Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Christelijke presentie in de Joodse Staat

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Christelijke presentie in de Joodse Staat

10 minuten leestijd Arcering uitzetten

Onder bovenstaande titel schreef dr. Simon Schoon een proefschrift, dat hij nader aanduidde als: „Theologische overwegingen betreffende de verhouding kerk en Israël naar aanleiding van enkele vormen van christelijke presentie in de staat Israël".

Hij gaf ons hiermee een theologische studie, die in de praktijk gegroeid is: de schrijver bracht vanaf 1973 zeven „vette jaren" in Israël door, die zijn leven — zoals hij zelf zegt — diepgaand beïnvloed hebben. De kerk — zo zet de schrijver in — is wakker geschud door de wereldschokkende gebeurtenissen rond het joodse volk in onze twintigste eeuw, namelijk de holokaust en de stichting van dc staat Israël. Veel is intussen nagedacht cn geschreven over de betekenis van de staat Israël. De schrijver vraagt nu uitdrukkelijk aandacht voor een zijns inziens wat vergeten motief in de huidige bezinning op het thema , , Israël en de Kerk". Hij vraagt onze aandacht voor de aanwezigheid van christenen in de staat Israël: „Verschillende studies zijn gewijd aan de betekenis van het zionisme en de staat Israël voor de christelijke theologie. Weinig is daarbij rekening gehouden met het feit, dat er ook christenen wonen in de joodse staat. Zij leven in een dagelijkse existentiële konfrontatie met de werkelijkheid van de staat Israël. Deze studie neemt hun presentie in Israël als uitgangspunt van een aantal beschouwingen over de relatie tussen de kerk en het joodse volk" (pag. 1).

De schrijver komt tot een beschrijving van acht verschillende vormen van christelijke presentie in dc staat Israël. Dc betekenis van zijn studie dunkt ons voornamelijk gelegen te zijn in de indringende weergave, die van het aanwezig zijn van christenen in het huidige Israël gegeven wordt. Te weinig — zo beseffen we na lezing van dit boek — hebben we ons als christelijke gemeente gerealiseerd wat het betekent om als christen en als christelijke gemeenschap te wonen in de staat Israël. Te weinig kunnen we ons er nog een voorstelling van vormen wat het wil zeggen als christelijke minderheid te leven in een overwegend joodse gemeenschap. Te weinig hebben we de heilzame betekenis hiervan op ons laten inwerken.

Dr. Schoon heeft de bonte en veelkleurige presentie van christenen in de staat Israël in kaart gebracht, en heeft daarin aanleiding gevonden opnieuw met ons na te denken over de plaats van de kerk ten aanzien van Israël. De waarde van zijn studie zien wij vooral gelegen in het in beeld brengen van de acht vormen van christelijke aanwezigheid in de joodse staat. Zijn boek is met name een naslagwerk!

Welke vormen van christen-zijn kunnen we vandaag in Israël ontmoeten, en welke is de reden, waarom christenen juist in dit land present zijn? Dr. Schoon komt tot de volgende weergave:

Verreweg de grootste groep wordt gevormd door de Arabische christenen. Van de ongeveer 90.000 christenen in Israël zijn tenminste 85.000 arabische christenen. De schrijver laat met name het licht vallen op de grootste arabische christelijke kerk in Israël, de Melkitische of Grieks-Katholieke Kerk, die vooral in Galilea voorkomt, en die met Rome geünieerd is, maar daarbij een eigen traditie en liturgie bewaard heeft. Wat deze presentie betreft, wordt gesproken van een „konfrontatie tegen wil en dank": de eeuwen door aanwezig in het beloofde land, gevoelen deze christenen zich een deel van de arabische wereld (waarin ze echter als christenen niet volledig erkend worden) en zijn zij in onze eeuw geconfronteerd met de stichting van de Staat Israël, zodat zij tegen hun wil joods staatsburger zijn geworden. Op deze wijze vormen zij een minderheid binnen een minderheid. Zij gevoelen zich veelal vreemdeling in hun eigen land, en de voortdurende vraag is: wat zijn zij nu eigenlijk, arabier, christen of israëli? Door christenen in het. westen voelen zij zich dikwijls, vanwege de eenzijdige proisraëlische houding, in de steek gelaten, en met name de laatste tijd staan zij open voor een meer radicale houding in verbondenheid met het palestijnse vraagstuk. Een citaat in dit verband dat veelzeggend is: „Dat de PLO nog steeds zijn handvest niet gewijzigd heeft en de vernietiging voorstaat van de staat, waarin de israëlische arabieren leven, illustreet nog eens de schrijnende verscheurdheid van de arabische identiteit binnen Israël" (pag. 80).

De tweede groep, waarvan de presentie onze aandacht vraagt, wordt gevormd door de Joodse christenen, te typeren als „thuis op het vaderlijk erfdeel". Deze groep heeft zich bij een bestaande kerk aangesloten (zoals de hebreeuws-sprekende rooms-katholieken) of vormt als groep van Joodse Messiasgelovigen, een eigen joods-christelijke gemeente. Vele joodse christenen noemen zich thans „meshichiim" („messianisten"), en met „deze naam willen zij tot uitdrukking brengen, dat zij bewust joden willen blijven en zich alleen van de andere joden onderscheiden, doordat ze Jezus als messias aanvaarden" (pag. 87).

Zij willen zichzelf graag verstaan als deel van het joodse volk in het land der vaderen, maar zij worden als joden-christenen niet door hun medejoden aanvaard. Zowel van de kant der joden als van de zijde der christenen werd hun overgang naar de belijdenis van Jezus als de messias als een radicale breuk beschouwd. Zij belichamen daarmee de smart van de scheiding der wegen tussen jodendom en christendom. In het leven van de joodse christen wordt „het drama van de eerste eeuwen, de scheiding van jodendom en christendom, opnieuw opgevoerd. Hij is thuis en tegelijk niet thuis" (pag. 91).

Desondanks mag er hoop zijn, dat juist de jodenchristenen in de toekomst een brugfunctie mogen vervullen in de ontmoeting tussen jood en christen.

Bij de volgende groep van Missionaire kerken en groepen is sprake van een komen van christenen naar het heilige land, om daar present te zijn onder het motief: „de velden

zijn wit om te oogsten". Verschillende kleine zendingsgroepen en - kerken worden vanuit het moederland ondersteund om in het land der belofte zending te bedrijven. Vanuit de zendingsactiviteiten van rondtrekkende zendelingen zijn gedurende de vorige eeuw vooral de protestantse kerk in Israël ontstaan (met name vanuit Engeland en Duitsland). Momenteel werken in Israël vooral zendingsgroepen vanuit de Scandinavische landen en de Verenigde Staten, die het joodse volk met het Evangelie willen benaderen op geheel dezelfde wijze als de andere volken. Belangrijk in dit verband is het aanvaarden door de Knesset in 1977 van de zogenaamde „anti-missie-wet", die inhoudt het verbod van omkoping met geld of andere middelen om daardoor mensen te bewegen van religie te veranderen.

Een groep christenen, die zich sterk door Israël voelt aangetrokken en naar het land der belofte trekt, en die ervan overtuigd is, dat de eindtijd is aangebroken en dat de bijbelse profetieën thans in de staat Israël tot vervulling zullen komen, wordt gevormd door de zogenaamde Dispensationalisten. Hun overtuiging is: „Hier gaat het spoedig gebeuren". Zij vinden als verschillende groepen hun eenheid in de overtuiging, dat er verschillende dispensaties, dat is: bedelingen, zijn voor Israël en de kerk. Zij willen als christen op de plaats, waar het gebeuren van de eindtijd zich voltrekken zal, present zijn. „Zij zijn vurige zionisten, omdat de terugkeer van de joden de voorwaarde is voor de wederkomst van Jezus" (pag. 24).

Eeuwenlang bewaken christenen de zogenaamde heilige plaatsen. Zij zijn de Bewakers van de heilige plaatsen, en zijn daarmee present „op de plaats waar alles begon". Wanneer valt een bepaalde plaats een heilige plaats te noemen? Er moet een heilsfeit hebben plaatsgevonden; er moet vanuit de traditie 'n aanwijsbare plaats zijn voor dit gebeuren; er moet een „monument" zijn, waarin de kultus uitgeoefend kan worden. In het algemeen kan worden gezegd, dat niet de heilige plaatsen zelf vereerd worden, maar dat zij een middel zijn om een levend kontakt met Christus te bewerkstelligen. Met name in de katholieke en orthodoxe traditie wordt geloof gehecht aan het bestaan van een mystieke band tussen de heilige plaats en het openbaringsgebeuren. De christenen, die een heilige plaats bewaken (zoals bijv. de Grafkerk in Jeruzalem) hebben thans één ideaal: het bewaren van de status-quo (de toestand, zoals deze is) van de plaatsen, die zozeer spreken vanuit de gegeven heilsfeiten. Ook hier valt een aangenomen wet te melden: „Op 27 juni 1967 werd de Wet op de Bescherming van de Heilige plaatsen in de Knesset aangenomen. Israël waarborgde de vrije toegang van alle gelovigen tot alle heilige plaatsen" (pag. 117).

Vele orden — hetzij kontemplatief, hetzij meer aktief van aard — hebben overal in het heilige land hun kloosters en gemeenschappen gesticht. Zo is er in Israël de presentie van het Ordewezen, te verstaan als „in antwoord op een roeping". Als voorbeeld van zulke orde wordt genoemd de Kleine Broeders en Zusters van Jezus, die midden in de samenleving Christus onder de joden en de arabieren present willen stellen. „Sterk is het besef aanwezig, dat Jezus de zoon is van Israël, en dat joden, ook wanneer ze Jezus als messias zouden zien, joden zouden moeten blijven. De orde ziet. het als haar roeping in Israël het leven van de messias in alle nederigheid te leiden onder de mensen" (pag. 124).

Vervolgens treffen we in Israël aan groepen christenen, die in de moderne Joodse staat een teken van solidariteit willen oprichten. Hier is sprake van Solidariteitsgroepen, die „vanuit historische verantwoordelijkheid" present zijn. Een voorbeeld hiervan is de christelijke nederzetting Nes Ammim (naar Jes. 11 : 10). Hier wordt de dialoog gezocht in een houding van diep respect voor het eigene van het joodse volk, en dat tegen de achtergrond van de eeuwenlange vervreemding tussen joden en christenen. Het uitdrukkelijk uitgangspunt is: een zending onder de joden, maar de christelijke presentie van de daadwerkelijke solidariteit.

Tenslotte zijn christenen in Israël present, doordat zij verenigd zijn in Op studie en dialoog gerichte organisaties, en op deze wijze „samen op weg" willen zijn. Zij houden zich uitdrukkelijk bezig met studie en dialoog in Israël. Zo is er een christelijke organisatie, die vanaf de oprichting in 1966 streefde naar een ontmoeting „met het hedendaagse jodendom, zoals dat. een vernieuwing doormaakt door de uitdagingen van de moderne tijd en de opnieuw tot stand gekomen verbinding van land en volk" (pag. 33).

Vanuit deze vormen van christelijke presentie in Israël tracht dr. Schoon nu te komen tot een hernieuwde bezinning op het gesprek met Israël, dat hij bij voorkeur als een dialoog omschreven ziet. Kort samengevat, komt zijn conclusie er op neer, dat enerzijds een „twee-wegenleer", in de zin van een spanningsloos naast elkaar bestaan van jodendom en christendom, wordt afgewezen, maar dat anderzijds een christelijk en kerkelijk absolutisme, dat geen bijzondere plaats voor de joodse werkelijkheid inruimt, eveneens wordt verworpen als triomfalisme.

Zoals gezegd — de waarde van deze studie ligt naar ons besef echter niet zozeer in de (voorlopige) dogmatische bezinning als wel in de concreetheid van de weergave deichristelijke presentie in de huidige staat Israël. Hier wordt ons als gemeente van Christus een (zelf)portret voorgehouden dat ons opnieuw herinneren wil aan de gevraagde houding van ootmoed ten aanzien van het geheim Israël (Rom. 11 : 20). Wanneer we ons — aan de hand van deze studie — trachten in te leven hoe door het joodse volk zelf de christelijke presentie in het beloofde land wordt gezien en ervaren, kan een heilzame wending naar de ootmoed het gevolg zijn. Zo gezien — mogen we dankbaar zijn, dat deze ontdekkende studie

vanuit een levende ontmoeting met en temidden van Israël gerijpt is en ons als gids ler bezinning in handen gegeven werd.

N.a.v.: Dr. S. Schoon, Christelijke presentie in de Joodse Staat, in de serie Dissertationes Neerlandicae. Series Theologica 6. Uitg. J. H. Kok, Kampen 1982, 279 pag., ƒ 42, 50.

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.hertog.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 14 januari 1983

Gereformeerd Weekblad | 12 Pagina's

Christelijke presentie in de Joodse Staat

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 14 januari 1983

Gereformeerd Weekblad | 12 Pagina's