KLEINE KRONIEK
Catechismus en heilsegoïsme
In het 'Centraal Weekblad' van 28 oktober j.1. gaat ds. J. Overduin in op de vraag: Geeft de catechismus aanleiding tot heilsegoïsme? Ds. Overduin komt tot hiertoe omdat hij van verschillende kanten en in verschillende toonaarden deze kritiek had'gehoord. De Heidelberger zou het heilsegoïsme in de hand hebben gewerkt. Men bedoelt daarmee dat een mens alleen maar oog heeft voor eigen ziel en zaligheid en zich verder nergens om bekommert. Als ik maar behouden word, dan is het goed. Ds. Overduin zegt dan o.a. dat het er op aan kemt hoe men de Schrift en ook de catechismus leest. Welke bril heeft men op. Ds. Overduin schrijft dan:
„Vooral in onze tijd is de hermeneutiek (de methode en de sleutel voor de uitlegging) een bijzonder brandend vraagstuk. Wie nadert tot de Schrift en de belijdenis als een onbeschreven blad papier? Wie neemt niet bepaalde overtuigingen mee? Tegenwoordig spreekt men van allerlei exegetische methoden (historisch-kritische, literaire, materialistisch feministische, structurele, dogmatische, bevindelijke, mystieke en maatschappijkritische). Met welke bril lezen wij de bijbel?
De Heilige Schrift is enorm rijk aan aspecten van het heil. Ieder kan met een bepaalde instelling en overtuiging (soms geheel van buiten de Schrift) tot de bijbel naderen om die te openen met de sleutel van zijn overtuiging. Uitleggen van Gods Woord geschiedt nooit zonder een bepaald element van inleggen. Dat kan natuurlijk zo de spuigaten uitlopen dat men bijna niets meer hoort van wat Gods Woord heeft te zeggen, maar alles hoort van wat de uitlegger wil beweren. In dat geval is er sprake van een misbruiken en exploiteren van Gods Woord. Men heeft dan meer naar zichzelf dan naar Gods Woord geluisterd. Ja, de bijbel geeft al eeuwen lang aanleiding tot allerlei misbruik, tot allerlei ketterijen, ook tot heilsegoïsme.
Hoe ontkomen wij aan zulke gevaren? Een eerste zedelijke èn wetenschappelijke vereiste is om zo eerlijk en onbevooroordeeld mogelijk te luisteren naar hoe de bijbel zich zelf als totaliteit presenteert en niet hoe wij onszelf aan de bijbel presenteren. Dat zal in deze onvolmaakte wereld nooit honderd procent volmaakt slagen. Daarom blijft het een louteringsproces in het verstaan van Gods Woord, opdat wij zo min mogelijk aanleiding geven tot verkeerde conclusies. De geestelijke kant van de zaak is het gebed om de Heilige Geest die het Woord doet verstaan, terwijl de zakelijke kant bestaat in eerbied voor het voorwerp (i.e. de bijbel) van onderzoek.
Nu, dit geldt ook van de Heidelberger.
Heilsegoïsme?
Wij beginnen toe' te stemmen dat er aanleiding is tot heilsegoïsme. Dat kan men ook van Gods Woord zeggen. Er zijn nog meer ongelukken gebeurd. De bijbel kan aanleiding geven tot fatalisme, valse lijdelijkheid, revolutie, werkheiligheid, verdienstelijkheid, nationalisme, theosofie en antroposofie, de leer van de Jehova-getuigen, vals conservatisme en zoveel meer. De zaak is echter of men dan niet een bepaald aspect, één of een reeks bepaalde woorden verabsoluteert ten koste van andere aspecten en woorden.
Nu, onze catechismus, in handen van onvolmaakte mensen, ontkomt ook niet aan dit gevaar. Zij die menen dat er sprake is van heilsegoïsme, omdat het geestelijk en eeuwig belang van de zondaar centraal staat, wijzen op de volgende veel voorkomende vragen:
„Wat is uw enige troost, beide in leven en sterven" (zondag 1);
„Is er enig middel, waardoor wij deze straf kunnen ontgaan en wederom tot genade komen? " (zondag 5);
„Wat nuttigheid verkrijgt gij door de heilige ontvangenis en geboorte van Christus? " (zondag 14); „Wat verkrijgen wij meer voor nuttigheid uit de offeranden en de dood van Christus aan het kruis? " (zondag 16);
„Wat nut u de opstanding van Christus? " (zondag 17);
„Wat nu ons de hemelvaart van Christus? " (zondag 18).
Wat nut u en wat troost u? Wordt hier niet telkens de verlossing van de zondaar centraal gesteld? Ligt hier niet de wortel van het heilsegoïsme? Mijn behoud, mijn zaligheid, mijn zekerheid, mijn hemel? Het gaat toch niet om ons, maar om de liefde tot God en de naaste! En dikwijls nog exclusiever: wij kunnen God niet direct maar slechts indirect via de liefde tot de naaste liefhebben. Er is een type vroomheid die meer bezig is met al die nuttigheidsvragen dan met de antwoorden die daarop volgen. En ja, dan zet men zich gevangen in de cirkel van het heilsegoïsme.
Enkele antwoorden
Wanneer iemand dreigt te verdrinken en in doosnood „help, help" roept blijft u dan aan de kant staan en spreekt u hem vanuit een hoge, belangeloze moraal toe: „man, dat is allemaal egoïsme, want jij wilt gered worden, denk liever aan de miljoenen hongerlijders". Nee, want in deze concrete situatie moet er uit liefde tot de naaste gered worden. De nood van de derde wereld komt straks weer aan bod.
Wanneer God de wereld in doodsnood ziet vanwege afval van haar levenswortel, dan zegt Hij: „Alzo lief heb Ik de wereld dat Ik Mijn Zoon gezonden heb, opdat iedereen, die in Hem geleeft, niet verloren ga, maar eeuwig leven hebbe".
Deze redding heeft niets te maken met egoïsme, maar integendeel met de verlossing van de schuld van ons egoïsme en van de macht van ons egoïsme. Wij moeten als navolgers Gods de radicale èn allesomvattende nood zien. Naarmate wij leven uit deze zondaarsliefde tot ons, naar die mate wordt ons egoïsme gebroken en zullen wij niet kunnen nalaten God wederliefde te bewijzen, waarvan de echtheid getoetst in onze liefde tot de naaste (zie Matth. 25 : 31—46 en 1 Joh. 4 : 19—21).
Wie weet te leven van het wonder dat God in Christus ons liefheeft, toen wij nog vijanden waren begint ook de vijanden lief te hebben, de vervolgers cn vervloekers te zegenen (zie Rom. 5 : 1 — 11 en de hele Bergrede).
Het is wel waar dat de catechismus heel sterk benadrukt de rechtvaardiging van de goddeloze uit louter genade zonder enige verdienste van onze kant, maar dit zware accent was toen wel nodig en actuecl als reactie tegen de vlakke werkheiligheid vol van de menselijke prestaties als verdienste tegenover de heilige God. In deze tijd van modern wetticisme hebben wij het weer broodnodig.
Maar Luther, Calvijn en onze catechismus vormen juist de meest scherpe afwijzing van het heilsegoïsme door eigen goede werken. De vrome en brave mens werd juist uit zijn middelpunt geslagen, opdat Christus centraal zou staan. De Reformatie huppelde niet goedkoop over de zware schuld van de zonde heen.
En nu moet u de catechismus opnieuw lezen en dan bemerkt u dat daar net zo weinig, ruimte voor heilsegoïsme en voor dc goedkope genade wordt gelaten als bij Paulus.
Niet goedkoop
Ook Paulus, die het wegnemen van de schuld onzer zonden aangrijpend verkondigd heeft, is even ernstig over het breken van de macht van de zonde. Geen goedkope genade, d.w.z. niet op het oude zondige spoor verder gaan, omdat de genade toch alles goed maakt.
Na Rom. 5 volgt Rom. 6: „Wat zullen wij dan zeggen? Mogen wij bij de zonde blijven, opdat de genade toename? Volstrekt niet! Immers, hoe zullen wij, die der zonde gestorven zijn, daarin nog leven? " (zie Rom. 6).
Dezelfde vraag stelt ook Zondag 24: „Maakt deze leer (door genade alleen gered worden) niet zorgeloze en goddeloze mensen? "
Karl Barth noemde deze soort vragen, vragen van de bezorgde onwedergeboren mens, de buitenstaander, die geen verstand van de allesbeheersende genade heeft.
In allerlei toonaarden horen wij zowel van de kant van humanisten als van humaniserende theologen deze bezorgde vraag die Paulus en de catechismus stelde: „Is het niet al te makkelijk en goedkoop, wanneer God „achter onze rug" en „zonder onze inspanning" vergeving schenkt? Is dat niet in strijd met de waardigheid en de vrije
verantwoordelijkheid van de mens? "
Ik stel een tegenvraag: Is het niet in strijd metde waardigheid en vrijheid van God om zich te ergeren aan deze soevereine genade? De genade wil juist de vrijheid en verantwoordelijkheid van de mens laten functioneren. En nu de catechismus in z'n totaliteit lezen om onder de indruk tc komen dat hier aan alle soort egoïsme (ook het vrome egoïsme) de oorlog verklaard wordt.
Ik doe slechts een greep.
Zondag 1 spreekt over de enige troost in leven en sterven. Dat betekent iets radicaals en allesomvattends. „Naar lichaam en ziel eigendom zijn van onze getrouwe Zaligmaker Jezus Christus" is het begin van een totale bevrijding van de schuld, de macht en de gevolgen van de zonde. Het is niet meer onder de oude heerschappij van welke machten ook en niet zelf Heer zijn, maar leven onder de verzoenende èn vernieuwende macht van een nieuwe Heer. En daardoor maakt Hij ons „van harte willig en bereid voor Hem voortaan tc leven". Dat houdt ook in voor de naaste te leven. Waar is hier sprake van hcilsegoïsme? Het tegendeel is waar.
En is het niet juist de doodsteek aan ons heilsegeïsme, wanneer zondag 16 „de nuttigheid" van het offer van Christus aan het kruis ook zeer nadrukkelijk noemt „dat door zijn kracht onze oude mens met Hem gekruisigd, gedood en begraven wordt, opdat de boze lusten des vleses in ons niet meer regeren, maar dat wij onszelf Hem tot een offerande der dankbaarheid opofferen". Elk moraliseren verbleekt in dit heldere licht. Elk humaniseren mist' dit radicale en allesomvattende van de catechismus.
Nieuw leven
En dat zelfde horen wij in de beantwoording van de vragen naar het nut van de opstanding en dc hemelvaart van Christus. Geen sprake van een ordinair en egoïstisch eigen voordeel zoeken. Hier geldt het nut in het klimaat van het Koninkrijk Gods. Als Hij in Christus Koning is en wij deel hebben aan al zijn weldaden, dan is de schuld verzoend en het nieuwe leven van offerbereidheid aangebroken.
„Wij worden door zijn kracht opgewekt tot een nieuw leven".
„En door zijn kracht zoeken wij dat daarboven is, waar Christus is, zittende ter rechterhand Gods, en niet dat op de aarde is".
Dat betekent niet dat wij de aarde ontrouw werden, maar juist in het zoeken naar hetgeen bij Christus in dc hemel is, kunnen wij op een gezonde en zinvolle manier zegenend op aarde verkeren.
En zo kunt u lezen over de sacramenten, de bekering, het gebod en het gebed. Altijd weer geen sprake van hcilsegoïsme maar van heils-offerbereidheid.
Het is hard nodig dat wij de diepe reformatorische preken horen om niet in een oppervlakkig wetticisme verward te raken. De wet is gewaarborgd in het evangelie. De heiligheid van ons leven ontspringt aan de bron van Christus' genade. Ons doen moet wortelen in Gods doen.
Onze jonge mensen en allen die een sterk realiteitsbesef hebben, zullen terecht zeggen: dat staat allemaal mooi op papier, maar wat zien wij ervan
in de praktijk? Het is beschamend dat ondanks de rijkdom van Gods Woord en van de catechismus de kerkmensen zo egoïstisch kunnen spreken en handelen, ook hcilsegoïstisch. Daarom zijn wij nooit klaar met het verwijzen naar de schoonheid en de ernst van onze belijdenis. Het komt nu aan op de beleving, m.a.w. op onze bekering." —
Tot zover ds. Overduin.
Siot
Ik meende er goed aan te doen deze verhelderende woorden van ds. Overduin aan onze lezers door te geven. Gelukkig kennen we in onze gemeenten nog altijd de leerdiensten op dc middag of in de avond over "ons oude leerboek". Hoe noodzakelijk dat de reine leer der zaligheid wekelijks aan de gemeente wordt doorgegeven en uitgereikt. Om geworteld en gegrond te geraken in Hem die het Hoofd der gemeente is, jezus Christus. Welzalig zij die naar Zijn reine leer nu ook in Hem hun heil en hoogst geluk mogen gaan beschouwen!
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 11 december 1981
Gereformeerd Weekblad | 12 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 11 december 1981
Gereformeerd Weekblad | 12 Pagina's