Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De Geest der aanneming tot kinderen

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De Geest der aanneming tot kinderen

10 minuten leestijd Arcering uitzetten

Want gij hebt niet ontvangen de Geest der dienstbaarheid wederom tot vreze; maar gij hebt ontvangen de Geest der aanneming tot kinderen, door Welke wij roepen: bba, Vader. Rom. 8 : 15

De Geest der dienstbaarheid

De kinderen Gods, die onder leiding van de Heilige Geest staan, krijgen diep en grondig onderwijs. Paulus zegt over dit-kindschap geweldige dingen in onze tekst. Hij werkt de leiding van de Heilige Geest nader uit door er aan toe te voegen: want gij hebt niet ontvangen de Geest der dienstbaarheid wederom tot vreze, maar gij hebt ontvangen de Geest der aanneming tot kinderen.

Eén ding staat in elk geval vast. Wij mensen worden niet als kinderen van God geboren. Dit was zo in het paradijs, toen heette Adam de zoon van God. Maar we leven buiten het paradijs; daar worden we ook geboren. Gods Woord zegt het. Wij waren van nature kinderen des toorns gelijk de anderen. Welke anderen? Gelijk iedereen. We hebben allen gezondigd en missen de heerlijkheid Gods. Buiten het paradijs zijn wij kinderen des toorns en kunnen in het rijk van God niet komen, tenzij we van nieuws geboren worden. Dit is geen leerstelling maar praktijk. Wat is er buiten de genade der wedergeboorte van ons te wachten? Niets. Wat staat ons te wachten? Vreselijk is het te vallen in de handen van de levende God. Komt nu de Heilige Geest dan leidt Hij uit het knechtschap tot het kindschap, uit de slavernij der zonde tot de vrijheid der heerlijkheid der kinderen Gods.

Paulus stelt aan de christenen in Rome deze schat, die zij nu bezitten voor ogen. In het kort samengevat: zij hebben God tot hun Vader, Jezus tot hun oudste Broeder, en de Geest Gods is uitgezonden in hun harten. Nu mogen zij het loflied aanstemmen: Geliefden nu ziin wij kinderen Gods.

Ja zegt u, ik geloof best dat dit rijk is, maar hoe kom ik daar? Onder de leiding van de Geest. Hoe weet Paulus dat de christenen aan wie hij schrijft onder de leiding van de Heilige Geest staan? Hoe weet u dat van uzelf? Want... en nu komt het. Hij heeft reden om zo hoog te roemen zonder hoog van de toren te blazen. Want gij hebt niet ontvangen de Geest der dienstbaarheid wederom tot vreze. Het woord dienstbaarheid klinkt eigenlijk een beetje te zacht. Letterlijk zegt hij de (een) Geest van slavernij. Wat bedoelt de apostel daarmee? Er is een vrees die opkomt uit een verkeerde geest. Zij draagt de angst als kenmerk op haar voorhoofd. Langs die weg komt u er nooit. Het zijn vergeefse pogingen die de mens in het werk stelt als hij langs zijn eigen ladder omhoog wil klimmen. Iedere sport is vermolmd en breekt als u die betreedt.

Laten we het toch steeds weer opnieuw bedenken: uit de werken der wet wordt geen vlees gerechtvaardigd voor God. Het kan zijn dat we een tijdlang in onwetendheid die weg gaan, maar het mag niet als een weg van de Heilige Geest worden voorgeschreven. Zou de Heilige Geest de mens eerst een tijdlang bewust op een verkeerde weg leiden, van Christus af, inplaats van naar Christus heen? Zulks doet de Geest der waarheid niet.

AI te gemakkelijk zegt Luther dat de geest der slavernij de Kanïnsgeest is, die staat tegenover de aanneming tot kinderen. We zien dan wel een klein woordje over het hoofd. Het woordje „wederom" dat u ook kunt vertalen met opnieuw. De tegenstelling die Paulus poneert in het woordje „maar" zit niet in de verkeerde geest aan de ene en Gods Geest aan de andere kant.

Veeleer valt te denken aan de onderscheidenlijke werking van de Geest. Er is een '' i dat de Heilige Geest door zijn overtuige Le kracht de eisen van Gods Wet en recht ons doet verstaan. Daaruit ontstaat dan zeker een vrezen en beven voor de majesteit van God. Voor de heiligheid des Heeren, voor de rechtvaardigheid van Zijn Wet. Helaas gebeurt het vaak dat de mens daar verkeerd op "reageert. Niet altijd vraagt u dan onmiddellijk: wat moeten wij doen, mannen broeders? Helaas gaat u met die overtuiging zelf aan het werk. U wilt zich er onder uit werken. U probeert er boven op te komen, de angst en de vrees zoekt u te boven te komen. Dit lukt niet. U bereikt het tegendeel. De vrees wordt groter. Het is vaak moeilijk te onderscheiden tussen de overtuigende werkingen des Geestes en dat wat uit onze eigen geest opkomt. JTet eerste is noodzakelijk, het tweede brengt ons niet nader tot het doel. U kent de angst der hel die u alle troost doet missen, dat is goed. U probeert dit te boven te komen door uw eigengerechtigheid op te richten, dat is verkeerd. U zegt: want ik gevoel de grootheid van mijn kwaad. Dat is uit de Geest.

Maar u kleedt het vervolgens zo in alsof u zelf dit kwaad moet uitzuiveren. Dat leert Gods Geest nu net niet. Hij leert het u juist af. Toen mij Gods Geest aan mijzelf had ontdekt. Toén werd in mijn ziel de vreze gewekt. Velen willen daar niet meer aan. Ze willen het overslaan. Daarmee ontkennen zij de noodzakelijke en overtuigende kracht van de Geest. Er komen ook niets dan vrome mensen van, die het zelf allemaal kunnen, die niet bij de wortel ziin afgesneden. Ik zeg niet dat dit in één keer gaat. Ik zeg liever dat dit een doorgaand werk van Gods Geest is. De Geest ontdekt/de Geest brandt uit de Geest maakt het vonnis der wet levend. Waarom doet de Geest dat nu? Om u naar Christus uit te drijven. Om u in te laten zien dat u de eigen pogingen om op eigen kracht zalig té worden maar ten spoedigste op moet geven.

U denkt: heb ik wel genoeg? U denkt ik heb vast geen zondekennis genoeg, geen berouw genoeg, ik ben niet ernstig genoeg, ik schrei geen tranen genoeg. Nu zulk een geest hebt u niet ontvangen. Dat mag vroeger het geval geweest zijn, maar dat is nu niet meer zo. Gij hebt niet ontvangen een geest om opnieuw te vrezen. Om angstig in uzelf te zoeken en bij uzelf gerechtigheid voor God op te diepen. Dat is de bedoeling van de overtuigende Geest Gods niet. Niet om u tot uzelf terug te leiden, behoudens dan dat Hij u van uzelf ontledigt. Maar Hij overtuigt om uit-uzelf-uit-te-leiden.

Als de Geest, die echte vreze leert ons bezet, dan kan men nauwelijks de mond meer open doen. Is het werkelijk dan wordt de weg der eigengerechtigheid afgesneden. In Romeinen 7 zegt Paulus het zo: Maar wanneer het gebod levend geworden is, ben ik gestorven. Ge hebt niet ontvangen de Geest der dienstbaarheid om opnieuw te

vrezen, maar gij hebt ontvangen de Geest der aanneming tot kinderen.

De Geest der aanneming

Wat een tegenstelling is dat. Nu Christus het offer voor de zonde heeft gebracht zijn er van onze kant geen offers meer nodig. Niets beweegt God ons genadig te zijn dan Zijn eeuwige liefde. En daarin neemt de Geest van het kindschap, van het zoonschap, de belangrijke plaats in. De aanneming tot kinderen geschiedt om de wil des Zoons. Hij is de eniggeboren Zoon van God, maar wij worden uit genade tot kinderen aangenomen. De Geest leidt naar de Zoon. De Zoon leidt ons naar de Vader. En de Vader ziet in Christus de zondaar in genade aan. Hoe word ik een kind van God? Door de aanneming tot kinderen in Christus Jezus. De eeuwig geldende gerechtigheid van Christus geldt nu ook mij, die schuldig en leeg voor Gods aangezicht belijdt: ik ben niet waard Uw zoon genaamd te worden. Omdat de Zoon de prijs betaalde spreekt de Vader vrij en de Geest verheerlijkt Christus in het hart. De Heilige Geest, die mij totaal van mezelf afbrengt, voert me binnen het genadebereik, het krachtenveld van de Zoon van Gods liefde. Wat een rust is dat. Hij neemt het werk mij uit handen.'Uit genade zijt gij zalig geworden en dat niet uit u, het is Gods gave, niet uit de werken opdat niemand roeme. Wat een blijdschap.

Wij dan gerechtvaardigd uit het geloof hebben vrede bij God door onze Heere Jezus Christus. God verklaart openlijk dat Hij mij aangenomen heeft en aannemen zal als Zijn wettig kind. Als had er nooit iets tussen gezeten. Als had ik nooit zonde gekend noch gedaan. Als was er nooit wat voorgevallen tussen de Vader en de verloren zoon. Nog sterker zegt de catechismus zal ik het u vertellen. Als had ik zelf al de gehoorzaamheid volbracht die Christus voor mij volbracht heeft. Hier waren we totaal ontluisterd, van leven beroofd. In de liefde Gods krijgt al onze eigendunk de genadeslag, voor eens, en in feite voor goed.

Maar wacht eens even. Kan dat zomaar? .Nee niet zomaar, maar wel inzoverre ik zulk een weldaad met een gelovig hart aanneem. En nu hangt het maar van het geloof af hoe groot of hoe klein de troost is die Gods kinderen daarvan hebben. Want dit kindschap is een aangevochten en fel bestreden zaak. Maar in het geloof houd ik het voor waarachtig dat God eens gezegd heeft. Maar nu alzo zegt de Heere uw Schepper o Jacob en uw Formeerder o Israël vreest niet, want Ik heb u bij Uw naam geroepen, gij zijt van Mij. De genadeslag, maar dan wel een slag. Deze slag: niets goeds was aan mijn leven meer, het was met mij verloren.

De genadeslag, maar dan wel genade. Want het schijnt wel een droom, maar het is de ware werkelijkheid en de werkelijke waarheid. U durfde het niet aan. Maar de Geest spoorde u aan en fluisterde het in uw hart: Abba, lieve Vader. Dat is de verhoring van de bede: Denk aan het vaderlijk meedogen Heer', waarop ik biddend pleit Milde handen, vriendelijk ogen Zijn bij U van eeuwigheid.

Welnu zegt Paulus tegen de christenen in Rome, die Geest hebt gij ontvangen. Gekregen, helemaal voor niets, zonder verdienste. Op Immanuëls kosten. En Hij heeft er heel wat voor betaald. Zijn leven en bloed heeft Hij gegeven. Hij van God verlaten opdat wij tot God zouden genomen en nimmermeer van Hem verlaten worden. Woorden om te spellen, woorden de moeite waard om het te geloven. Hebt gij de Heilige Geest ontvangen? De Geest der aanneming tot kinderen die u verzekert dat God, de Vader van onze Heere Jezus Christus u aan Zijn Vaderhart drukt.

Hoe bestaat het. Ja zegt u dat wel. God zelf verklaart het door Zijn Geest. Omdat Ik Mijn Zoon, die Ik zo zielslief had er voor over heb gehad. Ik heb de Vadernaam op Zijn lippen laten besterven en nu mag u die Naam spellen, zingen, aanbidden. U die het niet waard bent, maar toch te horen krijgt: Geen Vader sloeg met groter mededogen Op het teder kroost ooit Zijn ontfermend ogen, Dan Isrel's Heer' op ieder die Hem vreest. Abba, lieve Vader.

K. a. Z. H. V.

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.hertog.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 20 augustus 1982

Gereformeerd Weekblad | 12 Pagina's

De Geest der aanneming tot kinderen

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 20 augustus 1982

Gereformeerd Weekblad | 12 Pagina's