DE ONTMOETING
Hij nam mij in Zijn zegenende handen; bevond mijn kleed bevuild, bevlekt. Zoals een pen een scheidslijn trekt; en zeeën scheiden van de stranden, liet Hij Zijn ogen langs mij gaan.
Ik trilde om Zijn scherpe woorden, die my in mijn geweten stoorden. En lk bleef bevend voor Hem staan.
Zijn stem was als een vlijmscherp mes, dat vruchten dwars door midden snijdt. Ik ivas geheel mijn vrijheid kwijt: als vocht in een gesloten fles.
Met onderzoekend oog op mij, dat in mij ziet, wat ik niet zie; buig ik gedwee mijn stramme knie, toch staat Hij troostend aan mijn zij.
Terwijl God Zelf mijn Rechter is, wijst Hij mij naar het Offerlam; en bouwt voor mij een sterke dam, want in Zijn dood ligt mijn behoudenis.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 5 juni 1981
Gereformeerd Weekblad | 12 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 5 juni 1981
Gereformeerd Weekblad | 12 Pagina's