Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

KLEINE KRONIEK

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

KLEINE KRONIEK

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

Centraal weekblad over „Samen op Weg"

Op 3 november j.1. verscheen een heel nummer van het Centraal Weekblad gewijd aan Samen op Weg onder de titel 'Wordt Samen op Weg in 1986 realiteit? ' Dit mede met het oog op de zogenaamde combi-synode van Hervormden en Gereformeerden op 17 en 18 november a.s. in 'de Blije Werelt' te Lunteren. Verschillende Hervormden en Gereformeerden doen hun zegje over de gang van zaken rond Samen op Weg, geven hun visie en oordeel en doen hun voorspelling over hoe het af zal lopen. Op de voorkant van het nummer geeft de redactie een bloemlezing van de koppen boven de verschillende bijdragen. Die zeggen heel veel, Ik geef enkele voorbeelden. Prof. Hartveld (Geref. hoogleraar): het gaat niet om een beweging terug. Ir. J. van der Graaf: beter in vrede naast elkaar, dan in ruzie bij elkaar. Ds. Bijleveld (Geref. pred. in Woerden): De Bond probeert steeds slakken te vinden om zout op te leggen. Mw. Griffoen (Geref. pred. weduwe): de hervomden zijn wantrouwend geworden. I. B. de Jonge (Geref. ambtsdrager): wij lopen te ver voor, dat hoor je regelmatig. Ds. Van der Geer (Herv. pred. te Woerden): Mocht het ooit lukken, dan krijg je er meteen twee kerken bij. Ds. M. Kievit (Geref. pred. te Hardegarijp): Ik vind het niet goed dat hervormd en gereformeerd één worden. Ds. Wiersma (Herv. pred. te Hardegarijp): Ik ben bang voor een ruk naar rechts.

Het nummer lezend, blijken een aantal zaken. De snelle ontwikkeling in de Gereformeerde Kerken van de laatste jaren in een richting van Schrift en blijdenis af op een steeds modernistischer toer, maakt steeds meer Hervormden kopschuw en roept meer en meer aarzelingen op voor Samen op Weg. Vervolgens: een pleidooi klinkt dat er nu eindelijk maar eens gekozen zal moeten worden: verder gaan en konsekwenties aanvaarden of afhaken en niet verder praten. Mijn gedachte is, en die lees ik ook bij anderen, dan komt er niets van terecht. Hoe kun je geestelijke gemeenschap afdwingen als ze op veel fronten helemaal niet bestaat? En tenslotte, wat onze eigen positie betreft als Gereformeerden in de Hervormde Kerk: de kloof is te breed om nu tot eenheid te geraken. Bovendien, het leeft helemaal niet in de meerderheid van onze gemeenten. Men weet zich niet één. En het klinkt misschien scherp, maar we zijn ook niet één. Er is al moeite genoeg in eigen kerk, moeite die zich uit in polarisatie waar velen geen antwoord op hebben noch uitweg voor vinden.

Tenslotte, ik wil een citaat geven uit het stuk dat dr. C. Bezemer schreef. Hij is uitgenodigd omdat hij lid is van het Hoofdbestuur van de Confessionele Vereniging en eindredacteur van het Hervormd Weekblad, orgaan van deze Vereniging. Zijn bijdrage kreeg als titel: Overhaaste beslissing gaat aan realiteit voorbij. Ook dr. Bezemer signaleert dat de vele ingrijpende veranderingen in de Hervormde Kerk niet instemmend zijn begroet. In-Gereformeerde Kerken door de confessionelen in de tegendeel, door velen zijn betreurd. Er zijn binnen de confessionele kring, aldus dr. Bezemer, drie standpunten t.a.v. Samen op Weg.

Dr. C. Bezemer:

„In de eerste plaats zijn er degenen, die gezien de huidige ontwikkelingen in de Hervormde Kerk, maar met name ook in de Gerefrmeerde Kerken, beschouwd kunnen worden als geen voorstander van een samengaan van beide kerken. Gewoonlijk wordt gesuggereerd als zouden daartegen alleen maar grote bezwaren bestaan bij de Gereformeerde Bond in de Hervormde Kerk, maar dit is een onjuiste voorstelling van zaken. In allerlei confessionele (wijk)gemeenten bestaan die bezwaren ook.

Een van de redenen daarvan is, dat men beducht is voor een toename van een maatschappij-kritische, horizontalistische en oppervlakkige prediking, die in zeer veel gemeenten, ook in de gereformeerde kerken wordt gehoord.

Men kan wel zeggen, zals al gebeurd is, dat het zó stellen van de zaken een negatief beïnvloeden is van de Samen op Weg-gedachte, maar deze kritiek is niet terecht. De eerlijkheid gebiedt om te zeggen hoe de zaken erbij staan. Dat in een honderdtal gemeenten sprake is van federatieve verbanden en van vergevorderde samenwerking tussen beide kerken wil ik niet ontkennen, maar daar staat tegenover, dat in heel veel gemeenten niets of praktisch niets aan de hand is.

In de tweede plaats zijn er degenen, die niet afwijzend, maar toch aarzelend staan tegenover een eventuele eenwording van beide kerken. Zowel bij hen die als bij de voorgaande groep spelen daarin allerlei factoren een rol. Men kan wel zeggen: we hebben officieel dezelfde belijdenis (dat is ook zo), maar wat wordt daarvan in allerlei hervormde gemeenten en gereformeerde kerken en op allerlei hervormde en gereformeerde kansels in praktijk gebracht?

Daarbij komt, dat de verschillen tussen beide kerken in één gemeente soms zo groot zijn wat betreft prediking, liturgie, al dan niet de vrouw in het ambt, het al dan niet zingen uit het Liedboek, waarbij ook nog gevoegd kunnen worden de mentaliteitsverschillen tussen hervormden en gereformeerden (zonder te willen suggereren dat de één beter of slechter is dan ander), dat de enige conclusie, die getrokken kan worden, is dat de zaken niet zo eenvoudig liggen als men vaak wil doen voorkomen. Ik moet er nogmaals nadrukkelijk op wijzen, dat dit niet beschouwd mag .worden als negativisme ten aanzien van Samen op Weg, maar als een weergeven van de situatie, zoals die in werkelijkheid ligt.

In de derde plaats zijn binnen de confessionele kring diegenen te noemen, die zonder meer voorstander zijn van eenwording van beide kerken. Voor sommigen misschien wel hoe eerder hoe liever. Zij beijveren er zich voor, zien ook wel de problemen, die zich kunnen voordoen en waarmee ze in werkelijkheid ook geconfronteerd worden, maar ze stappen er overheen en zeggen, dat je wat dit betreft de toekomst met geloof tegemoet moet zien.

Het is overigens voor een ieder, die met de kaart van kerkelijk Nederland op de hoogte is, geen geheim, dat de meeste voorstanders van eenwording te vinden zijn in middenorthodoxe kring, en bij die deelgemeenten, die zich wel confessioneel noemen, maar het in werkelijkheid niet zijn. Dat een gezamenlijk optrekken van hervormden en gereformeerden vooral in die kleine gemeenten gevonden wordt, waar men zich afzonderlijk moeilijk of in het geheel niet staande kan houden, met name niet wat de financiën aangaat, acht ik een vanzelfsprekend iets. Maar dan blijft wel een eerste voorwaarde, dat men vanuit modaliteitsoogpunt bezien, inzonderheid wat betreft het leven naar Schrift en belijdenis, ook werkelijk in staat is eendrachtig met elkaar op te trekken."

Einde citaat dr. Bezemer.

Groot bezwaar

Dr. Bezemer zegt dan dat hij de a.s. combisynode best vindt, maar noemt dan toch zijn grote bezwaren tegen de gang van zaken. Hij schrijft dan:

„Maar mijn grote bezwaar tegen de huidige gang van zaken is — en ik ben er van overtuigd, dat er vele hervormden en gereformeerden zijn, die dit bezwaar met mij delen — dat men van bovenaf veel te gehaast te werk wil gaan. Het lijkt er sterk op, dat men zonder al te veel rekening te houden met het grondvlak der beide kerken, de ontwikke-

lingen op synodaal niveau wil forceren.

Ongetwijfeld heeft daarbij de Raad van Deputaten Samen op Weg een belangrijke stem in het kapittel. Maar een werkelijke eenheid moet en kan men niet opleggen, moet en kan men niet forceren, maar naar de mogelijkheid daarvan moet gezocht worden met volledige erkenning van de plaatselijke gemeenten resp. kerken, die ten nauwste bij een eventuele totstandkoming van één kerk betrokken zijn.

Wanneer iemand — zoals ik ergens las — de suggestie doet, dat de landelijke Nederlandse Hervormde Kerk en het landelijk verband van Gereformeerde Kerken in Nederland zo spoedig mogelijk — er wordt nog wel aan toegevoegd 'langs kerordelijke weg' — het besluit moeten nemen, dat ze zich over een vastgesteld en beperkt aantal jaren tot één kerk gaan herenigen, dan zeg ik: Dat kan niet. Dat is een onmogelijke suggestie, die aan de realiteit voorbij gaat.

Jaartallen

Maar waarom toch die haast? Men heeft de jaartallen 1984 en 1986 al laten vallen, omdat het dan resp. 150 jaar geleden is dat de Afscheiding plaatsvond en 100 jaar geleden dat de Doleantie een feit was. Maar zoals ook door anderen reeds is opgemerkt, hebben deze jaartallen weinig te maken met de Gereformeerde Kerken, waarmee de Hervormde Kerk nu samen op weg is. Als men toch met jaartallen wil werken, zou men er beter aan doen zich te richten op het jaar 1992, omdat het dan 100 jaar geleden is, dat Gereformeerde Kerken in Nederland zijn ontstaan.

Maar waarom zo met jaartallen gewerkt? Wanneer we er van uitgaan, dat zulke ingrijpeitde zaken als een eventuele eenwording van kerken niet kan omgaan buiten de leiding van de Heilige Geest, dan moet men de Heiüge Geest niet willen vastleggen op een bepaald jaartal. Wil men dat wel doen, dan is het beter niet meer te spreken van de leiding van de Heilige Geest.

Tenslote wil ik er op wijzen, dat men zeer goed de consequenties van overhaaste besluiten moet overzien. Er wordt wel gezegd, dat vooralsnog gesproken wordt van 'in staat van hereniging', maar dat is alleen maar een wat verzachtende aanduiding voor het doorvoeren van vrij ingrijpende besluiten in de top.

Men vergete niet: het grondvlak van de kerken zal uiteindelijk moeten uitmaken hoe de verdere ontwikkelingen zullen zijn. Het gevaar is niet denkbeeldig, dat bij een steeds verder samengaan de onderlinge spanningen in veel gemeenten zullen stijgen, en allerlei evangelisaties en nieuwe deelgemeenten in het leven geroepen zullen worden, zodat we dan steeds meer de richting uitgaan van een plurale kerk, met nog meer verdeeldheid dan er nu reeds in beide kerken is.

Voorzichtigheid en wijs beleid is daarom wel zeer dringend geboden."

Tot zover dr. Bezemer.

Ik heb in deze kroniek tamelijk breed. aan hem het woord gegeven, omdat men onder de voorstanders van Samen op Weg het altijd doet voorkomen alsof de bonders de enige dwarsliggers en tegenstanders van deze beweging zouden zijn. Duidelijk is dat in een veel breder deel van de kerk die bezwaren worden gedeeld. Het zal voorts duidelijk zijn dat, wil men Samen op Weg, koste wat het kost doorzetten, om niet te spreken van doordrijven en beide kerken in hun geheel samenvoegen tot één nieuwe kerk, de verwarring ongekend zal zijn. Wil men dat dan misschien? Ik kan het niet geloven.

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.hertog.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 12 november 1982

Gereformeerd Weekblad | 12 Pagina's

KLEINE KRONIEK

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 12 november 1982

Gereformeerd Weekblad | 12 Pagina's