Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Gij zult niet doodslaan! - En ons leger dan?

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Gij zult niet doodslaan! - En ons leger dan?

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

Ten geleide

Nu van 20 — 27 september de Vredesweek weer gehouden zal worden in veel kerken in ons land, plaatsen we een artikel van de hand van ds. C. Baas, legerpredikant te Roose? idaal dat hij ons toezond. We geven zijn visie graag door aan onze lezers. De problematiek is het meer dan de moeite 'waard om er ons diepgaand op te bezinnen. Dit artikel stond al eerder in het kerkblad van de Alblasserwaard: , , De Zaaier".

Waar het om gaat

Het 6e gebod is duidelijk: Doden is uit de boze. In het Nieuwe Testament wordt dit gebod verdiept. „Gy zult uw naaste liefhebben als uzelf!" wordt verdiept tot: „Hebt uw vijanden lief." „Zegent wie u vervloeken." Hoe zit dat dan met ons leger? De mannen (en vrouwen) die daarin dienen, de dienstplichtige jongens, zij functioneren en werken mee in een apparaat vol dodelijk geweld. Zij worden getraind op hanteren van dodelijke wapens. En zit je bij de commando's dan leer je te doden in een fractie van een seconde met blote handen. Hoe kan het Nederlandse volk, hoe kunnen de christelijke partijen in de volksvertegenwoordiging een leger op de been willen houden, met name nu een leger dat'uitgesproken atoomtaken heeft? Atoombommen kunnen alle leven in de hele schepping doden en door blijvende radio-activiteit ook blijvend onmogelijk maken. Het één valt niet met het ander te rijmen.

Persoonlijk

Ik ben legerpredikant bij het Korps Commando Troepen te Roosendaal. Zelf heb ik de commando-opleiding en de militaire parachutistenopleiding doorgemaakt en volbracht.

Veel mensen, de recruten, maar ook en vooral burgers, kunnen de combinatie legerpredikant-paracommando in één persoon niet plaatsen. De groene baret en de parawings op mijn uniform vinden zij strijdig met de twee gele kruisen op de kraagspiegel, die duidelijk maken dat ik protestantse geestelijk verzorger ben. Immers de commando's staan bekend als uitstekend opgeleide, geharde en gedrilde moordenaars (dit laatste is niet terecht) en een dominee moet toch de liefde van Christus in spreken, doen en laten duidelijk maken.

Ik probeer dan duidelijk te maken dat iedereen die in het leger een taak heeft, van schoenhersteller tot vlieger op dc F16, aan een apparaat meewerkt dat een allesdodende kracht kan ontplooien. Zelfs de recruut die opgeleid wordt tot gewondeverzorger. De Militair Geneeskundige Dienst heeft op het baretembleem de woorden staan: Eripiendo victoriae prosum. Dat Latijn betekent: Door weer op dc been te brengen ben ik van nut voor de overwinning, m.a.w. de gewonde moet weer zo snel mogelijk inzetbaar voor de strijd gemaakt worden. Vervolgens probeer ik duidelijk te maken dat er geen verschil is in de opdrachten om Christus na te volgen in doen en laten tussen een predikant of geestelijke en andere mensen. Wat een soldaat niet mag doen, mag een dominee ook niet. Maar wat een dominee mag doen, mag een soldaat ook. Voor ieder blijft de tegenstrijdigheid: De nodiging van de liefde van Christus in het gebod: „Gij zult niet doodslaan!" en het leger als een gigantisch apparaat door de huidige technologische mogelijkheden vol dodelijk geweld.

Relativering

Het gaat niet aan deze tegenstrijdigheid alleen maar toe te spitsen op de krijgsmacht met atoomtaken. Dat gebeurt vooral door mensen, die de slagzin van het Interkerkelijk Vredesberaad (I.K.V.) „de atoomwapens de wereld uit, om te beginnen uit Nederland" als evangelisch gebod eenzijdig hanteren en doordrukken. Atoomwapens uit Nederland en Nederland uit de NAVO (Noordatlantischc verdragsorganisatie met als tegenhanger het Warschau-pact van de communistisch geregeerde landen); eenzijdig ontwapenen, dit willen vanuit evangelische bewogenheid, is een poging om toch niet meer dan één symptoom van een veel grotere ziekte bestrijden.

We moeten er oog voor krijgen dat we in een cultuur leven die door en door ziek is. Cultuur wil zeggen: wat wij mensen er van gemaakt hebben. De ziekte van onze huidige cultuur-is dat wij mensen met elkaar machten hebben opgeroepen die ons te gronde richten, geestelijk en lichamelijk. We hebben de wetenshap en de techniek ten eigen nutte in materialistische zin zodanig aangewend, dat we de goede schepping van God gaan vernietigen en het menselijk leven onleefbaar wordt. Het leefmilieu wordt bedreigd door technocratische machten, waar we machteloos tegenover staan. Vervuiling van het milieu tot in de ozonlaag toe neemt hand over hand toe. Gelijktijdig daarmee in dezelfde mate de vervuiling van het geestelijk milieu waarin wij leven en onze kinderen groot worden. De moderne communicatiemiddelen scheppen een geestdodend klimaat, de consumptie en het gebruik van de technische hulpmiddelen die de techniek en de industrie ons bieden ontwortelen de mensen van de diepste bestaansgrond. Met evenveel recht zou gesteld kunnen worden: „De industrie de wereld uit, om te beginnen uit Nederland."

Vanuit de opdracht van het Evangelie moeten we evenwel niet volstaan met te wijzen op kwalijke symptomen of uitwassen. We moeten de diepere oorzaken, de kern van de ziekte van onze cultuur, zoeken en bekend maken. De Schrift leert ons daarover dat de mensen van God zijn afgevallen en zichzelf tot God willen verheffen. Eigenmachtig, egoïstisch, op meer macht belust, zichzelf verrijkend ten koste van anderen. De hoge vlucht van wetenschap en techniek van de laatste honderd jaar, die daaruit voortvloeit, heeft machten ontketend die de mensen niet meer beheersen. De technocratie beheerst de mens.

Uit het geloof

De gemeente van Christus heeft weet van de allesoverwinnende macht van Christus. Hij heeft zelfs de laatste vijand, de dood, overwonnen. De leden van de gemeente weten in het geloof van het nieuwe Rijk van God dat er nu al is, maar ook nog komen moet. Het rijk van liefde, vrede en gerechtigheid, waar de dood niet meer zal zijn, maar enkel leven. Zij die geloven in bijbelse zin mogen zich burgers van dat Rijk weten, kinderen van God, broeders en zusters van de Heere Jezus.

Dit Rijk van God staat echter haaks op de werkelijkheid van onze samenleving. Wij weten dat de machten van het kwaad overwonnen zijn, in het geloof bestaan ze ook niet. Maar de christen leeft wel in een wereld waarin, vooral in de huidige tijd, de dodende machten van het kwaad zeer groot zijn geworden. Machten die wij zelf vanuit onze eigen instelling in het leven hebben geroepen en die nu ons leven zeer wezenlijk bedreigen. Vanuit het geloof behoeven we echter ons niet te laten leiden door de angst. We weten dat Christus uiteindelijk alle macht heeft. Maar al zijn we niet „van deze wereld", wel leven we „in deze wereld". We hebben ook dagelijks in ons werken en leven met deze machten te maken.

Ons leger

Terug naar ons leger dringt dc vraag zich op: Kan een christen geroepen zijn te leren doden, om te dreigen met doden of om in het uiterste geval daadwerkelijk te doden? Daar is door de tijden heen verschillend op geantwoord. Er zijn oprechte christenen die zeggen: nee! Ik zal nooit een medemens doden, ik wens het ook niet te leren, ik zal er ook nooit mee dreigen. Concreet betekent dit voor een dienstplichtige: dienst weigeren op grond van gewetensbezwaren. De wet biedt daarvoor ruimte. Hij mag vervangende dienst doen, zij het enige maanden langer dan de dienstplichtige militair dienen moet.

Niet minder oprechte christenen bepalen hun antwoord op deze vraag anders. Ik neem mezelf maar. Ook ken ik vele christenen die, dienstplichtig of beroepsmilitair zijnde, zeer ernstig over deze ingrijpende tegenstrijdigheid nadenken, gewetensvol toetsend wat in de navolging van Christus hun te doen staat. Zij menen juist in de militaire dienst van ons leger goed te moeten functioneren, zelfs al heeft ons leger kernwapentaken. Hun overwegingen komen kortweg hierop neer: W 7 ij leven in een door ons mensen gemaakte cultuur, waarin zoveel kwade machten een eigen leven zijn gaan leiden, waarin zoveel machtshonger en onderdrukking is, waarin de dreiging van overheersing door geest-en lichaamdodende dictaturen zo reëel is, dat daar tegen opgetreden moet worden, in laatste instantie zelfs met geweld. Alleen een dijk, die sterk en hoog genoeg is, kan de stormvloed keren. Hoe beter een leger toegerust is, hoe minder kans op een aanval van de tegenpartij. Een verzwakt leger lokt

oorlog uit (Iran - Irak). Het leger dat naar de wil van de meerderheid van ons volk door onze militairen wordt gediend is een louter defensief: leger, een machtsmiddel om in NAVO-verband vooral dreiging van de macht van het Warschau-pact te weerstaan. De sterkte is minimaal dat wat nodig is om een aanval te weerstaan. Om met succes aan te vallen moet men driemaal zo sterk als de tegenstander zijn. De geweldskracht van de legers van de NAVO-partners wordt steeds bijgesteld op iets meer als een derde van de kracht van het Warschau-pact. Dc nucleaire afschrikking, de mogelijkheid om terug te slaan in die mate dat aanvallen zelfmoord betekent, wordt in stand gehouden om aanvallen te voorkomen. Het gaat in ons leger om het voorkomen van oorlog. Kernwapens zijn daarbij vooralsnog nog onmisbaar. We hebben ze in het arsenaal omdat we juist een wereldramp willen voorkomen. Het eenzijdig afschaffen er van zou juist een wereldoorlog, erger dan alle tot nu toe, uitlokken. Zover is het in onze cultuur van ons zondige mensen gekomen, dat we alleen met dreiging van afschuwelijk dodelijke geweldsmiddelen een alles om zich heengrijpende dodende macht kunnen beteugelen. Ondertussen zijn we er van overtuigd dat dit een afschuwelijke en uitzichtloze toestand van krachtenverhoudingen is. Langs diplomatieke kanalen dient er alles aan gedaan te worden om vermindering van de dodelijke spanningen te verkrijgen. Maar dat is een zaak van weerskanten! Gestreefd wordt er naar dat men van weerskanten het waanzinnige van de wapenwedloop inziet en tot afspraken komt over gelijktijdige en evenwichtige vermindering en beperking van de wapens, vooral de kernwapens.

Uit de overtuiging dat het in ons leger gaat om het voorkomen van oorlog zijn er christenen in ons leger die het leren doden en als het nodig is werkelijk doden, met alle spanningen die dat in een mens kan oproepen, als een taak aanvaarden. Des te meer paraat een leger is, des te minder zal het tot een treffen, waarin men werkelijk moet doden, komen.

(Wordt vervolgd)

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.hertog.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 25 september 1981

Gereformeerd Weekblad | 12 Pagina's

Gij zult niet doodslaan! - En ons leger dan?

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 25 september 1981

Gereformeerd Weekblad | 12 Pagina's