De opgewekte heiligen
En de graven werden geopend, en vele lichamen der heiligen, die ontslapen waren, werden opgewekt. En uit de graven uitgegaan zijnde, na Zijn opstanding, kwamen zij in de heilige stad en zijn aan velen verschenen. Matth. 27 : 52-53
Bij het sterven van Christus kondigen zich reeds de tekenen aan van Zijn opstanding. Dit is merkwaardig genoeg, want op de Goede Vrijdag zijn er vrijwel geen tekenen geweest. De spotters konden ongehinderd hun gang gaan. De hemel heeft in alle talen gezwegen.
Maar als Jezus de geest geeft, dan begint het. Overal tegelijk zijn er tekenen. Tekenen in het heiligdom, want het voorhangsel van de tempel scheurt in twee stukken. En tekenen in de natuur, want de aarde beeft. En tekenen in het rijk der doden, want de graven gaan open en vele heiligen staan op.
Het is alsof een hemels orkest inzet met een groot praeludium, dat straks aanzwelt tot een machtig koraal: De Heere is waarlijk opgestaan!
De duisternis valt over Golgotha en over het graf in de hof. Maar er straalt al Paaslicht vanuit de graven der heiligen.
De opgewekte heiligen zijn
1) voorlopers van Christus' opstanding
Deze gebeurtenis is ons niet meegedeeld • om onze nieuwsgierigheid te bevredigen. We zouden bijvoorbeeld graag willen weten: wie zijn deze heiligen? Hebben ze lang geleden geleefd? Zijn ze spoedig weer opnieuw gestorven? Hebben ze iets verteld van hun ervaringen aan de overzijde van het graf?
Op al die nieuwsgierige vragen krijgen we geen antwoord. Waarom niet? Omdat dat voor ons van geen enkel belang is. De verborgen dingen zijn voor de Heere, onze God. En toch wordt deze geschiedenis ons niet zómaar verteld. Al wat geschreven is is tot onze lering geschreven.
Wat moeten we er dan mee beginnen? Wel, het gaat niet over de opstanding van de heiligen, het gaat over de opstanding van de HEILIGE! Het gaat niet over het leven van deze doden, het gaat over het leven uit de dood! Om de Levensvorst Die de dood heeft verslonden tot overwinning. En Die daarvan een teken, een voorproef geeft bij Zijn sterven. De opstanding van deze heiligen is als een voorschot op de erfenis die op de Paasmorgen zal worden uitbetaald.
Wanneer gebeurt dit? Wanneer staan deze heiligen op? Als Christus de geest geeft. Als Christus sterft begint de aarde te beven. Straks, als Hij opstaat uit de doden, opnieuw. Toen Christus geboren werd kwam de hemel in beweging, toen daalden de engelen neer. Nu Hij sterft beeft de aarde.
Een aardbeving — die heeft iets van het gericht. De voorbode van de jongste dag. De goddeloosheid van de mensen die de Zoon van God gekruisigd hebben brengt de aarde in beweging. De aarde tekent protest aan tegen het vergieten van het rechtvaardig bloed van Christus.
Maar deze aardbeving heeft ook iets van de glorie, van de overwinning van Christus. Het rijk van de vorst der duisternis krijgt een geweldige stoot. De kracht van de stervende Christus brengt de aarde in beweging. „Nogééns", heeft de Heere gezegd, „en Ik zal de hemel en de aarde en de zee en het droge doen beven." „O God", zingt een dichter, „toen Gij voor het aangezicht van Uw volk uittoogt, daverde de aarde". God is opgestaan met gunstige gedachten en nu beeft de aarde.
En als gevolg van deze aardbeving splijten de rotsen. De rotsen die openingen hebben waarin de doden liggen. Vóór die openingen liggen grote stenen. En die rotsblokken kantelen weg zodat de lichamen van de gestorvenen zichtbaar worden.
Dat is GODS werk. Wij, mensen mogen geen graven openen. Dat is grafschennis. Wanneer iemand begraven is, toevertrouwd aan de aarde, dan treden wij terug, dan blijven wij op een afstand. In het rijk der doden heeft de levende geen toegang.
En doden die ópstaan — dat valt helemaal buiten ons gezichtsveld... Als een man gestorven is, zal hij weder leven? De psalmdichter heeft die onmogelijke vragen gesteld: zult Gij aan doden wonderen doen, zult Ge overledenen doen herrijzen? We weten het: dat is uitgesloten.
Maar wat normaliter niet gebeurt, dat gebeurt hier wel: vele lichamen worden opgewekt. Dat is óók Gods werk. Al zou de aarde nog zo trillen, al zouden alle rotsen erdoor splijten, er zou niet één dode levend worden. .
Ontroerend moment: vele lichamen der heiligen werden opgewekt. Nu Christus de dood ingaat komen zij uit de dood terug. Destijds is hun ziel met een trilling uit het lichaam gevaren, nu komt die ziel met een trilling er weer in. Er vaart een huivering door het rijk der doden. Ze slaan hun ogen op, maken de zweetdoek los en komen overeind. Ze zijn teruggekeerd tot het leven. Dat is nog nooit vertoond, dat is ongehoord. Nu ja, een enkeling: het dochtertje van Jaïrus, de jongeling in Naïn, Lazarus... Maar nü: vele lichamen der heiligen...
Wat voor mensen zijn het? Heiligen, zegt Mattheüs. Zijn dat mensen zonder zonde? Nee, het zijn zondaren. Maar dan zondaren die gewassen zijn door het bloed van Christus.
Mensen die hebben gehoopt op Zijn beloften. Mensen die de verlossing verwachtten. Ze hebben in Jeruzalem gewoond en zijn wellicht nog niet lang geleden gestorven. Immers, hun lichamen liggen nog in de graven. En ze zijn bekend geweest in de heilige stad, want na de opstanding van Christus verschijnen ze daar als bekenden.
Vele lichamen der heiligen... Niet alle! Er blijven ook doden in de graven liggen. Wat een machtig onderscheid is dat! Wat hier gebeurt wanneer Jezus sterft is een teken, een beeld van de geestelijke opwekking uit de doden. Van nature slapen we allen de slaap des doods. Dood in zonden en misdaden-. Geen oór om te luisteren. Geen oog om te zien. Geen voet om te gaan. Hopeloos! Zullen deze doden levend worden?
Gode zij dank, door de kracht van Christus worden doden opgewekt tot een nieuw leven.
Dat is mogelijk sinds Golgotha. De roepstem gaat uit: ontwaakt gij die slaapt en staat op uit de doden en Christus zal over u lichten.
Maar alle doden staan niet op. Ondanks de aardbeving, ondanks het scheuren van de
rotsen, ondanks het wegrollen van de stenen zijn er die in de dood blijven.
Dat is een verschrikkelijke mogelijkheid. Dat het leven ons wordt verkondigd en dat mensen om ons heen opstaan uit hun zondegraf, terwijl we zelf blijven liggen in de macht van de dood. Dat is het ontstellende van het ongeloof: het licht is in de wereld gekomen, maar de mensen hebben de duisternis liever gehad dan het licht.
Wordt wakker, waarom zou u uw doodsslaap blijven slapen? Die het geweld van de dood had, de duivel, is beslissend verslagen. Wie hem nog dient behoort tot een rijk dat ten dode opgeschreven is. De dood is gedood, het leven aan het licht gebracht. Hoort de stem van de Zoon van God, want wie haar gehoord heeft zal leven.
De opgewekte heiligen zijn
2) getuigen van Christus opstanding
Uit de graven uitgegaan zijnde... Wanneer is dat geschied? Onmiddellijk. Het zou toch dwaasheid zijn geweest, zegt Calvijn, wanneer deze opgewekte doden nog twee nachten en één dag in het graf waren gebleven? We zullen de zin dan ook zó moeten lezen: Uit de graven uitgegaan zijnde kwamen zij na Zijn opstanding in de heilige stad... Ze zijn dus wel onmiddellijk opgestaan. Maar ze hebben zich niet onmiddellijk in de heilige stad vertoond. Zolang Christus nog in het graf lag hebben ze zich schuil gehouden. Ze hebben zich aan niemand laten zien. De mensen behoeven het nog niet te weten.
Maar wie het wèl weet — dat is de duivel. Als hij ooit gedacht mocht hebben overwinnaar te zijn, dan is hij van die gedachte wel spoedig genezen. Beef/satan, want Hij Die begraven is heeft gezegd: Ik ben de Opstanding en het Leven. Hij heeft de sleutels van de hel en van de dood.
Na Zijn opstanding kwamen ze in de heilige stad. Wéér zo'n beeld van de geestelijke opwekking uit de doden. Een levendgemaakte begint niet ineens te praten. Die durft zich in het begin nauwelijks te verto-' nen. Bang dat hij, zij te veel zal zeggen... Wat zouden de mensen wel denken? Het was toch zo'n groot wonder... En zoveel anderen bleven hun doodsslaap slapen... Zwijgen maar, en je voorlopig niet laten zien.
Jawel, maar je moet toch gaan praten, anders zouden 'de stenen gaan roepen! Na Zijn opstanding. Wat hadden ze vóór die tijd moeten zeggen? „Wij zijn opgestaan uit de doden"? Maar nu mogen ze zeggen: „Christus is opgestaan uit de doden'. Wat moet je zeggen? Ik ben wedergeboren? Nee, Jezus leeft, en wij met Hem! Jezus leeft en wie in Hem gelooft zal leven al ware hij ook gestorven!
Waar spreken we over? Over ons leven? Of over de levende Christus?
Ze kwamen in de heilige stad. Het heilige . terrein dat aan de dienst van de Heere is gewijd. De' stad waar Zijn Naam bekend gemaakt wordt. De heilige stad die een onheilige stad is geworden, omdat ze Jezus uitgeworpen heeft.
En toch de heilige stad, want de Heere laat die stad niet los .Hij zorgt dadelijk voor getuigen van Zijn opstanding. Hij zal verkondigd worden in Jeruzalem: Christus is opgestaan van de doden.
Ze zijn aan velen verschenen... Wat een opschudding geeft dat in de heilige stad... Het was de belofte: in de tijd van de Messias zullen de doden worden opgewekt. En nu zijn ze daar, die en die, die ze zo goed gekend hebben.
Ik denk dat de inwoners - van Jeruzalem gebeefd hebben. Doden die levend geworden zijn! En ze zijn gaan kijken naar de graven. Ja, die zijn leeg...
Nu zal héél Jeruzalem zich wel bekeren... Welnee. Wat zei vadei Abraham ook weer? AI zou iemand uit de doden opstaan, ze zouden zich niet laten gezeggen.
Wel ontroering, geen bekering... Wij wonen ook in de heilige stad. Het wordt ons verkondigd: in Hem is het leven.
Er zijn getuigen van Zijn opstanding, , ook onder ons. Mensen die aangeraakt zijn door de levendmakende kracht van Christus, en die spreken van Hèm.
Maar bovenal: nabij ons is het Woord. Zo gij Zijn stem dan heden hoort, gelooft Zijn heil-en troostrijk Woord. En indien gij met uw mond zult belijden de Heere Jezus en met uw hart geloven dat God Hem uit de doden heeft opgewekt, zo zult gij zalig worden.
Maar die doden, die levend geworden zijn? Hebben we die nu niet uit het oog verloren? Dat is niet zo erg! Dat zijn alleen maar getuigen! Alleen al het feit dat ze daar lopen, door de straten van Jeruzalem, dat is één prediking, één loflied op de Gekruisigde en Opgestane Heere: Zo leeft de Vorst altoos, zo leeft Hij eindeloos! Want ze zijn opgewekt door Zijn dood om te getuigen van Zijn leven.
Is het voor die mensen zo aantrekkelijk, een poosje terug hier op aarde? De zaligheid verlaten om terug te komen in dit tranendal?
Wie van de dood levend gemaakt is kan zich daar wel in verplaatsen. De volle smaak van de zaligheid hebben we nog niet eens gekend, en toch kunnen we de zonde zo moe zijn en de strijd zo moe en het ongeloof zo moe. We kunnen ernaar verlangen ontbonden te worden en met Christus te zijn. Maar we moeten de raad van God uitdienen, eerst nog een poosje getuigen van Hem. Dat is de Koning toch wel waard?
En dan weten wij nog meer dan die opgewekte getuigen. Want op de Paasmorgen is het graf opengegaan. Er is niets meer te vorderen, niets meer te eisen. De schulds Uws volks is uit Uw boek gedaan, ook ziet Gij geen van hunne zonden aan. En dat betekent dat er gerechtigheid, vrijspraak is voor allen die in hun zonden en ellenden tot Hem zich ter genezing wenden. Daar kunnen we niet van zwijgen. Daar komen we niet over uitgepraat.
Maar er komt nog een vervolg op. Nee, niet over die heiligen, van hen weten we verder niets. Maar straks, als de laatste bazuin zal klinken, als alle graven zullen opengaan, als allen die in de graven zijn Zijn stem zullen horen.
Wat een verschil zal er dan zijn! Dezen ten leven, zegt Daniël, genen tot versmaadheden en eeuwige afgrijzing.
Vreselijk zal het zijn, opgewekt te worden om eeuwig te sterven. Maar heerlijk, opgewekt worden om eeuwig te leven. Niet meer terug naar de aarde, de zonde en het ongeloof. Maar naar de heilige stad, het Jeruzalem dat boven is. De plaats waar geen graven meer zijn.
Uwe doden gaan ontwaken
Met gejuich van dank en lof.
Dauw als Eden eens besproeide
Zal beregenen hun stof.
Waar is dan, o dood, uw prikkel?
Waar, o hel, uw overmacht?
Aan het Lam Dat overmocht heeft,
Dat verlossingen gewrocht heeft,
Dat ons met Zijn bloed gekocht heeft,
Zij aanbidding, lof en ere
Tot in eeuwigheid gebracht.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 9 april 1982
Gereformeerd Weekblad | 12 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 9 april 1982
Gereformeerd Weekblad | 12 Pagina's