Advent
De herkomst van de Advent
Sinds onheuglijke tijden begint het zogenaamde „kerkelijk jaar" met de Advenlsprediking. Gedurende de vier zondagen die aan het Kerstfeest voorafgaan worden de Schriften geopend die spreken van de komst van Christus in het vlees. Dc Adventstijd is al oud, echter niet zo oud als de christelijke Kerk zelf. In de eerste eeuwen werd aan het geboortefeest van Christus nauwelijks enige aandacht besteed, hèt feest van de Kerk was het Paasfeest. En wanneer het Kerstfeest niet wordt gevierd, dan is er natuurlijk ook geen sprake van Advent.
De opkomst van het Kerstfeest is uit minstens twee oorzaken te verklaren. Allereerst heeft het Docetisme, dat leerde dat Christus alleen een schijnlichaam had, de Kerk ertoe gebracht meer nadruk te leggen op de waarheid van Christus' menswording. Daarnaast was er behoefte aan een feest ter vervanging van het heidense Midwinterfeest, ook wel genoemd het feest van de Sol Invictus (de onoverwinnelijke zon). Dat feest ging veelal gepaard met allerlei uitspattingen en naarmate het Christendom zich over Euroipa uitbreidde werd het Midwinterfeest verdrongen door het feest ter herdenking van het Licht dat in de wereld gekomen is.
Langzamerhand werd de „Kersttijd" verder uitgebouwd. In de vijfde eeuw na Christus liet men vier, in sommige streken zes zondagen aan het Kerstfeest voorafgaan. Zo moest de gemeente worden voorbereid op de herdenking van Christus' komst in het vlees. Die tijd was bedoeld als een soort parallel met de Vastentijd die aan de viering van het Paasfeest voorafging. Die Adventstijd stond in het teken van boete en inkeer. Dc gemeente werd opgewekt om zich voor God te verootmoedigen omdat onze zonden het immers nodig hadden gemaakt dat Gods Zoon Mens werd.
Na de Reformatie
Dc Reformatie handhaafde de vier Adventszondagen als voorbereiding op het Kerstfeest. In Nederland echter had men onder invloed van Calvijn de viering van alle feestdagen willen afschaffen, omdat de zondag eigenlijk de enige bijbelse feestdag was. Maar „om de zwakheid van het vlees" was men toch niet al te radicaal: de Nationale Synode van Dordrecht (1618 — 1619) nam de Kerstdag op in de rij van christelijke feestdagen. De viering van de daaraan voorafgaande Adventstijd bleef voorlopig nog achterwege.
In de 18de cn vooral in de 19de eeuw gingen de predikanten toch op de zondagen die aan het Kerstfeest voorafgingen weer preken over Oud-Testamentische stoffen waarin de geboorte van Christus werd voorzegd. En vandaag de dag weten we niet beter meer of we worden in de prediking voorbereid op de viering van het Kerstfeest.
De betekenis van het Oude Testament
Het was de bekende Utrechtse homileet
uit de vorige eeuw, J. J. van Oosterzee, die heeft opgemerkt dat „de Adventsperiode geschikt is om de gemeente dieper in te leiden in het Oude Testament, waarin zij vaak zo weinig thuis is". Het spreekt bijna vanzelf dat men voor de Aavcntsprediking allereerst grijpt naar Oud-Testamentische teksten waarin op de een of andere manier gesproken wordt over de verwachting van de komende Messias. Dat kunnen stoffen zijn uit de vijf boeken van Mozes, of uit de psalmen, of uit de profeten. Het Oude Testament is immers „het boek der verwachting", waarin op zoveel verschillende manieren de komst van Christus in het vlees wordt aangekondigd.
Alleen — wij kunnen het Oude Testament, ook alle teksten die spreken van de komst van Christus, niet anders lezen dan vanuit de vervulling. Wij mogen weten hoe de Heere de komst van Zijn Zoon in het vlees heeft aangekondigd en voorbereid. Hoe de vromen van het Oude Testament op die beloften hebben gereageerd. Hoe zij naar Zijn komst hebben uitgezien. Koe zij op Zijn heil hebben gehoopt. Maar wij kunnen niet meer doen alsof ook wij in die Oud Teslamentischc bedéling leven, alsof ook wij op dezelfde wijze naar Zijn komst uitzien. Wij vernachten Hem niet meer zoals zij Hem hebben verwacht. Wij staan achter Bethlehem en achter Golgotha. De Adventsprediking moet voor ons daartoe dienen dat we vanuit dc vervulling de beloften des te beter verstaan. Het Evangelie verklaart nu eenmaal het Oude Testament.
Het begin van het Nieuwe Testament
Ook de eerste hoofdstukken van het Nieuwe Testament lenen zich uiteraard bijzonder goed voor behandeling in de Adventstijd. Ik denk dan aan Mattheüs 1, het geslachtsregister van de Heere Jezus, en aan Lukas 1, waarin de geboorte van Johannes wordt verteld en de geboorte van Christus wordt aangekondigd. Al moeten wc ook hier waken tegen het gevaar dat Zacharias, Elisabeth en Maria als modellen dienen voor de verwachting van de Zaligmaker. Want zoals zij Hem verwachtten, verwachten wij Hem nu niet meer. Wij weten dat Hij gekomen is en dat Hij Zijn belofte heerlijk heeft vervuld.
De volheid des tijds
Steeds weer zal in de Adventsprediking de nadruk moeten worden gelegd op het feit dat „de volheid des tijds" gekomen is. Dat men de komst van Christus in het vlees de nieuwe bedéling begonnen is.
Dat is een eigenaardig begrip, dat we aantreffen in Galaten 4 : 4: wanneer de volheid des tijds gekomen is heeft God Zijn Zoon uitgezonden, geworden uit een vrouw, geworden onder de Wet."
De tijd wordt ons daar voorgesteld als een maat die gevuld wordt. Als we het Oude Testament lezen, dan lijkt het soms wel alsof de beloften van God zomaar achteloos rondgestrooid zijn. Alsof er geen enkel verband in zit. En als dan de laatste profeet, Maleachi, gestorven is, dan zwijgt de profetie vierhonderd jaar. Dan lijkt het alsof
de Heere Zijn beloften vergeten is. Alsof ze nooit vervuld zullen worden. Maar de tijd moet vervuld, de tijd moet vol worden. De Hccre laat de dagen, de weken, de maanden, de jaren zomaar voorbijgaan. Hij laat ze vol worden. Dat is de volheid des tijds.
En alléén de Heere Zelf bepaalde wanneer die tijd vol was. Zeker, het was een turbulente, een verwarde tijd. De Romeinse adelaar beheerste heel de bekende wereld. Vele volken zuchtten onder bezetting en onderdrukking. En overal kon men horen dat het zó niet langer kon, dat er verandering moest komen. Overal leefde ook een bepaalde verwachting van een redder, een bevrijder, die een einde zou maken aan de onderdrukking, die zou afrekenen met de bezetters. Maar uiteindelijk bepaalde de Heere alléén wanneer de tijd vol was. Hij hield Zelf de klok in het oog. Christus is niet gekomen op een tijdstip dat door mensen werd bepaald. Dat tijdstip lag in Gods welbehagen.
De voleinding der eeuwen
We hebben dat keerpunt in de geschiedenis, de volheid des tijds, dus achter ons. We leven in het „laatste der dagen", dat ingeluid is met de komst van Christus in het vlees. Maar daarom hebben we nóg wel iets
om naar uit te zien. We leven naar de tweede komst van Christus toe, Zijn komst op de wolken des hemels om te oordelen de levenden cn de doden. Van de volheid des tijds gaat het nu naar de voleinding der eeuwen. Hij Die gekomen is als een hulpeloos Kind in de kribbe, Hij zal straks komen als de Koning op Zijn troon.
Dat laatste element mag in de Adventsprediking niet ontbreken. In dat licht gezien kan de Adventstijd, evenals in de Oude Kerk, ook voor ons een tijd van boete en inkeer zijn. De Rechter staat voor de deur, en hoe zullen we Hem tegemoet reizen, hoe zullen we Hem ontvangen?
Kennen we Hem in Zijn eerste komst in het vlees, en in Zijn komst in ons hart, dan mogen we ook verlangend uitzien naar Zijn komst in heerlijkheid. Met het oog daarop zingt een bekend Adventslied:
„Nog eens zal Hij verschijnen Als Rechter van 't heelal, Die 't hoofd van al de Zijnen Voor eeuwig kronen zal. Nog is die dag verborgen, Wacht hem gelovig af! Terwijl de blijde morgen Reeds schemert boven 't graf."
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 11 december 1981
Gereformeerd Weekblad | 12 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 11 december 1981
Gereformeerd Weekblad | 12 Pagina's