KERSTMYSTERIE
O, Heilig Godskind, vol erbarmen Begaan met onze nood, Waar kunt U zich op aard' verwarmen Buiten de moederschoot?
Gezant van 't Godd'lijk welbehagen Geen plaats was U bereid Wij lieten U het uitschot dragen Van onze schamelheid.
Ik hoor U, Godskind, klaaglijk wenen Op deze naakte grond. Uw moeder moest een kribbe lenen Waarin U schuilplaats vond.
Waarom toch Godskind, toch verlaten Uw heerlijk Vaderhuis? Om voor mensen die U haten Te torsen 't üware Kruis?
Wat heeft Uw Godd'lijk hart bewogen Tot deze offerdaad Dat U zich zo hebt neergebogen In onze doodse staat?
Geen sterv'ling kan 't geheim doorgronden Van Uw bewogen hart Dat in deez' wereld vol van zonden Vol van ellend' en smart.
Wil dragen overzware lasten En kreunen onder 't leed Om bedelaars als Hemelgasten Te torsen met Uw kleed!
O, Heilig Godskind vol erbarmen Zie ons van verre staan Trekt U ons met Uw zeegnend' armen Om naar Uw krib te gaan.
En wek in ons dat groot verlangen Om kind van God te zijn Dan wilt U ons met vreugd' ontvangen O 't eeuwig Kerstfestijn!
Kerst 1982
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 25 december 1982
Gereformeerd Weekblad | 16 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 25 december 1982
Gereformeerd Weekblad | 16 Pagina's