HET LIED VAN DE PELGRIM

wijze: Dankt, dankt nu allen God

Hij, Die in 't Hemelhof Door Eng'len wordt geprezen, Ontvangt op aarde lof Van allen die U vrezen. Met diepgevoelde dank, Hoeveel aan Hem verplicht! Heffen zij het hart en hand, Hun hoofden naar het Licht.

Zij staamlen: Dank, o Heer'! Gij hebt de schuld vergeven. En hebt ook om Uw eer Al onze smart verdreven. Opdat w' in U gerust Dit leven verder gaan. Wil ook met Uwe Geest Verlichten ons i> oortaan.

Want doornig is ons pad En steil de smalle wegen, Die voeren naar die stad Van reine Hemelzegen. Als Gij ons niet verlaat, Is veilig weg en spoor. Ja, als Gij met ons gaat, Dan komen we er door!

Dan moge een hoge zee Van rampspoed ons omringen, Uw Hand, die alles leidt, Zal al onz' angst verdringen. Dit geeft ons vrolijkheid, Versterkt de zwakke kracht. En maakt ons hart bereid Te gaan ook door de nacht.

Die nacht, in deze tijd, Zo vol van werelds leven. Alleen Uw majesteit Doet ons voor 't kwade beven, Daarom, ZO BLIJFT ONS BIJ! O Heil'ge Geest van God. Uw zalige heerschappij Omring' ons levenslot!

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen