Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

WEEST UW BROEDERS HOEDER!

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

WEEST UW BROEDERS HOEDER!

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

HET ZESDE GEBOD

(3)

1. Bij de behandeling van het zesde gebod komt altijd weer het oorlogsvraagstuk aan de orde. Nog altijd van betekenis is op dit punt de posthuum verschenen dissertatie (proefschrift) van dr. N. J. A. van Exel, 'Het oorlogsprobleem' (1947). Uitvoerig gaat deze auteur op de Schriftgegevens met betrekking tot de oorlogsvoering in. In de geschiedenis van het oud-testamentisch Israël zijn verschillende vormen van het krijgsbedrijf te onderscheiden, zoals:

de bevrijdingsoorlog (Gen. 14) de verdedigingsoorlog (Exod. 17 : 8—16) de doortochtsoorlog (Num. 21 f21—33) de verdelgingsoorlog (Num. 21 : 3; 25 : 16-18) de veroveringsoorlog (Jozua 6 : 2) de zuiveringsoorlog (Richteren)

Nu moet er uitdrukkelijk gewaarschuwd „. worden voor 'oppervlakkige analogieën met Israël'. Dat wil zeggen: wat Israël werd opgedragen (met name de 'heilige oorlog'), is geen enkel ander volk bevolen. Het betreft hier Gods weg en wil met dit éne, uitverkoren, volk in die bepaalde periode van de (heils-)geschiedenis. Van andere aard zijn bijvoorbeeld de krijgswetten in Deuteronomium 20. Wanneer daar moordlust, haat en wreedheid ook in oorlogstijd worden veroordeeld en wanneer daar wordt verboden de vruchtbomen rond een vijandelijke stad om te hakken, dan zeggen zulke Schriftgegevens heel veel met het oog op de moderne oorlogvoering. Het is met Deuteronomium 20 voor ogen onmogelijk nog van een 'rechtvaardige oorlog' te spreken, wanneer stelselmatig het onderscheid tussen militairen en burgerbevolking wordt opgeheven en de taktiek van de verschroeide aarde wordt toegepast.

Intussen maakt het Oude Testament ons duidelijk dat niet generaliserend mag worden gezegd: 'oorlog is zonde'. In het Nieuwe Testament ligt dat niet anders, ook al hebben pacifisten zich altijd weer beroepen op de woorden van Christus in de bergrede. Maar de Heere Jezus spreekt daar van de leefregels die gelden in het koninkrijk Gods en die alleen dan direkt toepasbaar zouden zijn op de menselijke samenleving, wanneer deze uit louter wedergeboren christenen bestond. Wel — zegt Van Exel — werkt het religieuze ethisch door. Hoe meer mensen Christus navolgen, des te meer doordesemt het evangelie de maatschappij.

We zouden Van Exel — en met hem de gehele klassieke gereformeerde ethische bezinning op het onderhavige terrein — schromelijk onrecht doen, wanneer we hier beschuldigingen van oorlogszuchtigheid of militarisme zouden gaan uiten. De onontkoombare vraag is slechts: zijn er in de loop van de wereldgeschiedenis geen 'rechtvaardige oorlogen' gevoerd? Wie iets heeft gelezen, gehoord of gezien van de verschrikkingen in de Duitse en Japanse concentratiekampen uit de tweede wereldoorlog, zal toch niet willen ontkennen dat de geallieerden hebben gestreden voor een rechtvaardige zaak. Het schrijnende is dan wel weer dat ook in een 'rechtvaardige oorlog' van alles plaatsvindt dat onmogelijk te rechtvaardigen valt. Het rechtvaardige doel heiligt vele middelen, maar niet alle. Bovendien sluipen altijd weer

minder rechtvaardige bij-oogmerken binnen, nevenbedoelingen die de rechtvaardigheid van de zaak vertroebelen. Maar dat alles neemt niet weg dat een 'rechtvaardige oorlog' gevoerd kon worden en ook is geworden. Alleen, de brandende vraag is in 1981 of dat ook nu nog kan, nu de vernietigingskracht van het wapentuig zozeer is toegenomen. Deze beklemmende en duizelingwekkende vragen duiken ook in de studie van Van Exel reeds aan de rand op. Zo schrijft hij: 'De spanning, die in het Oude Testament zo benauwend kon zijn, is in onze tijd zo hevig geworden, dat ze ons schier de adem beneemt. Wij, die als hoogste verlangen kennen te komen tot het Vrederijk Gods, waar niemand leed zal doen of verderven en waar volkomen rechtvaardigheid zal heersen, zonder dat geweld of dwang deze verdedigen, wij roepen tot God uit de diepte van onze benauwdheid, waarin menselijke zonde en menselijk leed ons dreigen te verstikken' (blz. 181). 'Ze (de Kerk) wekt haar leden op tot een leven van liefde en gerechtigheid en leert ze te strijden tegen zelfzucht en heerszucht. Zo worden mensen gevormd, die de oorlog verafschuwen en het als hun goddelijke roeping zien om alle middelen ter voorkoming daarvan te steunen en te bevorderen . . . We zullen dan ook in de toekomst als kerken meer aandacht aan onze vredestaak moeten wijden' (blz. 187). Slechts wanneer ze (de overheid) doelbewust bevel geeft om een burgerbevolking te bombarderen, teneinde een beslissing te forceren, is dit zo direct in strijd met Gods geboden, dat dienstweigeren plicht wordt' (blz. 190). Dit lezende vraagt men zich af: hoe zou Van Exel — die in 1945 oorlogsslachtoffer werd — hebben gedacht over het bombardement op Hirosjhima en Nagasaki?

2. In de laatste jaren kreeg heel de problematiek een verscherpt karakter door de invoering van de kernwapens'. Wanneer gesteld wordt 'het rechtvaardige doel heiligt niet alle middelen', dan is de grote vraag: rechtvaardigt de noodzakelijke afweer tegen de communistische dreiging ook het bezit van kernwapens? De synode van de Nederlandse Hervormde Kerk zei eind vorig jaar in meerderheid 'neen'. In feite stelde zij zich daarmee achter de I.K.V.-leus: 'Kernwapens de wereld uit — om te beginnen uit Nederland'. Ons land moet atoomvrij worden. De belijdenis van Christus als Heere en Koning en het geloofsvertrouwen op God kan niet gepaard gaan met het bezit, laat staan het gebruik van kernwapens. Nogmaals: niemand mag de ogen sluiten voor de bange vragen die de moderne oorlogvoering oproept. Ik spreek met opzet van 'de moderne oorlogvoering'. De grenzen tussen zogenaamde conventionele oorlogvoering en een atoomoorlog zijn vloeiend geworden. Ook bacteriologische en chemische wapens kunnen op wereldwijde schaal verwoestingen aanrichten. Zoals de tweede wereldoorlog in zijn ontzettende gevolgen alle voorgaande oorlogen overtrof, zo zal het uitbreken van een derde wereldoorlog — wat God genadig moge verhoeden — zeker nog veel gruwelijker tonelen te zien geven. Dat geldt ook wanneer geen atoomwapens zouden worden ingezet. Toch kan ik mij in de uitspraak van onze synode niet vinden, en wel omdat daarin plaatsvindt een vermenging van profetie en strategie. 'De kernwapens de wereld uit!", dat kan een profetische schrééuw zijn. En de gemeente van Jezus Christus zal zich in dit opzicht zeker met 'de politiek' moeten inlaten, als ze iets vertoont van de bewogenheid van de HEERE met een verloren mensheid. Er is alle reden toe een getuigenis te doen uitgaan tot de vorsten en de volkeren dat de bewapeningswedloop niet eindeloos kan en mag voortgaan. Daarbij zal de kerk moeten w.'".. n óp de diepste wortels van de cultuurcrisis, waarvan de kernwapenproblematiek een symptoom is. Positief zal de kerk oproepen tot wederkeer tot de levende God en Zijn geboden en beloften.

Maar het tweede gedeelte van de I.K.V.slagzin 'om te beginnen uit Nederland' is een bepaalde strategie. Deskundigen die evenzeer de kernwapens willen terugdringen, wijzen op huns inziens betere strategieën om dat gestelde doel te bereiken. Welnu, de kerk mag zo'n strategie toetsen aan haar profetie. Ze mag kritisch de strategie doorlichten vanuit de vraag of ten volle ernst wordt gemaakt met de afwijzing van de gruwel van kernbewapening. Maar ze mag zich niet met een bepaalde strategie vereenzelvigen. Op dat moment is het kerkelijk spreken over de politiek verworden tot een politiek spreken van de kerk. En de kerk mag niet politiek spreken, maar moet bijbels spreken op zó'n wijze dat dit ook richtinggevend is voor de politiek. In zijn boek 'Gewapende Vrede' komt prof. dr. J. Douma na zorgvuldige afweging van de Schriftgegevens tot de stelling: , , Het noodzakelijke doel (bescherming door de overheden van hun onderdanen tegen de evidente communistische dreiging) laat zich onder de huidige omstandigheden niet losdenken van het noodzakelijke middel: afschrikking met kernwapens". Ook dat is een bepaalde strategie en ik zou voorshands geen betere weg zien dan deze, hoe slecht die ook is. Alleen: de wezenlijke beslissing valt niet bij de strategie die men verkiest, maar bij de vraag of men gekomen is tot het inzicht van de profetie. Namelijk dat de hele kernwapenproblematiek één grote, diep ontdekkende ellendeprediking is aan het adres van de modêrne, hoog ontwikkelde, tot technische topprestaties bekwame, mens van de twintigste eeuw. Wie God verlaat, heeft smart op smart te vrezen.

3. Een heel andere benadering van het oorlogsvraagstuk dan de door mij gevolgde is te vinden bij de christen-pacifisten. Zij vonden een bekwame woordvoerder in de remonstrantse hoogleraar dr. G. J. Heering, die een beroemd geworden boek uitgaf onder de titel 'De zondeval van het christendom'. Voor Heering is volstrekt pacifisme een eis die direkt voortvloeit uit het evangelie. Maar hij kan dat alleen volhouden doorop Schrift-kritische wijze binnen de Bijbel te schiften en te scheiden. Volgens Heering vindt er in het Oude Testament een 'stijging van gedachten' plaats, alle uitingen van dat boek zijn niet op één niveau te plaatsen, ook al zijn er toppen die bijna raken aan de hoogte van het Nieuwe Testament. Maar er is ook een oorlogszuchtige en nationalistisch-militaristische gedachtenreeks aan te wijzen, die niet in de geest van Jezus is en daarom als achterhaald mag worden beschouwd. Deze overwegingen zijn echter vanuit Schrift-gelovige overtuiging niet te volgen. Dan zou immers heel het spreken van de 'heilige oorlog' moeten worden teruggevoerd op een achterhaalde voorstelling, terwijl de Schrift toch uitdrukkelijk leert dat de HEERE bevel gaf tot het uitroeien van de Kanaanieten, die immers de maat van de onmatigheid hadden volgemaakt.

Minder ver gaan zij die stellen: ook heel het Oude Testament is Gods Woord, maar dan zozeer in een vroegere periode gesproken, dat wij er voor ons leven en handelen nauwelijks meer iets aan kunnen ontlenen. Zeker, zo wordt dan beweerd, onder het oude verbond stond God de oorlog nog tóe. Maar intussen heeft er een 'ontwikkelingsgeschiedenis van het evangelie' plaatsgevonden. Het O.T. weerspiegelt nu eenmaal een vroegere periode in Gods opvoedkundige omgang met de mensen. Het N.T. zou echter — in de lijn van Jezus' woorden in de bergrede — een volstrekt pacifisme vereisen. Weliswaar geeft het N.T. geen expres verbod van bewapening, maar zij doet dat ook niet ten aanzien van tollenarij en slavernij. En daarom: 'wie in deze tijd de oorlog niet volstrekt afwijst, bewijst dat hij niet weet hoe laat het is' (dr. F. H. von Meyenfeldt).

Toch zou ik daartegenover willen opmerken dat de éénheid van O.T. en N.T. veel groter is dan in genoemde gedachtengang wordt erkend. Op die wijze dreigt men in doperse vaarwateren terecht te komen. Vanuit de éénheid van de Schrift zullen we de betekenis van het O.T. voor ons leven hier en nu hoog aanslaan. Uiteraard spreekt het O.T. niet van kernwapens. De problematiek van de moderne oorlogvoering was de bijbelschrijvers niet bekend. Maar er zijn algemene beginselen te ontlenen aan wat zij schreven inzake oorlogvoering. Bovendien moet ik constateren dat het N.T. niet voluit aan het woord kan komen, wanneer het zó scherp van het O.T. wordt onderscheiden. Er moeten toch wel de nodige nieuw-testamentische Schriftgegevens onder de tafel vallen, wil men bewapening op één lijn stellen met slavernij en tollenarij!

V.

J. H.

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.hertog.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 29 mei 1981

Gereformeerd Weekblad | 12 Pagina's

WEEST UW BROEDERS HOEDER!

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 29 mei 1981

Gereformeerd Weekblad | 12 Pagina's