Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Deze ontvangt de zondaars

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Deze ontvangt de zondaars

13 minuten leestijd Arcering uitzetten

En opstaande ging hij naar zijn vade En toen hij nog ver van hem was, za hem zijn vader, en werd met innerlijke ontferming bewogen en toelopen de viel hem om zijn hals en kuste hem. Lukas 15 : 11 — 20

Zo'n zondaar en zijn, schijnwereld

In ons teksthoofdstuk vinden wij drie gelijkenissen van de Heere Jezus. Niet zonder aanleiding heeft Hij die verteld. Mopperende Farizeeën en schriftgeleerden hebben Hem er toe gebracht. Ze verweten Hem, dat Hij zondaars ontving en met hen at. Dat kon toch nog niet! Dat paste een leraar der wet toch niet. Dat was niet fatsoenlijk. Het doorkruiste alle godsdienstige denkpatronen. Als Hij nu nog met hen zou eten! Zij vormden een gepast gezelschap.

In drie gelijkenissen geeft nu de Heere Jezus rekenschap van Zijn houding. Driemaal laat Hij zien, hoe God in Hem gekomen is om te zoeken en zalig te maken wat verloren is. De herder gaat uit om het ene verloren schaaip te zoeken. En hij is alleen maar geweldig blij als hij het gevonden heeft. De vrouw, die haar ene penning verloren is keert haar huis met bezemen. En als ze hem weer vindt, Iaat ze de buren in haar grote blijdschaap delen.

Hier in onze tekst is er niet een schaap of een penning verloren nee, een zoon. Een van de twee zonen. En er is geen groter blijdschap dan wanneer die zoon weer terecht is. Die blijdschap, die hemelse blijdschap om het verlorene, dat weer terecht is, staat hier centraal. De Farizeeën hadden het er maar slecht mee dat er zondaars tot Jezus kwamen. Ze vielen Jezus er lastig mee. De Heere Jezus wil ze leren er blij om te zijn.

Deze derde gelijkenis laat ons zien hoe wonderlijk die blijdschap is. Welk een wonderheerlijke liefde er achter schuilt. Zondaarsliefde!

De Heere Jezus vertelt van een jongste zoon, die zijn erfdeel op eist terwijl zijn vader nog leeft. Zijn vader voldoet aan die eis. Twee derde deel van het goed wordt aan de oudste toegewezen, een derde is voor de jongste. Na enkele dagen blijkt al spoedig wat de bedoeling van die zoon is. Niet om zelfstandig r. naast zijn broer te kunnen leven g en werken, maar om weg te trekken onder - het toeziend oog van vader en broer vandaan. - Alles wat hem toegewezen is maakt hij te gelde en met een wel gevulde beurs reist hij af naar een vergelegen land. Daar zal hij tenminste vrijheid hebben. Daar zal hij eindelijk eens kunnen doen en laten wat hij wil. Het vrije ongebonden leven lacht hem toe. En hij geniet ook met volle teugen. Vrienden en vrouwen moeten hem het leven aangenaam maken. Een overdadig en losbandig leven leidt hij.

Maar, zo vertelt de Heere Jezus, daar komt al spoedig een eind aan. Na enige tijd is zijn geld op en dan komt er nog hongersnood in dat land ook. Het gevolg is, dat hij gebrek begint te lijden. Wat een pijnlijke afloop! Het leek allemaal zo mooi. Het leek als of het niet 0|p kon, alsof er nooit een eind aan zou komen. En nu is het eind er, met alle gebrek en armoede van dien.

We onderbreken even. De Heere Jezus vertelt dit verhaal als een beeld. Een beeld van tollenaren en zondaren. Zou het geen beeld kunnen zijn van u en van mij. Van nature vinden we er thuis ook niet zoveel aan. Thuis? Ja, bij onze God en Vader. Dat lijkt ons maar een saai bestaan, een vervelend bestaan. Neen, dan de wereld en al haar begeerlijkheden nog eens. Dat is heel wat opwinderder. Daar valt heel wat meer te genieten. We eisen ons erfdeel op en alles wat we van Vader gekregen hebben nemen we mee en besteden voor ons zelf en aan onszelf.

En wat is het eind? Bittere armoede. Geestelijke armoede. We draaien er alles door. We verspillen alles. De vrijheid die om toelachte bleek slechts gebondenheid aan de lusten van ons eigen vlees. In dit verhaal tekent de Heere Jezus ons de schijnwereld van een zondaar, van ons zondaren. Het lijkt heel wat. Het glanst en schittert aan alle kanten. Maar het is klatergoud. Als het bovenste laagje eraf is, blijkt het verderf, de verrotting!

Wat een ellende voor die zoon. Nu zal hij toch wel wijzer zijn? Nu zal hij toch wel tot het inzicht komen, hoe dwaas hij gehandeld heeft? Maar neen, nog niet! Hij gaat eerst zelf op pad. Hij probeert eerst nog zichzelf er door heen te slaan. En hij ging heen en voegde zich bij een van de burgers van dat land. Hij ging heen, op zoek naar werk en eten. Eindelijk vindt hij iemand, die hem nog wel gebruiken kan als zwijnenhoeder. Maar ook dat brengt niet genoeg op. De honger blijft. Zo zelfs dat hij jaloers wordt op de varkens. Hij zou best een portie van hun voer lusten, maar hij krijgt het niet.

Hij ging heen. Hij trachtte zichzelf te redden, maar het liep op niets uit. Misschien herkennen we dat wel. We kunnen daar ook zo mee bezig zijn. Heengaan en onszelf zien te redden. Zelfs met onze godsdienst kunnen we proberen bij God vandaan te blijven. We leiden een streng wettisch leven. Het kan ons niet nauwgezet genoeg. We storten ons in het praktisch christendom. Wij zullen getuigen zijn. We zoeken het hier en daar, we zoeken het overal. Maar niet waar we het zoeken moeten. We willen ons desnoods vernederen tot varkensvoer. Als we het maar niet hoeven op te geven. Niet hoeven te erkennen, dat we zondaren zijn.

Zo'n zondaar tot zichzelf gekomen

De Heere Jezus vertelt verder. Daar bij die zwijnen is het dan toch gebeurd. Daar vindt het grote keerpunt plaats. Hij komt tot inkeer. Die inkeer en bezinning waren er tot nu toe niet geweest. Hij had geleefd in een roes, in een schijnwereld. Nu komt hij tot zichzelf. Nu gaat ineens licht op. Dat is ook voor ons nodig. We leven anders ook maar voort in een roes, een betovering. De mens wandelt als in een beeld. Dat roesachtige hoeft echt niet naar voren te komen in een losbandig leven, zoals hier. We kunnen ook kerkelijk in een roes leven. Leven zonder tot bezinning te komen, tot onszelf. Zonder dat het ooit tot ons doordringt, wat we nu eigenlijk aan het doen zijn. Wie we nu eigenlijk zijn, en waarheen we op weg zijn. We leven maar zo door. We razen door of we sukkelen door, maar tot inkeer komen we niet. We sterven zomaar weg onder het eeuwig oordeel van God. Wat is het nodig dat we tot onszelf komen, tot bezinning. De geschiedenis van de verloren zoon roept ons er met klem toe op! Ontwaakt gij die slaapt. Laat u niet door de schone schijn verblinden. Neem er toch de tijd voor. Laten er momenten zijn van stilte van zelfbezinning voor het aangezicht van God. Zoek de eenzaamheid

thuis of in de natuur of waar dan ook. De weg terug, de weg naar God begint bij de weg tot onszelf. Bekering heeft als eerste moment inkeer.

De Heere Jezus vertelt niet alleen dat de zoon tot inkeer komt, maar ook hoe. Dat heeft ons ook wat te zeggen. Allereerst, tot inkeer komen is tot jezelf komen, niet tot een ander. Hoe gemakkelijk had die zoon boos kunnen worden op zijn vrienden. Die lieten hem nu toch maar lelijk in de steek. Hij had kunnen klagen over het onrecht, dat hem was aangedaan. Hij kreeg nog niet eens wat van dat varkensvoer. Over een menswaardige behandeling gesproken!

Zo worden wij boos op mensen om ons heen. We geven de omstandigheden de schuld. Maar recht tot inkeer komen, dat is tot jezelf komen. Bij jezelf uitkomen. Met de vinger van je hart naar binnen wijzen. Toch betekent dat vervolgens niet dat je verzinkt in jezelf. Vele moderne godsdienstige bewegingen voeren dat in hun vaandel. Er is bezinning nodig, meditatie en concentratie. Om weer tot jezelf te komen. Om de diepste kern van je bestaan weer terug te vinden in de verstrooiing en verwarring van het moderne leven. Vandaaruit kun je dan met nieuwe moed en nieuw zelfvertrouwen het bestaan weer op je nemen.

Als deze zoon tot zichzelf komt ontdekt hij, wie hij is ten opzichte van zijn vader. Pijnlijk ontdekt hij, hoeveel verdriet hij die heeft aangedaan. Daar gaat het voor ons ook om. Niet dat wij gaan konstateren, dat wij zulke zondaren zijn. Dat zal wel waar zijn! Het gaat er om dat we onszelf een beetje leren zien zoals we zijn voor God. Dat we een weinig gaan verstaan van wat we Hem aandoen met ons ik-gerichte leven. Hoe godsdienstig dat er ook uit moge zien.

.Een derde moment bij de inkeer van de zoon is, dat hij beseft ook zo maar niet terug te kunnen. Wij willen nog wel eens zonder blikken of blozen bij God aankomen. We gaven nooit veel om Hem en om Zijn dienst, maar nu we ziek geworden zijn, moet Hij ons beter maken. Dat kan toch zo maar niet! Daar zit toch wat tussen. Daar zit toch alles tussen. Daar zit toch onze zonde tussen! Laten we dat liever ootmoedig belijden. Dat wij zondaren zijn hoeft voor ons geen verhindering te zijn om tot God te komen. Integendeel. In de Heere Jezus Christus hebben we een vrije toegang, een verse en levende weg. Wel, dat we onze zonden niet belijden en niet bestrijden willen. Wel dat we niet van onze zonden af willen!

Zon zondaar met hartelijke liefde ontvangen

En hij zeide: Ik zal opstaan en tot mijn vader gaan En opstaande ging hij. Het blijft niet bij zeggen, hij doet ook. De weg naar de hel ligt geplaveid met goede voornemens. Hoevaak hebben we misschien niet bij ons zelf gedacht: Het moet anders. Maar het kwam er nooit echt van. We sukkelden maar verder, tot we ondergaan, in het eeuwig verderf. Deze man spreekt en doet. Spreekt alzo en doet alzo! En zo komt hij tenslotte bij zijn vaderlijk huis in de buurt.

De Heere Jezus vertelt ons niet wat er in zijn hart is geweest. Maar het zal er wel gespannen hebben. Zou zijn vader niet boos zijn? Zou hij straks niet te horen krijgen: Jij hier. Ga jij maar gauw weg. Jij wilde zo graag de wereld in, nu moet die wereld je maar helpen. De HEERE Jezus vertelt er niets van, met opzet niet. Want haast eer die zoon nog iets denken kan is zijn vader eral, loopt op hem toe, valt hem om de hals en kust hem.

Die vader had zijn zoon al van verre zien aankomen, vertelt de Heere Jezus. Zodra hij zijn zoon herkende, werd hij met innerlijke ontferming bewogen. Heel zijn hart ging naar zijn kind uit. Dat was maar geen buitenkantje, geen vernisje, dat was een diepe, innige ontferming. Zo snelt hij naar zijn zoon toe en ontvangt hem liefderijk nog zonder dar er een woord is gezegd. Let u daar toch op! De vader gaat niet eerst voor die zoon staan en zegt niet: Zo biecht nu maar eens op. Hoe vind je nu eigenlijk zelf wat je gedaan hebt? Het leek toch nergens op! Zo doen wij mensen onder elkaar. We willen wel vergeven, maar eisen eerst degelijke schuldbelijdenissen. We nemen de ander nog zo maar niet aan. Die vader vraagt niets, die vader geeft alleen maar. Hij geeft alleen maar diepe innige liefde. Hij ontfermt zich. Wat rijk dat de Heere Jezus in deze vertelling ons God de Vader zo voorstelt. Maar dat niet alleen. In heel Zijn optreden! Toen Filippus vroeg: Heere, toon ons de Vader en het is ons genoeg, antwoordde Hij: Wie Mij gezien heeft, heeft de Vader gezien. Door alles wat Hij doet straalt de liefde van de Vader heen. Als Hij met tollenaren en zondaren eet en ze ontvangt, laat Hij daarmee zien, hoe tollenaren en zondaren bij de Vader welkom zijn, helemaal en van harte. Daarom vertelt Hij juist deze gelijkenis. Hij legt Zijn houdingen uit aan de Farizeeën en Schriftgeleerden. Van heel het verhaal is niet het belangrijkste de bekering van de zoon, maar de liefde van de vader. Zoals hier die vader zijn terugkerend kind zonder voorwaarden omhelst en ontvangt, zo wil God ook een ieder, die tot Hem komt in genade aannemen. Die tot Hem komt zal Hij geenszins

uitwerpen. Ach, wij zijn nog wel eens met de voorwaarden bezig. Om terug te keren zal ik toch wel aan bepaalde eisen moeten voldoen. Hij zal vragen naar mijn oprechte berouw. Ik zal er eerst blijk van moeten geven, dat het echt is. En zo tobben we maar rond in onszelf om daar dat echte te vinden.

Deze vader vraagt niets. Hij ziet zijn zoon aankomen en snelt hem tegemoet. De hemelse Vader vraagt ook niets. Hij komt u tegemoet met zijn onvoorwaardelijke nodiging. O alle gij dorstigen, komt tot de wateren en gij die geen geld hebt: Komt, koopt en eet zonder prijs, wijn en melk. De hemelse Vader vraagt niets. Hij heeft immers Zelf alles gegeven. Hij gaf Zijn Zoon, Zijn Enige, Zijn Geliefde. De vader uit de gelijkenis had bij wijze van spreken nog twee zonen. God de Vader had er maar Een. Die heeft Hij overgegeven. Die aardse vader moest zijn kind wel afstaan. God gaf Hem vrijwillig voor zondaren.

En Die Zoon Zelf? Neen, Die was geen doorbrenger. Hij was een Volbrenger. Hij heeft al de gerechtigheid der goddelijke wet volbracht. En toch Hij werd niet zonder meer aangenomen. Hij mocht het Vaderhuis niet binnen. Hij stond voor de deur, maar ze bleef gesloten, zodat Hij moest klagen: Mijn God, mijn God waarom hebt Ge mij verlaten.

En dat is geen gelijkenis, dat is werkelijkheid. De bittere werkelijkheid van Golgotha. Bitter en tegelijk toch zo heerlijk. Want daar zien we God rechtstreeks in Zijn hart. Daar wordt het geheim van Gods liefde helemaal opengevouwen en de diamant ligt te schitteren voor ieders oog. Het heerlijke sieraad van Gods genade in Christus Jezus. Daar wordt het helemaal zonder reserves openbaar. Deze ontvangt de tollenaars en zondaars en eet met hen.

HEER', door goedheid aangedreven, Zijt Gij mild in 't schuldvergeven; Wie U aanroept in de nood, Vindt Uw gunst oneind ig groot. HEER', neem mijn gebed ter ore; Wil naar mijne smeking horen; Merk naar Uw goedgunstigheên, Op de stem van mijn gebeên.

E. Jac. W.

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.hertog.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 29 januari 1982

Gereformeerd Weekblad | 12 Pagina's

Deze ontvangt de zondaars

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 29 januari 1982

Gereformeerd Weekblad | 12 Pagina's