EEN NIEUW JAARSGROET
Jezus Christus is gisteren en heden Dezelfde en tot in der eeuwigheid. Hebreeën 13 : 8.
Met het eeuwig Woord staat de gemeente van Jezus Christus in de golfslag van de tijd. Wars van weemoed over het verleden. Gekant tegen de overmoed met het oog op morgen. Zij mag in het geloof wèl getuigen: Wij hebben dan altijd goede moed.
Wilt u het geheim van deze levenshouding weten? Hier is het: Jezus Christus is gisteren en heden Dezelfde en tot in der eeuwigheid. Jezus Christus de Rots in de branding, het Licht in de duisternis. Het geloof in Hem is als een anker der hoop en Zijn Woord ons kompas op de levenszee.
Het verband van de tekst wil ons duidelijk maken dat de verandering der bewegelijke dingen op handen is. Alsmede hun verdwijning. Wij hebben hier geen blijvende stad. De toekomstige perspectieven openen zich naar de kant van de toekomende stad, die we zoeken èn die ons nadert met de dag van Christus' wederkomst.
Jezus Christus, Zijn Naam wordt het eerst, in onze tekst genoemd. Geen wonder, want alles hangt aan Hem en hangt van Hem af. Het is dan ook niet zozeer de bedoeling van ie tekst een verhandeling te geven van het onveranderlijke Wezen Gods. Moge dit al verondersteld zijn, het gaat er veeleer en veel meer om de christenen in de strijd van het leven te bemoedigen. Wij gaan niet speculeren en theologiseren over de eeuwigheid en de onveranderlijkheid Gods.
U moet weten dat de christenen onder de Hebreeën daar niet de minste behoefte aan hadden. Deze mensen zagen zich alles ontgallen. Van hun bezittingen beroofd werden ze om Christus' wil vervolgd. In dergelijke situaties heb je er niet genoeg aan dat je weet: er is een God. Dan heb je nodig het geloof dat God is, dat Hij bestaat, en leeft en er-bij is. Dit weet ik dat God met mij is.
Daarom is onze tekst een belijdenis. Tegelijk ook een belofte. Het is hèt antwoord op de bange klacht, die de vraag oproept: Zou God Zijn gena vergeten? Daar klinkt een Naam. Jezus Christus. Hij is het bewijs dat God er is. In Hem is het openbaar dat God zegt: Ik zal u niet begeven en Ik zal u niet verlaten.
Daarmee moeten en mogen we het jaar onzes Heeren 1982 weer in. Daarmee kan het alleen. Jezus Christus, de roep van redding over de woelige levenszee. De Naam straalt als een vuurtorenlicht in de nacht, nu het schip van de kerk en ook ons eigen levensscheepje uit de koers dreigt te slaan.
Jezus Christus, die Naam zo rijk van eer is tot onze vreugd nabij. Hij is de Alpha en de Omega, het Begin en het Einde. Hij is de overste Leidsman en Voleinder des geloofs.
Jezus Christus is. Hij is hier, Hij is de Ladder Jacobs., de Herder Israëls. Hij zal Zijn kudde weiden gelijk een Herder.
Jezus Christus is gisteren... Was gisteren, moet je zeggen. Ja, dat zou waar zijn als de zin daarmee af was. Maar dat is niet het geval. De zin loopt door. Omdat Hij niet, net als wij, van gisteren is. Hij is van eeuwigheid en tot eeuwigheid God. Anders zouden we er geen houvast aan hebben.
Immers gisteren... dat is voor ons verleden tijd. Mijn verleden? Niet aan denken. Zand er over, vergeten maar. Uw T en mijn verleden maakt ons bang, want er ligt zoveel wat niet deugt. We hebben allemaal de neiging om „gisteren" weg te duwen in de ondeste la van ons bewustzijn. Weet u nog? Weet jij nog?
Ach zeur niet, 1981 is toch voorbij. We beginnen 1982 met een schone lei. Gelukkig nieuwjaar. Een zalig uiteinde en een goed begin. Ziezo, dan zijn we er weer voor een jaar vanaf. Maar u bent nog niet van God af. Weet u van niets? Nu, dan zal de Heere het ordentelijk voor uw ogen stellen. God haalt mijn verleden op. Waar blijf ik nu met mijn schone lei? Het wordt langzaam maar zeker een zwarte lijst. U hebt het vergeten... God niet.
God zij dank is er nog een andere manier om aan het verleden te denken. Als het wezen mag dat de Heere al uw schuld van heel uw leven heeft vergeven. Als mijn hemelhoge zonden zijn toegedekt in het bloed van Christus. Mag u uw verleden zien belicht vanuit Jezus Christus?
Jezus Christus is gisteren. Wat deed Hij gisteren dan? Was Hij niet bij de Vader, eer-de wereld was? Herinnert Zijn Naam niet aan de kribbe en het kruis, aan de Godverlatenheid en het opgesloten graf? Is Zijn verleden niet verweven met Zijn dood en bloedstorting, en met de kracht van Zijn opstanding boordevol gevuld?
Mag u in Zijn licht uw verleden zien? Weet u het nog? Wanneer was het ook weer, gisteren, eergisteren. Ja, zegt iemand, ik weet het nog als de dag van gisteren, dat Jezus Christus zich aan mij bekend maakte in Zijn liefdevolle barmhartigheid. Hij maakte mijn verleden tot Zijn eigen verleden, met al de gevolgen van dien. Hij maakt mijn verleden ongedaan. Mij is barmhartigheid geschied. Mijn verleden werd toen ongedaan gemaakt. Dat heeft Hij op Golgotha gedaan en Hij heeft het handschrift onzer zonde dat tegen ons was, aan het kruis gehecht en gedood. Ik zal nooit vergeten de reiniging van mijn vorige zonden, maar God heeft gesproken en de Geest heeft mij verzekerd: Ik gedenk uwer zonden niet meer. Ik kan niet met een schone lei beginnen. Het is anders: De schuld uws volks hebt ge uit uw boek gedaan, ook ziet Gij geen van hunne zonden aan.
Dat heeft Jezus Christus in het verleden gedaan.
Maar we lezen verder. Jezus Christus is gisteren en heden Dezelfde.
Onze tekst is als een bloem die zich opvouwt in de zomermorgenzon. Gisteren en heden liggen verborgen in Jezus Christus. Is, is 'n koppelwerkwoord. Het getuigenis van de apostel brengt ons in herinnering de Woorden van God bij de brandende braambos. Ik Ben, Die Ik ben. Ik zal zijn Die Ik zijn zal.
Ook kunt u dit woord horen als: Ik Bèn Er. Hij is er bij. Ook nu Jezus Christus opgestaan is uit de doden en zit aan de rechterhand des Vaders, wijkt Hij met Zijn genade, majesteit en Geest nimmermeer van ons. En zoals de Heere beloofde met Israël te zullen zijn, zo zegt Hij met het oog op heden, met het oog op 1982 dat Hij er is. Dat Jezus Christus alle macht is gegeven in de hemel en op de aarde. Hij regeert nu de wereld en de Kerk. Hij is niet afhankelijk van de vergankelijkheid en de gebrokenheid der tijden. Gij evenwel, Gij blijft Dezelfde, o Heere. Hij heeft in zes benauwdheden geholpen en in de zevende zal Hij u niet alleen laten. Hij blijft Dezelfde, niet in het minst
als we letten op Zijn trouw. Hij draagt de Naam Immanuël, God-met-ons.
Deze bemoediging hadden de Hebreeën broodnodig. Hun heden zag er niet zo rooskleurig uit. Ze dreigden bijna het geloof in God te verliezen, zo zwaar was hun moeite en strijd. Maar zegt de apostel: richt op de trage knieën en versterkt de slappen handen. Jezus Christus, Die gisteren Zijn hulp deed blijken, zal u vandaag Zijn genade niet onthouden. Houdt vol, zo mogen we elkaar oproepen tot geloven. Nog méér mag ik heden zeggen. Hij houdt het vol.
Mijn heden? Och heden nog aan toe, hoe moet ik verder. Je moet er maar zitten. Voor je gevoel van God en mensen verlaten. U moet maar verder zien te komen als weduwe of weduwnaar. Als verlaten en verstoten, als wees of Je moet maar zitten bij de scherven van je gebroken geluk. U denkt toch niet dat alleen de mensen van de wereld zitten met de vraag: Is God een God van liefde? Asaf, een kind van God, wist er ook geen raad mee. Israël zegt dikwijls, te dikwijls: de Heere heeft mij vergeten. Job klaagt dat God hem een loerende beer is.
Mijn , , heden" zegt iemand? Ik zit nog onder de schuld. Ik heb nog steeds geen zekerheid des geloofs. Ik ben door uwe Wet te schenden, krom van lenden.
Ook is het mogelijk dat u zucht onder de last: Het goede wat ik wil dat doe ik niet en het kwade dat ik niet wil, dat doe ik. Waar moet u heen met ziekten en zorgen en zonden?
Jezus Christus, zegt het Woord, is gisteren en heden Dezelfde. Het ongeloof zegt altijd: vroeger is nu niet. Het geloof slaat een andere toon aan: 'k Zal gedenken hoe voor deze. Ons de Heere heeft gunst bewezen.
Jezus Christus is Dezelfde in hulpvaardigheid, in schuldvergevende liefde, in trouw en in macht. Groot van waarheid en eindeloos goed. Hij staat met Zijn heden in voor het feit dat de poorten der hel Zijn gemeente niet zullen overweldigen. Nog is Hij de Vriend van tollenaren en zondaren. Nog bedelt Hij: kus dan de Zoon opdat Hij niet toorne en gij op de weg vergaat. Hij is nog Braanbreker tot de zaligheid. Brenger van de vrede. Broeder onder de broeders ~en eeuwig Hogepriester om voor u te bidden dat uw geloof niet zal ophouden.
De Heere is mij tot hulp en sterkte.
Als Hij met Zijn heden verschijnt aan ziek-en sterfbedden, in lichamelijke en geestelijke worsteling, in nood en dood, in eenzaamheid en verlorenheid, in berouw en schuldbesef, ja, dan durven wij vrijmoedig te zeggen: De Heere is mij een Helper, ik zal niet vrezen, wat mij een mens zal doen.
Dezelfde, dat spreekt van Zijn eeuwige trouw, waarin Hij het nooit af laat weten. Let eens op wie Hij was voor Adam toen hij viel en voor Abraham toen hij struikelde en voor David toen hij zondigde, voor Petrus toen hij Hem verloochende.
Kom, sla de reismantel om en neem de reisstaf in de hand, ook voor 1982. Ik zal u opnemen en dragen en redden en tot de ouderdom en de grijsheid toe zal Ik Dezelfde zijn.
Wat Christus geeft, maar het moet dan ook wel Christus zijn, kan door geen tijd noch eeuwigheid ontnomen worden.
Mijn heden? O, heden laat ik zien dat ik met mijn heden mij geborgen mag wetenin Zijn onveranderlijk heden. Want ik moet het helemaal van Jezus Christus hebben. Dat opent uitzicht op de toekomst. De troostbron in onze tekst eenmaal geopend is als een fontein met steeds vers opborrelend water.
Jezus Christus is gisteren en heden Dezelfde en tot in der eeuwigheid. Wat zal de toekomst brengen, vragen wij ons af aan het begin van het nieuwe jaar?
Maak u geen illusies. Pijn zal er zijn, rouw zal er zijn, moeite en teleurstellingen zullen er zijn. De dood zal komen en het oordeel over uw leven. En mogelijk dit jaar uw dagvaarding voor de Rechterstoel van Christus. Wat er zal zijn? Niet anders dan wat het verleden gebracht heeft. Morgen, zeggen de mensen. Maar morgen is overmorgen weer het oude en versleten kleed van het verleden. Ik heb geen enkele verwachting. Het lijkt wel, het lijkt wel... nu, zeg het maar.
Doemdenken, zegt iemand. Laat dat maar aan de wereld over. Het is een tikkeltje realiteitszin, geleerd in de omgang met Christus. Want daar valt nu God met Zijn Woord, met het Vleesgeworden Woord middenin. Jezus Christus is gisteren en heden Dezelfde en tot in der eeuwigheid. Ook morgen kan ik op Hem aan. En overmorgen. Hij zal met ons zijn tot aan de voleinding der wereld en daarna, daarna zullen de met bloed gekochten eeuwig bij Hem zijn.
Zijn toekomst wordt geen ijle fantasie, geen nevelachtige speculatie, en het geloof van Christus' gemeente is geen goedkope wissel op de eeuwigheid. Want... Jezus Christus is gisteren en heden Dezelfde tot in eeuwigheid.
Eeuwige liefde gaat niet voorbij en eeuwige trouw zal niet wankelen. De troost en beloften vallen samen in de wetenschap des geloofs: Wij zijn in Jezus' handen. Wij die weten de zaligheid is ons nu nader dan toen wij eerst geloofd hebben. De anderen moeten nog leren sterven om uit Hem te leven en moeten horen in de vergankelijkheid der tijden: Dit is het eeuwige leven dat zij u kennen, de enige en waarachtige God en Jezus Christus, die Gij gezonden hebt. De Jezus van de kribbe, van het kruis, van de opstanding en de' hemelvaart, de Jezus van Pinksteren, is ook Degene die wederkomt.
Wie zal ons scheiden van de liefde Gods? Boven de puinhopen van de wereld uit rijst de Dag van de Zoon des mensen. En de engel zwoer bij Die, Die leeft in alle eeuwigheid dat er geen tijd meer zijn zal. Dat is de toekomst voor Gods Kerk.
Licht valt vanuit de eeuwige Christus over het duister levenspad Die ons bestraalt waar wij ook gaan.
Licht uit Gods wereld en we zien dan in dit licht hoe dood, duivel, zonde en hel hun macht hebben verloren. Zijn eeuwigheid is er garant voor dat de dood er niet meer zal zijn, en de moeite en de rouw en de tranen ook niet meer.
Op het smalle pad tussen vergeving en thuiskomst wordt de blijde hoop beoefend dat er geen nacht meer zijn zal.
Wie Jezus kocht, brengt Llij thuis.
Met deze belofte kunnen we 1982 wel aan en bij deze belijdenis kunt u leven net zo goed als u er op sterven kunt. Want... Jezus Christus is gisteren en heden Dezelfde tot in der eeuwigheid.
K. a. Z.
H. V.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 8 januari 1982
Gereformeerd Weekblad | 12 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 8 januari 1982
Gereformeerd Weekblad | 12 Pagina's