KLEINE KRONIEK
Over politieke theologie
Over 't thema „politieke theologie" schreef prof. dr. J. Douma in De Reformatie een vijftal artikelen. Politieke theologie is wat anders dan theologie waarin ook aandacht aan de politiek wordt gegeven. Douma zegt terecht dat geen christen dat laatste zal kunnen ontkennen al was het alleen maar omdat Romeinen 13 in zijn bijbel staat. Een christen kan zich nooit helemaal van de politiek afsluiten. Maar je kunt geen gelijkteken zetten tussen zulk een theologie met aandacht voor de politiek en de hedendaagse politieke theologie. In het eerste geval is politiek één van de aspecten waarmee de theologie zich bezig houdt, in het andere geval is de politiek alomvattend. „Deze theologie ziet immers de wortel van alle kwaad in de huidige politieke structuren en gelooft dat de bron van alle heil in een ommekeer van die structuren gelegen is. Wat we nodig hebben is politieke bevrijding; wat we zelfs niet moeten schuwen, is politieke revolutie; en wat ons op de been moet houden, is politieke hoop". Omdat al jaren kerk en theologie sterk beïnvloed zijn geraakt door dit denken, lijkt het me goed via de stem van prof. Douma aandacht te geven aan de achtergrond van dit theologiseren. Douma geeft daarvan een helder geschreven voorbeeld in één van de artikelen waarin hij aandacht schenkt aan één theoloog die grote invloed heeft uitgeoefend binnen de politieke theologie: Jürge Moltmann.
Moltmann, theologie van de hoop
Ik citeer nu prof. Douman uit het artikel van 24 april. Boven deze aflevering staat het Eschatologie. Hij legt dat begrip zelf heel duidelijk voor u uit. Leest u maar:
„Het is Jürgen Moltmann geweest die met zijn boek Theologie van de hoop in 1964 een krachtige stoot heeft gegeven aan de politieke theologie. Het thema dat hij aan de orde stelde, was dat van de hoop. Of om het met hem op theologische wijze te zeggen: hij wilde spreken over eschatologie.
Wanneer ik dat laatste woord gebruik, moet ik het voor velen onder onze lezers gaan verduidelijken. In de vroegere theologie verstond men onder eschatologie heel eenvoudig de gebeurtenissen die eens aan het einde van onze geschiedenis zoudan plaatsvinden. De laatste dingen kwamen aan de orde, zoals het optreden van de antichrist, de kwestie van het duizendjarig rijk, de wederkomst van Christus, de opstanding uit de doden, het laatste gericht, de nieuwe hemel en de nieuwe aarde. 'Ta eschata' is grieks en deze woorden betekenen: de laatste dingen. In een laatste hoofdstuk van de dogmatiek werd de eschatologie als de leer omtrent de laatste dingen behandeld.
Maar... het is ingewikkeldder geworden. In onze eeuw heeft de oude opvatting van eschatologie in de heersende theologie bijna helemaal plaatsgemaakt voor een andere opvatting. Daarin gaat het niet meer om reële toekomstige gebeurtenissen, maar is het accent verlegd van de toekomst naar het heden. Het gaat niet meer om 'ta eschata' (meervoud) als een opeenvolging van historische gebeurtenissen in het laatste der dagen, maar om 'to eschaton' (enkelvoud), als het uiterste, het totaal andere dat in ons leven van nü moet binnenbreken. Ik gebruik hier een onder-
scheiding waarop prof. K. Schilder ons destijds attent heeft gemaakt.
Wat is nu eschatologie bij Moltmann? Gemeenschappelijke met de oude opvatting van eschatologie is de omwenteling die er plaats zal (moet) vinden. Maar die omwenteling is niet een zaak van straks, aan het eind van de tijden, doch een zaak van nu. Moltmann verwijt de oude theologie dat zij altijd het accent op het zijn gelegd heeft en niet op het worden. Het ging om het goddelijke, eeuwige en onvergankelijke zijn, het ging om de verzoening die in Christus geschied is. En wat de mensen werd voorgehouden, was niet meer dan een onthulling van dat zijn. Wie een standbeeld onthult, voegt niets nieuws aan dat standbeeld toe. Het is al helemaal af, je ontdoet het van de doek die er omheen geslagen werd en ziedaar het beeld.
Maar Moltmann wil duidelijk maken dat het eigenlijke nog niet geschied is (kruisdood en opstanding), en dat de grote doorbraak ook niet pas aan het einde van de geschiedenis komt (oude eschatologie). Een goede theologie moet 'ganz und gar', moet helemaal eschatologie zijn. Niet een hoofdstuk in de dogmatiek aan het eind van het boek, maar het thema dat de hele dogmatiek moet doortrekken. Wie in de geest van de oude eschatologie denkt, zegt 'straks zal het allemaal gebeuren'; maar intussen laat hij deze wereld aan haar lot over en berust hij in de status quo. Van echte toekomst, echte tijd en echte geschiedenis die vandaag gemaakt moet worden, is geen sprake.
Moltmann wil dat de christenen een Exodusgemeente vormen. Deze gemeente is als reizend en trekkend volk van God steeds onderweg. Zij gaat van Egypte naar Kanaan; zij heeft naar het woord uit de brief aan de Hebreeën hier geen blijvende stad. En dan moeten we zulke woorden niet opvatten alsof er gezegd wordt dat we op reis zijn naar de hemel. Nee, er is maar één werkelijkheid, en dat is de werkelijkheid van déze wereld waarin de omwenteling moet plaatsvinden. Al het gemijmer over de hemel en over straks, is een vlucht uit deze wereld.
Wat betekent het nu in de praktijk wanneer Moltmann wil dat we helemaal eschatologisch zullen leven? Dat wordt ons duidelijk wanneer we erop letten dat de dynamische leer (dynamisch: alles moet nog worden, alles moet in beweging komen) om een revolutionair leven vraagt. De christen die zijn leven door de toekomst laat bepalen, moet in permanente onvrede leven met de situatie waarin hij deze wereld aantreft. De christelijke hoop moet de gestalte van deze wereld veranderen. Er moeten andere structuren komen. Recht, leven, humaniteit en sociale omgang — daaraan mag gewerkt worden, omdat op deze zaken de christelijke hoop zich mag richten. De christenen kunnen de bevrijding — en dat is duidelijk een politieke bevrijding — alleen maar realiseren door zich intolerant tegenover de machten en woordvoerders van de status quo op te stellen. Samen met de verdrukten protesteren zij."
Tot zover het het citaat.
Christologie
Het hierboven vermelde woord wil zeggen: dat onderdeel van de theologie waarin zij zich bezint op de persoon en het werk van Christus. Welnu, zo schrijft prof. Douma dan terecht, in bovenge-
noemde vorm van politiek theologiseren verschuift ook de hele christologie een andere kant op. Wij zeggen op grond van wat de Schrift ons leert: Het is volbracht! Ik citeer nu prof. Douma:
„Zoek ik echter naar de betekenis van Christus in Moltmanns theologie, dan hoor ik niet veel meer dan dat Christus de ontsteking van onze hoop is en dat hij die hoop kracht verleent. Let wel de hoop die voor déze wereld naar een nieuwe orde jaagt. En daarvoor is Christus 'n soort springplank die mijn hoop vaart moet geven. Hoe nieuw dat ook mag klinken, het is een theologie van Jezus-als-voorbeeld, van Jezus die aanstekelijk werkt en ons op weg helpt naar een bevrijding die nog moet worden veroverd. Die vrijheid is er nog niet, die vrijheid moet nog worden.
De boodschap van het Nieuwe Testament is anders. Ook al worden wij de ganse dag gedood en zijn wij gerekend als slachtschapen — in dit alles (zegt Paulus) zijn wij meer dan overwinnaars door Hem die ons heeft liefgehad (Rom. 8 : 36v). Dat is inderdaad openbaring als onthulling van wat onwrikbaar vaststaat, zonder dat dit ock maar iets te maken zou hebben met goedkeuring van de status quo en met goedpraten van wat in deze wereld inhumaan en asociaal is."
Status quo
Over dat laatste tenslotte schrijft prof. Douma alsvolgt nog:
„In de eerste plaats is het niet waar dat de status quo moet veranderen. Onder de status quo, d.w.z. de stand van zaken die we op het huidige moment aantreffen, kan alles verstaan worden. Maar lang niet alles moet veranderen. In zijn vaagheid en algemeenheid is de roep om omkering van de status quo een gevaarlijke stelling. Toen Hitier in het begin van de dertiger jaren aan de macht dreigde te komen, had men tegen zijn nieuwe orde en voor de bestaande democratische orde (hoe gebrekkig die ook was) moeten kiezen. We weten nu hoe zo'n nieuwe orde een land met concentratiekampen kan bezaaien, terwijl dan terugkeer naar een samenleving van voor Hitier, met respect voor de democratische regeringsvorm, voor vrije pers en vele andere vrijheden meer, een verademing betekent. Ook marxistische regimes spiegelen ons vrijheid voor, door het omkeren van de status quo, maar zij brengen slechts slavernij. Het is in de theologie een duidelijk doperse trek om het bestaande voor het boze te verklaren. Er is veel boosheid in het bestaande; maar dat vraagt nog geen omverwerping van de status quo. Veel binnen de bestaande orde is drageüjk, al zal het nooit ideaal genoemd kunnen worden. En wie het dragelijke wil opruimen omdat het niet ideaal is, zal van de regen in de drup komen.
In de tweede plaats gaat de roep om omverwerping van de status quo ervan uit, dat eigenlijk alles politiek bepaald is. Dat is duidelijk marxistisch: gooi de politieke, door verkeerde economische structuren bepaalde, orde omver en het volle leven zal voor de mensheid open komen te liggen. Daarbij sluit ook de politieke theologie zich aan. We hoorden het in de vorige artikelen al dat het kwaad in de verkeerde politiek huist en dat het goede alleen via een goede politiek bereikt kan worden. Welnu, dat is een waan."
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 21 mei 1982
Gereformeerd Weekblad | 12 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 21 mei 1982
Gereformeerd Weekblad | 12 Pagina's