Het lied van de hoop
Maar die de HEERE verwachten zullen de kracht vernieuwen; zij zullen opvaren met vleugelen gelijk de arenden, zij zullen lopen en niet moede worden, zij zullen wandelen en niet mat worden.
Jesaja 40 : 31
Jesaja zingt het lied van de hoop in een land waar de harpen aan de wilgen hangen. Vier redenen van hopen noemt hij.
Die de Heere verwachten zullen de kracht vernieuwen
Dat is de eerste van de vier beloften, die stuk voor stuk niet in de lucht hangen maar afhangen van de levende hoop. Maar die de HEERE verwachten. Het 'maar' van onze tekst staat in tegenstelling met het voorgaande als licht tegenover duisternis. Wat viel er voor Israël nog te hopen? Wie nu spreekt van hoop nu ze gewond op de grond in Babel liggen schijnt eer met ze te spotten dan ze te helpen. Er blijft slechts één zucht over — Israël zegt: mijn weg is voor de HEERE verborgen en mijn recht gaat aan mijn God voorbij. Moed der wanhoop is dat. Gelijk Israël zijn er meer mensen. Duizenden liggen diep weggezonken tussen de scherven van gebroken idealen, teleurgestelde verwachtingen, en staren op puinhopen waar ze zelf dc meeste schuld van dragen. Want eer we ons beklagen moeten we ons maar eens afvragen waar de oorzaak van zoveel ellende ligt.
Ons overkómen niet alleen erge dingen, maar we doèn nog veel meer erge dingen. Zo ligt het ook met Israël. Pas hier raken we de bodem van ellende. Het zijn uw zonden zegt de Heere tegen Israël die scheiding maken tussen Mij en tussen u. En ondanks alles mag er toch sprake zijn van hoop. Bovendien staat onze tekst ook nog in tegenstelling met het vers dat er aan voorafgaat. De jongen zullen moede en mat worden en de jongelingen zullen gewisselijk vallen. Is dat iets voor jou, mijn vriend? Jij voelt je zo sterk en levenslustig; je denkt niemand doet me wat. Misschien denk je niet aan God. Het schijnt dat er in de tijd van Jesaja ook al moedeloze jonge mensen waren. Dan is het helemaal een uitzichtloze zaak, als de jeugd geen geestdrift meer heeft, geen moed om te leven, geen kijk op de toekomst. Zo zijn er ook nu tal van jonge mensen, die naar ze zeggen het niet meer zien zitten en denken het hoeft voor mij niet meer. Zij raken door kracht en moed heen.
De jongelingen in Israël waren gevallen en gevangen in het verre Babel. Daar klinkt de klacht van Rachel nog na, die weent om haar kinderen omdat zij niet meer zijn. Zulke situaties zijn er in het leven. Zo moedeloos kan iemand zijn dat hij zelfs zegt:
Ik ben mij zonde moe en mijn berouw. Ik ben mijzelven moede, en ik ben Het zoeken moe naar God, Die ik niet ken en Die ik toch zo gaarne kennen zou. Ik ben mijn zwakheid moe en mijn verdriet, mijn arbeid en mijn hoop en mijn genot; Maar bovenal het zoeken naar mijn God Ik ben het zoeken moede — maar God niet — Nee God niet. Vandaar dit 'maar'!
Een juichend 'maar' voorwaar. De grote wending van God naar cen moedeloos volk. Maar die de HEERE verwachten. Het volk dat in Babel leeft. Het volk, jong en oud dat beschreven wordt in Ps. 72 als het behoeftig volk in hun noden. Maar! O wonderbare goedheid van de Heer'.
Die naar zo moedeloos een ziel nog vraagt, Die alle dingen en ook mij verdraagt. Die de Heere verwachten. Hoop is niet afwachten maar, doch een vorm van geloofsoefening. Het is om Christus' wil, hoop die niet beschaamt. Want die de Heere. verwachten zullen de kracht vernieuwen.
De belofte luidt: Hij geeft de moede kracht en Hij vermenigvuldigt de sterkte van die, die geen krachten heeft. Als u aan het eind bent staat de Heere gereed. De eeuwige God, de Schepper van de einden der aarde, Die niet moede noch mat wordt geeft Israël zicht des geloofs en zegt: heft uw hoofden op! Hij wordt nooit moe om Zijn volk te dragen. Hij wordt nimmer moe om Zijn schuldig volk te verdragen. Kracht vernieuwen is putten uit de krachtbron. Ik vermag alle dingen door Christus die mij kracht geeft. Kracht vernieuwen is steeds opnieuw van genade leven. Voor het moedeloze volk is de fontein van reddende en sterkende kracht opengelegd in het doorboorde hart en in de doorboorde handen van Immanuël. De Heere venvachten dat is in het geloof de bron van Zijn Woord aanboren. In het bijzonder heeft God daartoe ook gegeven de bediening van de sacramenten die het geloof komen versterken. Kracht vernieuwen gaat meestentijds middellijk. Zelden onmiddellijk.
Gij sterkt door spijs ter rechtertijd hun krachten. Kracht vernieuwen dat gebeurt alleen in de gemeenschap met Christus. Zich voeden met Christus geeft geestelijke sterkte en weerbaarheid. Het is deze Christus die aan het kruis ging en aan het krius hing terwijl Zijn sterkte als een scherf van sap is beroofd. Maar de blik des geloofs op Hem geeft krachten aan allen die hopend op Hem wachten. De hoop op God brengt ons in het krachtenveld van Gods neerbuigende liefde. Hij geeft de moede kracht. Alleen de moede cn Hij alléén.
Die de Heere verwachten zullen opvaren met vleugelen gelijk de arenden
Er wordt niet mee bedoeld dat Israël een volk van hoogvliegers wordt. Ze zullen wel een hoge vlucht maken, dank zij het verwachten van de Heere. De arend vliegt met brede wiekslag naar boven. Straks komt het volk uit Babel toch w 7 eer terug in Jeruzalem en mag het wonen op de berg Sion. Dat is een hele afstand van Babel naar Jeruzalem. Maar ze vliegen er als op arendsvleugelen heen. Schoon beeld ook van Gods kerk.
Sion ligt in zichzelf zo vaak vleugellam ter aarde. Ik zei: mijn hoop is vergaan en mijn sterkte van de Heere. Niet alzo! Die de Heere verwachten hebben weer hoop. Hun hoop schiet als het ware vleugels aan. De vleugels van geloof, van liefde en van gebed. Dat heft ze boven alles en boven zichzelf uit. Hun geloof en hoop op God wordt zo sterk dat ze de hemel in het oog krijgen cn de aarde onder de voet. Als van een hoge rots blikken ze in de diepte en in heimwee naar Boven strekken ze zich als met arendsvleugelen uit. Het zijn geen hoogvliegers, maar het komt voor, dat wanneer u de Heere verwacht zó hoog vliegt dat u zingt: Niets zal mij scheiden van de liefde Gods. die is in Jezus Christus onze Heere. Of u schuilt zo dicht aan het Vaderhart Gods dat de wereld niet meer bekoort, de
zonde niet meer lokt, de verdrukking geen leed doet en niemand beschuldiging zal inbrengen tegen de uitverkorenen Gods? Israël zal zó de nood en de moedeloosheid en de ondergang en de strijd te boven komen. Lees ik niet van de vrouw, de kerk, die door de draak wordt achtervolgd, dat ze vleugelen kreeg als van een arend? Vleugels van geloof en van liefde en van gebed. Zo komt de kerk boven zonde, nood, strijd en verdrukking uit. Dat is geen zweven maar leven. Gedenk hoe Ik u als op vleugelen van een arend geleid en tot Mij gebracht hebt. Anders zouden ze nooit die hoogte bereiken. Dat mag u bemoedigen die heden neerzit als een roerdomp in de woestijn, als een steenuil in de wildernis, als een eenzame mus op het dak.
Opvaren met vleugelen gelijk dc arenden is in gebed en dankzegging doordringen tot de troon des Vaders, in aanraking komen met de biddende Hogepriester en gevouwen handen leggen op het verzoendeksel van de ark in het binnenste heiligdom.
Die de HEERE verwachten zullen lopen en niet moede worden
Zij die opvaren blijven niet steeds in de hoogte. Zij worden weer op tijd op hun voeten gezet. Zij mogen van tijd tot tijd opvaren, maar de gewone gang van het volk is lopen. Als Israël naar Jeruzalem terugkeert dan mag het in de geest opvaren als met vleugelen, maar ze zullen lopend de stoffige en lange woestijn door moeten. Het Woord wekt de Sionieten ten allen tijde op om met lijdzaamheid te lopen de loopbaan die ons voorgesteld is. We zijn nog niet thuis. Het wonder hier is dat ze zullen lopen en niet moe worden. Gewoonlijk moeten mensen met het grootste uithoudingsvermogen het toch een keer opgeven.
Israël hoeft daar niet bang voor te zijn. Ze zullen lopen, de bedoeling is hard lopen en niet moe worden. Heel de lange woestijn zullen ze niet aan kracht inboeten. Wie houdt dit vol? Welzalig hij die al zijn kracht en hulp alleen van U verwacht. Weet u waar-Gods kinderen moe van worden? Het zondigen worden ze moe. Het afdwalen, het talmen en dralen. Maar niet van het lopen in de loopbaan met de blik gericht op de overste Leidsman en Voleinder des geloofs. Wie is ooit de dienst des Heeren moe geworden? Wie kreeg ooit genoeg van het wandelen in Gods wegen? Dat mij het betreên dier paden vreugd' verschaf. Ja, zo is het. Weet u waar u moe van wordt? Van het niet kunnen lopen zoals u graag zou willen. Maar niet van het lopen om de prijs, want ze worden meegetrokken achter Christus aan om te jagen naar het wit tot de prijs der roeping Gods. Van hinken en zinken worden ze moe. Maar als ze de Heere verwachten zal hun sterkte zijn als hun dagen. En hoewel onze uitwendige mens verdorven wordt, zo wordt nochtans onze inwendige mens vernieuwd van dag tot dag. Ze lopen de hele tiendaagse uit. De tiendaagse? Zeker want ze zullen een verdrukking hebben van tien dagen. En ze krijgen alles en allen tegen. Ze vallen zichzelf ook tegen. Maar er zijn geen uitvallers tijdens de reis. De weg is gebaand in Christus en aan het einde der baan hebben ze nog moed genoeg om te juichen: ik heb de goede strijd gestreden ik heb de loop geëindigd, ik heb het geloof behouden. Welke kant loopt u op? De weg van God af? Holt ti achter de wereld aan? Maakt u niet de minste haast om uws levens wil. Of spoedt u zich voort langs platgetreden paadjes van uiterlijke rechtzinnigheid en bespreekt u de weg zonder haar te betreden? Wat zul je daar doodmoe van worden. Soms is het al vermoeiend om aan te horen.
Precies te weten hoe het moet, maar nimmer de weg des levens gaan. Wacht even, daar zie ik een pelgrim komen. Hij heeft het op een lopen gezet. Zeg vriend, waarom loop je zo snel? Ach zegt hij, mijn hart is moe van het jagen, naar dingen die vergaan. Houd mij niet op met vroom gepraat en veel gevraag. Ik ben op weg van de stad verderf naar de stad die fundamenten heeft. Een goede reis vriend en behouden thuiskomst. Hier neem iets mee voor onderweg. Zij zullen lopen en niet moede worden.
Zij zullen wandelen en niet mat worden Dat is bijna hetzelfde zou je zeggen, als wat er aan vooraf gaat. Enigszins wel, maar het is toch iets anders. Immers wandelen is een rustige gang maken. Wandelen doet Israël omdat het zeker ervan is dat de uitkomst goed is. Wandelen houd je ook langer vol dan opstijgen. Het laatste gebeurt slechts af en toe. Normaal is wandelen. Dan sta je helmaal met twee benen op de grond. De weg voert door bezaaid en onbezaaid land. Langs bochtige wegen waarvan je niet weet wat er de volgende bocht op je staat te wachten. Mij geleidt des Heeren hand.
Het wandelen ademt rust, het drukt meer de volle geloofsverzekerdheid uit. Het doet denken aan Henoch, die wandelde met God. Wij wandelen door het geloof. We worden vermaand te wandelen in vreze de tijd onzer inwoning. De wereld let meer op uw wandel dan op uw woorden. Als u eens op mag stijgen met arendsvleugclen begrijpen ze u niet. Maar wandelen in Gods vreze dat kunnen ze zien. Groot spreken en slordig wandelen gaat ook niet aan. Wandelen en niet mat worden. Hoe lang de weg ook is, het is wel vol te houden. Stap voor stap verder gaan, niet met sprongen maar met schreden. Ik zet mijn treden in uw spoor. Zijt een voorbeeld in wandel, zo schrijft Paulus aan Timotheüs. Uw wandel zij zonder geldgierigheid. Wie is wijs onder u vraagt Jacobus, die bewijze uit zijn werken zijn goede wandel. En broeder Petrus vermaant: Gelijk Hij die u geroepen heeft heilig is zo wordt gij ook zelve heilig in al uto wandel.
Wandelen in Gods wegen mat niet af. In de grijze ouderdom zullen zij nog vrucht dragen. Henoch kwam al wandelend met God Thuis. Als Gods gebod gedompeld in het bloed van Christus ons levensspoor is, dat wordt u nooit zat. U hebt dan aan het einde der baan genoeg energie over om God eeuwig groot te maken. Het is een strijd tot de laatste snik, maar het is wel de moeite waard om het Lam te volgen, waar het ook heengaat.
K. a. Z.
H. V.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 4 september 1981
Gereformeerd Weekblad | 12 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 4 september 1981
Gereformeerd Weekblad | 12 Pagina's