De Bijbel en onze levenspraktijk
(5)
In het geloof aan de Schrift als het Woord van God willen we graag zoveel mogelijk recht doen aan het rechtstreeks gebiedend karakter van de Bijbelse wetten.
We stuiten dan wel op verschillende vragen. Een daarvan is: Wat moeten we toch aan met al die wetten, die vooral in de eerste vijf boeken van het Oude Testament te vinden zijn? Hebben die nog wel enige waarde bij de bepaling van onze levenspraktijk? We zijn geneigd om een dergelijke vraag negatief te beantwoorden. Bij het Bijbellezen aan tafel hebben we er soms maar moeite mee als bijvoorbeeld het boek Leviticus weer aan de beurt is, of Deuteronomium. Er zijn er misschien wel die dergelijke boeken maar overslaan. Wat heb je er aan om die samen met je kinderen nog door te worstelen?
Bij een dergelijke stand van zaken is het niet te verwachten dat deze wetten een grote rol spelen bij het bepalen van ons leven als christen.
In onze Nederlandse Geloofsbelijdenis lezen we wat anders. In artikel 25 wordt beleden: Wij geloven dat de ceremoniën en figuren der wet opgehouden hebben met de komst van Christus en dat alle schaduwen een eind genomen hebben; alzo dat het gebruik daarvan onder de christenen weggenomen moet worden; nochtans blijft ons de waarheid en substantie daarvan in Christus Jezus, inwien zij haar vervulling hebben. Hierentussen gebruiken wij nog de getuigenissen, genomen uit de wet en de profeten om ons in het evangelie te bevestigen, en ook om ons leven te regelen in alle eerbaarheid, tot Gods eer achtervolgens Zijn wil.
Er wordt hier dus duidelijk gesproken van afschaffing, toch betekent dat niet dat de OT-ische wetten geen enkele betekenis meer hebben voor ons leven. Opmerkelijk is in ons verband, dat we de getuigenissen uit de wet en de profeten gebruiken om ons leven te regelen in alle eerbaarheid, tot Gods en naar Zijn wil.
We moeten hier wijzen op het klassieke onderscheid tussen ceremoniële wetten, burgerlijke en zede wetten. De ceremoniële hebben vooral betrekking op de eredienst van Israël. Die moest volgens vaste rituelen, plechtigheden verlopen. Heel uitvoerig heeft de HEERE dat aan Zijn volk bekend gemaakt en gewild, dat ze nauwkeurig in acht werden genomen. Men kon daar niet de hand mee lichten. We merken dat duidelijk in 2 Sam. 6, waar we lezen, dat David de ark weer naar Jeruzalem wilde halen en dat deed op een wagen die door ossen werd getrokken. Toen de ossen struikelden en.de ark van de wagen dreigde te schuiven probeerde Uzza dat'te voorkomen. Hij werd door de toorn des HEEREN getroffen. De ark mocht helemaal niet op een wagen vervoerd worden.
Dan zijn er de wetten die meer betrekking hebben op het burgerlijke en maatschappelijke leven van Israël als staat. De HEERE was koning over Israël. Door Zijn wetten regelde Hij ook rechtstreeks het leven van Zijn onderdanen. Israël mocht wel heel bijzonder gelden ais een theokratie. Een volk waarover de HEERE regeerde door Zijn woord en wet. En de derde groep vormen de zedewetten. De meer alaemeen menselijke wetten. Wetten, die niet soeciaal voor het maatschappelijk bestel van Israël golden, maar voor iedereen. De kern van die zedewetten vinden we in de tien geboden. Maar die kern waaiert als het ware over heel het wetboek van Israël uit. In de gereformeerde traditie Worden deze zedewetten vaak verbonden met de scheppingsordeningen. Daarin wordt uitgedrukt wat van „den beginnen en wat overal" geldt.
Bij deze verdeling moeten we allereerst aantekenen, dat het gaat om onderscheiding niet om scheiding. Hoe zouden we ooit deze dingen, die in Israël zo nauw verstrengeld liggen uit elkaar kunnen halen. Israël was èn geestelijk èn nationaal het volk van God. Als zodanig diende het ook de ware mensheid voor te stellen.
Bovendien wordt deze onderscheiding niet altijd even zuiver gehanteerd. Dat blijkt vooral als het gaat om de aktualiteit van bepaalde geboden en verboden.
Van de ceremoniële wetten hoorden we boven belijden, dat ze zijn afgeschaft. Dat betekent dat ze voor onze eredienst zo niet meer kunnen gelden. De komst en het werk van Christus zijn hier een beslissende wending geweest. Het is juist vanwege dat beslissende karakter dat de Reformatie altijd gestreefd heeft naar eenvoud en zakelijkheid in de eredienst. De zakelijkheid namelijk van de verkondiging van het evangelie van Christus. Het voorhangsel is bij de dood van Christus gescheurd als definitief eindsignaal voor heel de OT-ische bediening. De tempeldienst ging nog wel even door, maar was toch gedoemd te verdwijnen.
De konkrete voltrekking van die afschaffing droeg het karakter van een rijpingsproces. Zoals een bloem, die steeds heerlijker uit haar knop tevoorschijn komt. Tenslotte werpt ze de verdorde kelk waarin ze eerst verscholen lag af. Het is dan ook niet ter zake als in het rapport van de Geref. Kerken over het Schriftgezag het feit dat de Heere Jezus de wet soms laat bestaan tot in rituele kleinigheden toe, mede moet dienen als argument dat we de wet van God niet klakkeloos kunnen toepassen op onze situatie. Met dat laatste ben ik het wel eens. Maar dit aangevoerde argument kan hier niet dienen. De Heere Jezus grijpt namelijk niet vooruit. Aan de ene kant laat Hij duidelijk zien wat er aan de hand is met Zijn komst. Aan de andere kant moet dit alles nog door het kruis en de opstanding heen. De Heilige Geest die zal de gemeente helemaal leren wat uit Christus is. Die Heilige Geest zit ook achter de worsteling van het Handelingenboek, de worsteling om de plaats van de heidenen in het verbond van God. De Heilige Geest heeft ook Paulus met kracht laten betuigen dat het niet aankomt op de besnijdenis van het vlees, maar van het hart. En diezelfde Heilige Geest is de Auteur van de Hebreeënbrief.
Heel duidelijk wordt ook in art. 25 van de Ned. Geloofsbelijdenis beleden dat afschaffing niet betekent, dat die ceremoniële wetten"nu heel hun betekenis verloren hebben. De waarheid en het wezen daarvan blijven. Ze wezen heen naar Christus. Zo kunnen ze ons nu het Evangelie bevestigen. Dit is geheel in de lijn van Calvijn die zo aan de eenheid van het oude en nieuwe verbond wilde vasthouden. De rituele wetten kunnen ons Christus verklaren en bevestigen. Wel maant Calvijn tot voorzichtigheid. We moeten oppassen in alle kleinigheden en bijzonderheden een verborgen zin te willen ontdekken.
Na deze uiteenzetting over de afschaffing van de ceremoniële wetten komen we terug op het punt waarover het ging. Het kan namelijk voorkomen dat die afschaffing gebruikt wordt om aan de klem van sommige geboden te ontkomen. Daar bij gaat de discussie erover of een bepaald gebod cultisch, ceremonieel is of niet.
Dit speelt een belangrijke rol bij de Bijbelse bezinning op de homoseksualiteit. Sommige exegeten getroosten zich veel moeite om Lev. 18 vs 22 en 20 vs 13 in een cultisch verband te plaatsen. Kennelijk denkt men dan toch veel gemakkelijker afstand te kunnen nemen van zulke geboden. Zonder al te veel op deze discussie in te gaan zou ik willen zeggen dat m.i. hier toch duidelijk geen sprake is van cultus of ceremonie.
Een ander voorbeeld, waarbij het cultische of niet cultisch zijn nog een vraagteken is, is Deut. 22 vs 5. De tekst over de mannen.-en vrouwenkleren. Deze tekst speelt in onze kring bepaald nog een belangrijke rol. Nog niet zo lang geleden heeft is. Hovius er in de Waarheidsvriend uitvoerig aandacht aan besteed. Ook bij deze tekst is opgemerkt dat het hierbij gaat om een tegenstelling tot de eredienst van Astarte, waarin dergelijke verkleedpartijen voorkwamen. De heidense schrijver Lucianus
van Samosata 2e eeuw na Christus heeft daarover geschreven. Zou dat werkelijk hier het geval zijn, wat ikzelf niet direkt aanneem, dan heeft deze tekst veel minder te zeggen over bepaalde kleedgewoonten, dan we menen.
Ik zou dan oo, k willen besluiten met te zeggen, dat de klassieke onderscheiding van de wetten onder het oude verbond ons goede diensten kan bewijzen. Als we maar in de gaten houden dat het hier niet altijd even gemakkelijk ligt. Een volgende keer wil ik proberen .iets te zeggen over de aktualiteit van de burgerlijke wetten.
E.
Jac. W.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 13 augustus 1982
Gereformeerd Weekblad | 12 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 13 augustus 1982
Gereformeerd Weekblad | 12 Pagina's