KLEINE KRONIEK
Lessen uit het verleden
In het Gereformeerd Weekblad (uitg. Kok, Kampen) schreef W. Bakker onlangs een tweetal artikelen over het uit de vorige eeuw bekende boek van ds. C. A. van Koetsveld: Schetsen uit de pastorie van Mastland. Oudere generaties hebben dit boek verslonden. En wie van u dit boek eens las, kan dat verstaan. Zeker, het is 19e eeuws en dat is aan stijl en opbouw te merken, maar het is tegelijk niet verouderd. Ik las zelf, naar aanleiding van het straks te citeren artikel van W. Bakker, nog weer eens het hoofdstuk dat handelt over zijn komst en bevestiging en intrede bij zijn eerste gemeente Westmaas > n de gevoelens die hij dan vertolkt, het is of je je eigen ervaringen vertolkt leest. Ds. van Koetsveld behoorde in de 19e eeuw tot die brede middengroep in de Hervormde Kerk die noch modernistisch noch orthodox wilde zijn in de zin van de Gereformeerden. Wij zouden vandaag zeggen: een man van de gematigde midden-orthodoxie.
Pastorale belevenissen
De scribent in het Gereformeerd Weekblad geeft een aantal ervaringen mee uit de pastorale praktijk zoals van Koetsveld die in zijn Schetsen ver-' telt en geeft er tevens eigen visie op. Leest u maar:
„Er is trouwens méér te noemen in „de andere wereld van Mastland" dat wij niet graag zouden zien terugkeren. Te denken valt aan wat Van Koetsveld in het negende hoofdstuk van zijn boek vertelt over de wijze waarop hij zich voor de eerste maal in zijn ambtsloopbaan moet kwijten van een taak die oudere studenten hem tijdens zijn laatste studiejaren hadden afgeschilderd als „een lastig gebruik in onze kerk": het huisbezoek. Daarbij ging het niet om het regelmatig terugkerend bezoek-met-pastoraal-gesprek van predikant en/of ouderling(en) aan gezinnen en alleenstaanden, zoals wij dat kennen (of: gekend hebben), maar om een rondgang van de predikant, die zich eventueel door een ouderling liet vergezellen, door de gemeente, in de weken voor Pasen, met het oog op de nodiging tot het avondmaal, dat in „Mastland" tijdens dat feest gevierd werd. Nu was vanouds in ons land het huisbezoek inderdaad met de voorbereiding tot avondmaalsviering verbonden geweest. Maar het was in veel gevallen tot een formaliteit geworden. Een lastig gebruik — sommige jonge predikanten hadden Van Koetsveld al eens ingelicht over de onaangenaamheden die zij daarbij ondervonden hadden... blijkbaar van gemeenteleden die zich met hun nieuwere opvattingen niet konden verenigen. De oudere collega bij wie Van Koetsveld voor zijn eerste huisbezoek-ronde te rade ging, adviseerde hem dan ook zich voorlopig te beoerken tot de vraag wie in elk gezin tot de lidmaten behoorden en dan met een zo algemeen mogelijk gestelde formule tot het avondmaal te nodigen. Het kwam er in feite op neer „dezelfde boodschap van huis tot huis rond te dragen, en van vijf tot vijf minuten te herhalen". Bovendien was het zaak op zijn woorden te letten, want „de achterdocht van onze tijd" — en hier verraadt zich reeds dc aanwezigheid van de spanningen die weldra mee tot de Afscheiding zouden leiden — zou er anders gemakkelijk venijn uit kunnen zuigen. Tussenbeide kan het zelfs geen kwaad dat men de predikant in het geheel niet verstond!
Aanvankelijk volgde Van Koetsveld deze raad op. Maar het verbaast ons niet dat zijn eerste rondgang hem diep teleurstelde. Wat voor nut had een bezoek waarbij de huisvader de vaste „aanspraak" beantwoordde met een afgemeten: „ik dank je wel, dominee", onmiddellijk gevolgd door de opmerking: „Gij hebt geen mooi weer bij de ommegang", terwijl de vrouwen verder gingen met aardappelen schillen of kousen breien? Of waarbij meer bevindelijke gemeenteleden „in treurige klaag-en preektoon" repliceerden, zonder overigens een antwoord van de predikant te verwachten, zodat ook hier van eer. godsdienstig gesprek geen sprake was? Om nog te zwijgen van die gevallen waarin het tot een formele oorlogsverklaring kwam, zoals bij „Baas Perkers", de kleermaker van het dorp, en diens vrouw, die Van Koetsveld een Baaispriester
noemden, een „prediker van eigen gerechtigheid", en hem en. zijn ouderling bij het vertrek nariepen: O blinde leidslieden der blinden!" Tussen haakjes: n Perkers, die in werkelijkheid Corstiaan van Sticht heette, tekende Van Koetsveld één van de latere voormannen der Afscheiding in het dorp, aan wie hij ook betere herinneringen bewaarde dan die hij tijdens dit huisbezoek had opgedaan. Toen bij het vertrek uit Westmaas in het najaar van 1835 een dochtertje van Van Koetsveld roodvonk kreeg en het onmogelijk was in de reeds grotendeels ontruimde pastorie te blijven, bood Van Sticht als eerste het predikantsgezin onderdak aan en leerde Van Koetsveld naar diens zeggen daarmee de waarheid van 1 Cor. 13 : 13 verstaan: de meeste van deze is de liefde"...
Om tot het huisbezoek terug te keren: geleidelijk heeft Van Koetsveld zich met dit onderdeel van zijn ambtswerk verzoend, al behield hij steeds iets van zijn onvrede. Dat laatste pleit voor hem. Pastor in hart en nieren werd hij door de gewoonte gedwongen in het keurslijf van een kerkelijke praktijk die hem meer verhinderde dan hielp om herder van zijn gemeente te zijn.
En dat hij dat laatste wilde wezen, is duidelijk. Het blijkt niet het minst uit de passages in de Schetsen waar over de armen wordt gesproken. Voortdurend werd de dominee van Mastland geconfronteerd niet slechts met het verschijnsel van de armoede maar met de concrete noden van honger, koude en gebrek in tal van gezinnen in zijn gemeente. Van Koetsveld ontliep deze gezinnen niet, gaf ze zijn pastorale steun en weer anderen de weg om te helpen. Als dorpspredikant was hij ook nauw betrokken bij de armverzorging ter plaatse, die aan de kerkeraad was toevertrouwd maar door deze aan de diakenen werd overgelaten, die zich op hun beurt, vooral bij moeilijkheden, weer graag achter de dominee verscholen. Schrijnend is het verhaal — dat door Van Koetsveld zelf overigens zonder kritiek, zelfs met een verwijzing naar het voorbeeld van de Nieuwtestamentische gemeente, verteld wordt — over de zondagse bedeling.
Na de middagdienst riep de armmeester — de oudste in functie zijnde diaken — de bedeelden één voor één bij name op om naar voren te komen, teneinde in het doophek brood en geld in ontvangst te nemen, waarbij zich door jaloezie cn andere oorzaken soms weinig verheffende tonelen afspeelden. Ook hiervan geldt dat wij de situatie van anderhalve eeuw geleden niet graag terug zouden wensen. „Mastland" vertegenwoordigt inderdaad een andere wereld!
En toch hebben die andere wereld en de onze iets gemeen. Men heeft er op gewezen dat de glimpen humor die op bijna elke bladzijde van de Pastorie te Mastland te vinden zijn, hun ontstaan te danken hebben aan de tegenstelling tussen de hoge idealen van het Rijk Gods, die de jonge dominee bezielen, en de menigmaal teleurstellende verwerkelijking daarvan in het leven van de gemeente. Als vignet op de omslag van het boek koos Van Koetsveld de tekening van een haan. daarmee verwijzend naar het luchtige, maar symbolische verhaal over de haan van de burgemeester die door een onbekende vermoord wordt en zo aanleiding geeft tot een hele dorpsrel. Het betreffende hoofdstuk eindigt met de woorden: „Evangelie van genade en liefde en zaligheid! Ieder prijst u en neemt uw woorden op de lippen; maar komt het aan op daden van zelfverloochening en edelmoedigheid — ach een dode haan heeft meer invloed bij diezelfde mensen, die u prijzen, dan gij." En in het naschrift van de tweede druk slaakt de schrijver de verzuchting: „O, waarom zijn wij niet meer, dan wij zijn!" De spanning tussen ideaal en werkelijkheid ook in het eigen leven en werken van de predikant, niet minder dan in dat van de gemeente. In dit opzicht zullen wij onszelf en de realiteit van de gemeente van nu in Van Koetsvelds bock telkens weer kunnen herkennen. Dat hij zich niet bij die spanningen neergelegd heeft, maar haar met geloof en humor te boven wist te komen, maakt zijn Schetsen ook nu nog tot boeiende en bemoedigende lectuur." —
Tot zover Bakker in zijn artikel „Terug naar Mastland".
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 27 november 1981
Gereformeerd Weekblad | 12 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 27 november 1981
Gereformeerd Weekblad | 12 Pagina's