoofdschedelplaats welke in het Hebreeuws genaamd! w^ordt Golgotha. De plaats van de openbare terechtstelling. Zo genoemd vanwege haatgelijkenis met een hoofd. Nog wordt in Jeruzalem een rots aangewezen in de vorm van een schedel met twee holle ogen. Daar zou Golgotha dan zijn geweest.
Christus zal openlijk terechtgesteld worden. Niet in het rechthuis van Pilatus of in burcht Antonia. De elektrische stoel staat in Amerika ook niet langs de kant van de weg. Maar Christus zal wel langs de kant van de weg sterven. Openlijk, publiek. Ieder mag het zien, ieder moet het zien. We kunnen aan het kruis van Jezus niet voorbij. U zou dat misschien wel willen. Jezus had voor u wel in het geheim mogen sterven. Des te gemakkelijker had u zich van Hem afgemaakt. Maar Hij gaat naar de hoofdschedelplaats. Nu komt Zijn kruis midden in het leven te staan. Midden in uw leven door de prediking. Want wat is het evangelie verkondigen anders dan het kruis oprichten. Zo hoog mogelijk. Iedereen moet het zien. Iedereen mag het zien. Niet kijken, zegt u misschien tegen u zelf, doorlopen. Net als bij een ongeluk. Ik kan geen bloed zien. Ik wil geen bloed zien, het bloed van Deze vooral niet. Ik red mezelf wel. Zo slecht ben ik nog niet. Ik bracht het er nog heel aardig af dacht ik zo. En verder denk ik liever maar niet na.
Maar u wordt er als het ware met de haren bijgesleept. Christus draagt Zijn kruis naar Golgotha daar wil Hij hangen. Zichtbaar voor u, voor mij. Zo wil Hij zeggen met minder kon het niet toe. Zulk kostbaar bloed moest er vergoten worden tot een volkomen verzoening van al uw zonden.
Gezegend die mens die er niet meer aan voorbij kan. Omdat hij alle heil in zichzelf verloor. Hij draagt Zijn kruis naar Golgotha, opdat u Hem zien zoudt en leven.
Maar misschien aarzelt u wel. Kon ik Hem maar zien zegt u. Mijn ogen zijn zo beneveld. De nevel van mijn dagelijkse beslommeringen hangt er voor. Ik doe mijn best wel om mijn ogen uit te vegen, om het allemaal eens te vergeten, maar het heeft me zo weer te pakken, het sleept me mee.
En een ander klaagt met David: Mijn zonden zie ik mij steeds voor ogen zweven. Ik kan er maar niet doorheen zien. En toch, Christus ging naar Golgotha. Zijn kruis heeft gestaan op Golgotha, opdat u door alle nevels heen naar Hem zou zien. Toen het volk Israël door de slagen gebeten werd w r as er nog maar een redding: de koperen slang die Mozes verhoogde op een stang. Christus laat Zich zien. Hij vertoont Zich als een gevloekte. In de prediking van het evangelie. Met Zijn Woord door Zijn Geest wil Hij door alle nevels heendringen, ja de nevels op doen klaren.
Waar gaat Jezus toch heen met dat kruis? Neen, Hij doolt niet om. Hij sjouw 7 t dat kruis niet doelloos rond. Het gaat op Golgotha aan. Daar zal Hij hangen ten aanschouwe van de ganse wereld. Paulus schrijft in de Colossenzenbrief: Door het bloed van Zijn kruis heeft God vrede gemaakt, een publieke vrede. Een vrede, die zich uitstrekt tot in de verste hoeken van het heelal. Want door Zijn kruis vrede gemaakt hebbende, heeft Hij alle dingen verzoend tot Zichzelf. Het kruis van Christus is een openbare zaak geworden. Het heeft betekenis voor alle mensen. Zijn dood is genoeg tot verzoening van de zonde der ganse wereld. Maar het heeft ook betekenis voor alle dingen. Er is midden op deze aarde een kruis gepant. Nu draagt ze een belofte. Nu zal uit haar dood leven zijn. Maar wij, dat zijn allen die de verschijning, de kruisverschijning van de Heere Jezus hebben liefgehad, verwachen naar Zijn belofte nieuwe hemelen en een nieuwe aarde.
Zo hoog Zijn troon moog' boven d' aarde wezen, Zo groot is ook voor allen, die Hem vrezen, De gunst, waarmee Hij hen wil gadeslaan; Zo ver het west verwijderd is van 't oosten Zo ver heeft Hij om onze ziel te troosten, Van ons de schuld en zonden weggedaan.
E. Jac. W.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 25 maart 1983
Gereformeerd Weekblad | 12 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 25 maart 1983
Gereformeerd Weekblad | 12 Pagina's