Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

KLEINE KRONIEK

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

KLEINE KRONIEK

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

GEEST EN PREDIKING

In het Centraal Weekblad van 3 juni, het Pinksternummer, schreef prof. dr. K. Runia een artikel n.a.v. het Pinksterfeest onder de titel: Pinksterfeest, het feest van het Wóórd. We lichten daaruit voor u een gedeelte, omdat we dat het lezen waard vonden:

Het offensief van de Geest

Hier vinden we de diepste kern van het Pinksterfeest: de Geest zet met de prediking van het evangelie van Jezus Christus, de opgestane Heer, het offensief in om de wereld voor deze Heer te winnen.

Hoe krachtig dat offensief is blijkt uit het resultaat van Petrus' preek. Lukas vertelt ons (en de verbazing klinkt nog in zijn woorden door) dat zij die zijn woorden aannamen zich lieten dopen, zodat op die dag ongeveer 3000 mensen aan de gemeente werden toegevoegd. Onvoorstelbaar! Aan het begin van de dag bestaat de gemeente uit ongeveer 120 mensen (vgl. Hand. 1 : 15). Aan de avond van dezelfde dag zijn er een 3000 bijgekomen!

Men heeft wel eens gezegd dat dit natuurlijk nooit letterlijk zo gebeurd kan zijn. Lukas zou ons hier (en ook verder in hoofdstuk 2) een 'ideaalbeeld' van de jonge gemeente geschilderd hebben. Men heeft ook wel gewezen op de onmogelijkheid dat 3000 mensen op één dag door de apostelen gedoopt werden. Anderen hebben weer gesuggereerd dat alle 120 leden van de gemeente meegeholpen zouden hebben.

Al dit soort suggesties zijn echter niets anders dan speculaties, die ons afleiden van het eigenlijke dat Lukas ons wil vertellen: ls de Geest mensen aanzet tot de verkondiging van het evangelie, dan gebeuren er machtige dingen. Dan wordt het evangelie inderdaad "een kracht Gods tot behoud" (Rom. 1:16). Dan worden harten opengebroken en worden mensen, die eerst met de hele zaak spotten, volgelingen van Jezus.

En dat het maar geen oppervlakkig gedoe is, dat deze mensen werkelijk geraakt zijn door het evangelie, blijkt wel uit wat Lukas er onmiddellijk aan toevoegt: „Zij legden zich ernstig toe op de leer van de apostelen, bleven trouw aan het gemeenschappelijk leven en ijverig in het breken van het brood en in het gebed."

Een lichtend spoor door de geschiedenis

De Geest is de Geest van het Woord. Door de hele geschiedenis van de kerk heen trekt Hij het spoor van het Woord. Telkens weer, wanneer de kerk een periode van geestelijke bloei beleefde, was dit een periode waarin de verkondiging van het evangelie centraal stond. Telkens weer wanneer de kerk een periode van grote expansie beleefde, gebeurde dit doordat mensen er op uitgingen met het woord.

Ik denk aan de geweldige expansie van de kerk in de eerste eeuw aan de kerstening van Europa in de 4e en 5e eeuw; aan de opwekkingsbeweging in de late Middeleeuwen; aan de Reformatie die in feite één grote opwekkingsbeweging was, waarin de verkondiging van het evangelie centraal stond; aan de opwekkingsbewegingen in de 18e en 19e eeuw, die de stoot hebben gegeven tot een nieuwe zendingsbeweging; aan wat er vandaag op het continent van Afrika gebeurt. Het zijn even zoveel sporen van de Geest, en in alle gevallen staat de verkondiging van het evangelie centraal!

De Geest is de Geest van het Woord!

Een nieuwe gemeenschap

Uiteraard mogen we het woord niet isoleren. Zoals we in Hand. 2 zien, schept het Woord een nieuwe gemeenschap, die het beeld vertoont van haar Heer, die "rondging, weldoende en genezende allen die door de duivel overweldigd waren" (Hand. 10 : 38).

Lukas zegt van de jonge Pinkstergemeente dat ze bij het hele volk in de gunst stond. En dan volgt: Elke dag bracht de Heer er meer bijeen, die gered zouden worden" (2 : 47).

Als de Geest met het woord van het evangelie werkt, dan vinden er ook veranderingen plaats in het leven van de mensen die het woord aannemen. Juist die veranderingen zijn vaak de aanleiding voor anderen om ook naar het evangelie te luisteren.

De engelse kerkhistoricus Henri Chadwick schrijft ergens het volgende over de kerk van de eerste eeuwen: „De praktische toepassing der liefde was waarschijnlijk de diepste reden van het succes van de kerk. De opmerking van een van de heidenen: 'Zie, hoe die christenen elkaar liefhebben' (doorgegeven door Tertullianus), was niet ironisch bedoeld. De christelijke liefde openbaarde zich in de zorg voor de armen, voor weduwen en wezen, in het bezoeken van broeders in de gevangenis of veroordeeld tot de levende dood in de mijnen, en in sociale hulp in tijden van rampspoed, zoals hongersnood, aardbeving, pest of oorlog."

Maar deze naastenliefde was niet het enige of beslissende. Getrokken door deze liefde hoorden

buitenstaanders het evangelie van Hem die de bron van deze liefde was.

Iets dergelijks heb ik met eigen ogen in 1968 in Indonesië mogen zien. Het was drie jaar na de mislukte communistische coup. Na de coup, die in een bloedbad eindigde, ontfermde de christelijke gemeente zich over de weduwen en wezen. Velen zijn, onder de indruk daarvan, ook naar de gemeente toegekomen en daar onder de prediking van het evangelie tot geloof gekomen.

Een van de javaanse predikanten van Salatiga nam me op een zondagmorgen mee naar een van de dessa's in de bergen. Er stond een gloednieuw kerkje, waar zo'n 200 mensen (het halve dorp!), samenkwamen. De predikant vertelde me dat er drie jaar daarvóór nog geen enkele christen in het dorp woonde. Ik had het voorrecht om de dienst mee te maken. Als gast móést ik op het podium zitten, met m'n gezicht naar de gemeente toe. Ik heb geen woord van de preek verstaan (op de namen Jezus Christus na en het Amen), maar ik heb me verwonderd over de intensiteit waarmee de kerkgangers de woorden van de predikant opdronken.

Vragen

Het Pinksterfeest, het feest van de Geest, is het feest van het Woord. En dan denk je wel eens: zou daar het probleem van de kerk in onze tijd liggen? We vinden dat we de mensen niet zo rauwweg met het evangelie op het lijf moeten vallen. We moeten eerst maar eens beginnen met een 'christelijke presentie' in de wereld. Geen bezwaar! Maar komt er ook nog wat van de prediking van het evangelie?

We hebben kritiek op het geplande 'evangelisatorische jaar' van de zgn. cvangelicals. We kunnen ons moeilijk vinden in hun evangelisatiemethoden. Waarschijnlijk niet zonder reden. Maar doen we het zelf beter? Getuigen wij nog? Brandt bij ons het vuur van de Geest zo sterk dat we ook bewogen zijn over het lot van de mensen om ons heen die Jezus niet kennen?

En in de kerk zelf? Zijn de preken geladen met het vuur van de Geest? En branden de harten van de kerkgangers als ze het evangelie horen? Zou het kunnen zijn dat de malaise van de kerk en van de kerkgang haar oorzaak vindt in een gebrek aan de kracht van de Geest?

ERGERNIS VAN HET EVANGELIE

In hetzelfde nummer van het Centraal Weekblad schrijft ds. J. Overduin over het thema „Waarin bestaat de ergernis en dwaasheid van het Evangelie? " Maar voor hij aan de omschrijving van die ergernis toe komt, schrijft hij eerst nog het volgende, dat we u met instemming ter lezing doorgeven:

Visitekaartje

Wij moeten nooit vergeten dat de meeste buitenkerkelijken niet direct met Christus worden geconfronteerd, maar bijna uitsluitend via de kerkmensen. De kerk is het visitekaartje van Jezus Christus. Dat kaartje kan er vuil en haast onherkenbaar uitzien, zodat Jezus Christus zelf dikwijls ontoonbaar is. Wij kunnen wel terecht zeggen dat het niet om christenen maar om Christus gaat, die waarheid mogen wij niet misbruiken om ons veilig te stellen tegen kritiek.

Wanneer wij méér leesbare brieven van egoisme, hoogmoed, kleinzieligheid, bekrompenheid, lauwheid, vaagheid, verwarring en krachteloosheid zijn dan van Jezus Christus en van de „kracht Gods", dan moeten wij ons niet verbazen dat velen het af laten weten. Het is meer dan bekend hoevelen, die van kerkelijke afkomst zijn, er niets meer van willen weten. U kunt het haast dagelijks lezen in romans, gedichten en artikelen en u kunt het haast dagelijks direct of indirect horen voor de radio en zien voor de televisie. Een stoet van kunstenaars, wetenschappers, politici, journalisten, zakenlui en arbeiders. Als een mens dit allemaal hoort en ziet, dan roept hij in eens verbijsterd uit: „het was ook een rare en afstotende godsdienst" en dan weer: „wat komt het vals over", wanneer met een zekere gretigheid caricaturen van de christelijke godsdienst uitgemeten worden, terwijl bepaalde afschuwelijke jeugdervaringen extra overdreven en gegeneraliseerd worden. Eerlijkheidshalve moet ik erbij zeggen dat heel dikwijls intelligente mensen in hun puberteit zijn blijven steken. Men mag toch verwachten dat bij het volwassen worden men gaat onderscheiden tussen de gebrekkige beleving van het evangelie én het evangelie zelf. Men mag ook verwachten dat men genuanceerd heeft leren denken. Nu, dat zal wel, maar niet op het gebied van de godsdienst.

Intussen is er heel wat ergernis, die niet direct terug gaat op Jezus Christus, maar op christenen, die door dwaze beschouwingen en door onchristelijke levenshouding een enorme schuld op zich geladen hebben. Nergens komt schijnheiligheid harder aan dan op godsdienstig gebied.

Dit staat dus voorop, zodat wij in alle ootmoed en in schuldbesef iets gaan zeggen over de eigenlijke ergernis en dwaasheid, die Jezus Christus Zelf oproept en die elk christen oproept naarmate hij het beeld van Christus vertoont. Een christen kan gehaat worden omdat hij een slecht christen is, maar ook omdat hij een goed discipel van Jezus is (zie Joh. 15 : 18—27).

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.hertog.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 12 juni 1981

Gereformeerd Weekblad | 12 Pagina's

KLEINE KRONIEK

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 12 juni 1981

Gereformeerd Weekblad | 12 Pagina's