Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Schriftgezag en Schriftkritiek

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Schriftgezag en Schriftkritiek

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

(4)

De Heilige Geest heeft zorg gedragen voor de Schrift-wording van het Woord. In het eeuwenomspannend proces van het ontstaan van de Bijbel, komt zo ontroerend duidelijk tot uiting 'de bijzondere zorg die God voor ons en onze zaligheid draagt.' (Artikel 3, N.G.B.).

Er is zorg aan besteed dat het Woord een voluit betrouwbaar Woord zou zijn en een onfeilbaar kompas om de zaligheid te verwerven en tot Gods eer te leven. De apostel Petrus onderstreept deze belijdenis nog eens nadrukkelijk met de woorden: Want de profetie is voortijds niet voortgebracht door de wil eens mensen, maar de heilige mensen Gods, van de Heilige Geest gedreven zijnde, hebben ze gesproken" (2 Petrus 1 : 21).

De Geest heeft mensen in dienst genomen om Gods openbaring te doen ontvangen, bekend te doen maken en te boekstaven. Nu kan er drieërlei nadruk worden gelegd, namelijk:

a) de Geest nam mensen in dienst; b) de Geest nam mensen in dienst; c) de Geest nam mensen in dienst.

Wanneer we dit wonder van de in-dienstname achtereenvolgens vanuit deze drie gezichtspunten bezien, blijven we in het spoor van het rechte belijden aangaande de Schrift.

Allereerst: het overwicht van de Geest-

De Schrift leert ons dat de HEERE God de souvereine God is die op geen enkele wijze van van ons mensen afhankelijk is. Hij is de volzalige in Zichzelf en alleen uit puur welbehagen en in volstrekte vrijheid heeft Hij de mensen geschapen. Het is dus niet zo — zoals de moderne theologie wil doen geloven — dat God zonder de mensen geen God zou kunnen zijn omdat Hij nu eenmaal een God van mensen is. Er zou dan gesproken moeten worden van een wederkerige afhankelijkheid: wij mensen zijn op God aangewezen, maar anderzijds heeft God ook op een bepaalde manier óns nodig. Zo wordt alle nadruk gelegd op het karakter van God als verbönds-God en het verbond wordt dan gezien als een partnerschap, waarbij God weliswaar de leidinggevende rol speelt, maar waarin tegelijkertijd de mens toch ook zijn mannetje staat. De consequentie van dit denken is dat de partner-relatie niet alleen verrijkend voor de mens is, maar ook voor God!

Heel dit gedachtenspinsel is pertinent onschriftuurlijk. De God van het verbond is immers ook de verkiezende God, die uit vrije goedheid niet alleen de mens in het aanzijn roept, maar ook na en ondanks diens zondeval de mens nog weer opzoekt. Wanneer dan God de gevallen mens ontmoet is er geen sprake van een direkte, wederzijdse en spontane verbondsbetrekking. Integendeel, de HEERE staat als de toornende en wrekende Rechter tegenover de doemwaardige, des doodsschuldige mens. Maar het wonder is meteen al in Genesis 3 dat God in Zijn toorn gedenkt aan het ontfermen en zo verzoening tot stand^brengt in Christus Jezus. De mens wordt dan als goddeloze gerechtvaardigd. Hij mag leven van het wonder van de vreemde vrijspraak. En zo beleeft hij het verbond met de HEERE als een genade-verbond, waarin God Zich naar hem, als naar een geheel onwaardige, overbuigt. Dan komt er toch plaats voor de wederkerigheid van: 'Gij zijt onze God en wij zijn Uw volk'. Maar deze verbondsbeleving is geen vanzelfsprekendheid omdat wij nu eenmaal mensen zijn — het is een leven bij het wonder van de verzoening door de diepten van gericht en mogelijkheid heen!

Wat heeft dit alles nu te maken met het Schriftgezag? Wel, ook ten aanzien van het Schriftgezag doet het geschetste moderne relatiedenken opgeld en het veelbesproken rapport 'God met ons' van de Geref. Kerken (Syn.) is er beslist niet vrij van. De Schrift zou dan het produkt zijn van een wisselwerking tussen enerzijds de Geest die de aanzet zou geven aan de bijbelschrijvers, maar anderzijds ook die menselijke auteurs en overleveraars zélf die mede hun eigen inbreng hadden in het openbaringsgebeuren. De Bijbel is dan een verslag van menselijke ervaringen met God. Mensen die door de Geest geleid werden, hebben op hun eigen manier, met de nodige beperkingen en vergissingen, verslag gedaan van hun ervaring van Gods aanwezigheid of van Zijn spreken. Nergens in de Schrift zouden we dus te maken hebben met een regelrecht Woord van God. Maar altijd met menselijke vertolking en vertaling daarvan. En met die ménselijke verwerking van Gods openbaring zou dan ook een zekere tijdgebondenheid van de Bijbel gegeven zijn.

Bij het horen van het Woord zouden ook wij een woordje mee mogen praten en een eigen inbreng mogen hebben vanuit onze eigen situatie en ervaringen, net zoals de mensen die in de Bijbel aan het woord zijn dat hebben gehad! De invoering van het zogenaamde 'relationele waarheidsbegrip' in het genoemde rapport staat in het nauwste verband met de hier geschetste opvatting.

Hiertegenover is met klem te wijzen op de overmacht van de Geest die het Woord van de Gods-openbaring bekend maakt en zorgt dat het door mensen zuiver wordt opgevangen en vertolkt. Daarbij filtert en heiligt de Geest de menselijke originaliteit. Om het eens in beeldspraak te zeggen: de Heilige Geest draagt zorg voor de uitzending van de boodschap. Maar daarbij zorgt Hij tevens voor de antenne bij de menselijke openbaringsgetuigen, zodat zij de boodschap kunnen ontvangen. En wanneer deze mensen de ontvangen boodschap zelf weer doorgeven, blijft de Geest ook daarbij aktief om storingen die de openbaring zouden verminken weg te nemen. Naar mijn besef kunnen we niet alleen voor de leer van de wedergeboorte, maar ook voor de openbaringsleer uitnemend terecht bij de Dordtse Leerregels, hoofdstuk III-IV, paragraaf 11 en 12: 'maar Hij dringt ook in tot de binnenste delen des mensen met de krachtige werking deszelfden wederbarende Geestes; Hij opent het hart dat gesloten is; Hij vermurwt dat hard

is; Hij besnijdt dat onbesneden is... Maar het is een gans bovennatuurlijke, een zeer krachtige, en tegelijk zeer zoete, wonderbare, verborgene en onuitsprekelijke werking, dewelke, naar het getuigenis der Schrift, die van de Auteur van deze werking is ingegeven, (vet gedrukt J. H.) in haar kracht niet minder noch geringer, is dan de schepping of de opwekking der doden...'

Het heeft ons veel te zeggen dat in het hart van het belijden, wanneer het gaat om het sola gratia, en wanneer tegenover remonstrantse en semi-pelagiaanse dwalingen wordt gehandhaafd dat het genade is om genade te ontvangen, dat juist dan verwezen wordt naar de inspiratie van de Schrift! De Auteur van de wedergeboorte is de Auteur van de Schrift. En dan geldt dat met name de inzet van de wedergeboorte, de levendmaking, die^ de Geest zónder ons in ons werkt. Hier valt de mens er geheel en al buiten. Hier heerst de souvereine genade. Iedere zweem van een samenwerking tussen God en mensen in de wedergeboorte wordt door onze belijdenis uitgesloten. Maar op dezelfde wijze is ook de volstrekte overmacht van de Geest in het openbaringsgebeuren te belijden. Openbaring is geen zaak van wisselwerking. Enerzijds is het puur en alleen de vrije gave van God dat Hij zich bekend wil maken. Anderzijds is er door de werking van de Geest bij de mensen de ontvangst van de openbaring in verbrijzeling en schuldverslagenheid, in verwondering. Dit openbaringswoord is als een vuur in het binnenste van de openbaringsgetuigen.. Hoor maar naar Jeremia: Dies zeide ik: k zal Zijner niet gedenken, en niet meer in Zijn Naam spreken; maar het werd in mijn hart als een brandend vuur, besloten in mijn beenderen; en ik bemoeide mij om te verdragen. maar konde niet' (jer. 20 : 9). 1

V.

J. H.

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.hertog.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 3 juli 1981

Gereformeerd Weekblad | 10 Pagina's

Schriftgezag en Schriftkritiek

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 3 juli 1981

Gereformeerd Weekblad | 10 Pagina's