DE GROTE ONBEKENDE
„Maar Hij staat midden onder u, Die gij niet kent" (Joh. 1 : 26b.)
Hooggeplaatste personen reizen soms incognito. U weet wat dat betekent. Ze houden hun reisplan en hun reisdoel verborgen om onderweg niet herkend te worden of om op de plaatst van bestemming niet lastig gevallen te worden. Ze willen dan niet weten dat ze koning zijn of koningin, minister of staatssecretaris. Begrijpelijk, dat ze weieens vrij willen zijn, zonder al die publiciteit. Net doen en leven als een ander mens.
De Heere Jezus staat bij de Jordaan, waar de mensen zich verdringen om de prediking van Johannes. Maar Hij is er óók incognito! Niemand weet dat Hij er is. Alleen Johannes de Doper, maar die zegt het niet. Morgen zal hij het zeggen, morgen zal hij Hem aanwijzen. Maar vandaag zegt hij alleen nog maar: Hij staat midden onder u Die gij niet kent...
We letten op de grote Onbekende
1) staande tussen Zijn volk
Johannes de Doper is op zijn dertigste jaar begonnen in het openbaar op te treden. Hij is verschenen als een komeet aan de hemel. Ineens was hij daar, in een mantel van kamelenhaar en met een Ieren gordel om zijn lendenen. En preken dat hij deed! En een mensen dat hij trok! Ze stroomden zomaar naar de Jordaan toe. En de officiële leidslieden hadden eerst niet zoveel notitie van hem genomen. Ze dachten: er is altijd wel iets te doen, dat gaat wel óver. Maar nu vertrouwen ze het zaakje toch niet meer.. De geruchten blijven maar aanhouden. En Johannes blijft maar preken en dopen. Ze kunnen zich nu niet langer afzijdig houden. Niet doen alsof ze nergens van weten. Er moet maar eens een officiële deputatie naar de Jordaan om een onderzoek in te stellen.
En dan bestormen ze Johannes met hun vragen: Wie bent u eigenlijk? Bent u Elia? Bent u de profeet? Bent u misschien... de Christus? En dan zegt Johannes: Ik ben niet mécr dan een stem. De stem van iemand die roept in de woestijn. Ik doop wel met water, maar als HIJ komt, de Messias, dan zal Hij u dopen met de Heilige Geest en met vuur. Maar, zegt Johannes, u hoeft niet lang meer op Hem te wachten, want Hij is er al. Hij staat midden onder u Die gij niet kent.
Eerst heeft Johannes gezegd: Hij komt er aan. Nu zegt hij: Hij is gekomen, Hij is er al...
Wat een wonder eigenlijk: Hij staat midden onder u. Dat betekent dat de volheid des tijds is aangebroken. Dat God Zijn belofte heeft vervuld. Eeuwenlang had de Heere door de profeten voorzegd dat er een Middelaar, een Verlosser zou komen. Ziet, Hij komt, in de rol des boeks is van Hem geschreven. Nu is de profetie vervuld, de lang Verwachte is gekomen. Hij heeft het kleed van Zijn heerlijkheid afgelegd. Hij heeft de troon van Zijn majesteit verlaten. Vanuit de zalen van eeuwig licht is Hij neergedaald op deze aarde. De Heere van de engelen heeft de gestalte van een slaaf aangenomen. De Gezegende zal tot een vloek worden. De Heilige zal tot zonde worden gemaakt.
Dertig jaar is Hij in het stille, vèrafgelegen verachte Nazareth, voorbereid op Zijn taak. En nu is Hij daar ineens, aan de Jordaan. Hij staat midden onder u. Daarin horen we de echo van het Kerstevangelie: Het Woord is vlees geworden en heeft onder ons gewoond.
Hij staat midden onder u.
Dat wil zeggen: Hij is gemakkelijk te bereiken. Dat zien we dan ook, tijdens Zijn rondwandeling op deze aarde. Dat Hij Zich tussen de mensen beweegt en door de mensen wordt aangeklampt. Dat ze de zieken op straat'leggen, voor Zijn voeten opdat Hij hen zal aanraken. Dat een overste van de synagoge Hem komt halen om Zijn dochter te genezen. Dat iemand Hem uitnodigt in zijn huis om de maaltijd te gebruiken.
Mensen met hun zonde, mensen met hun ziekte, mensen met hun nood, nemen de toevlucht tot Hem. En altijd heeft Hij tijd, altijd heeft Hij aandacht. Nooit doet iemand tevergeefs een beroep op Hem.
Gemakkelijk te bereiken, is Hij dat nu nog? Ja, want hoewel Hij niet meer lichamelijk onder ons is, naar Zijn Godheid, majesteit, genade en Geest is Hij er nog. Hij heeft immers gezegd: ziet, Ik ben met u, alle dagen tot de voleinding der wereld?
We hoeven geen verre reis te ondernemen om Hem te ontmoeten. Geen bergen te beklimmen of zeeën over te steken. Ook niet van tevoren audiëntie aan te vragen. Ook niet te denken dat het niet gelegen komt. De troon der genade is dag en nacht geopend.. Hij is nabij de ziel die tot Hem zucht, Hij troost het hart dat schreiend tot Hem vlucht.
Hij staat midden onder u. In elke dienst van het Woord. Nabij u is het Woord, in uw mond en in uw hart. En waar Zijn Woord is, daar is heerschappij. Want Zijn Woord is immers met macht?
Hebt u van Zijn tegenwoordigheid al gebruik gemaakt? Bent u al tot Hem gegaan om gered, om geholpen te worden?
Waarom niet? Omdat u niet gelooft dat Hij er is? Die mensen waren er ook tijdens Zijn omwandeling op aarde. Ze zeiden: Hij is maar de zoon van de timmerman! Denk je dat ik geloof dat Hij de Messias is? En ze hebben Hem voorbij laten gaan, ze hebben de gelegenheid niet benut. Jezus was in hun midden, maar ze hadden Hem niet nodig.
Zo zitten er vandaag nog mensen onder het Woord. Mensen van wie gezegd moet worden: het Woord der prediking deed hun geen nut, omdat het met het geloof niet gemengd was.
Het kan ook dat anderen u van Hem afhouden. Dat is ook gebeurd toen Hij op aarde was. Dat de scharen mensen verhinderden om bij Hem te komen. De bloedvloeiende vrouw, de blinde Bartimeus. Als het aan de mensen gelegen had waren ze nooit bij Jezus gekomen. Zelfs de discipelen stonden weieens in de weg. Ze zouden die Kananese vrouw weggestuurd hebben...
Jezus niet bereikbaar... Maar dat lag niet aan Hem, dat lag aan de mensen om Hem heen! Goddeloze mensen die Hem niet nodig hadden. En vrome mensen'die vonden dat het zómaar niet ging. En zelfs Godvrezende mensen die geen ruimte lieten voor een ander.
Hij staat midden onder u. Hij is tot uw dienst. Hij is tot uw hulp gereed.. Gelooft u dat?
We staan toch zelf niet iemand in de weg? Inplaats van wegwijzers kunnen we struikelblokken zijn.
Hij staat midden onder u. Wie heeft Hem nodig? Wie heeft vermoeide voeten die niet meer kunnen gaan? Zijn voeten gingen over
de aarde om de zaligheid te verdienen. Wie heeft lamme handen die niet meer uitgestrekt kunnen worden naar Hem? Zijn handen zijn aan het kruishout doorgenageld. Wie loopt er onder de last van zijn zonde? Hij heeft die last gedragen tot op Golgotha toe. W T ie krimpt ineen onder de eisen van Gods wet? Hij heeft de wet vervuld. Wie leeft er onder eenzaamheid en verlating?
Hij is van God verlaten geweest. Wie gaat er gebukt onder ziekte en pijn? Hij heeft onze krankheden op Zich genomen. Wie zucht er onder een kruis? Hij heeft het kruis verdragen en schande veracht.
Hij staat midden onder u... In het Woord dat u leest. In de prediking die u hoort. Als u uw knieën buigt om tot Hem te gaan.
Hij staat midden onder u. Wat zou het dan erg zijn als er bijgezegd moest worden wat Johannes zegt: „Die gij niet kent..."
De grote Onbekende is
2) verborgen voor Zijn volk
Die gij niet kent ... Ja maar, ze künnen Hem toch ook nog niet kennen? Hij is hier toch nog niet eerder geweest? Hij is toch nog niet in het openbaar opgetreden? U hebt gelijk. En toch worden de geestelijke leidslieden van Israël in staat van beschuldiging gesteld. Want ze hebben er ook geen enkele moeite voor gedaan om Hem te leren kennen.
De Heere Jezus is nu dertig jaar. Al die tijd heeft Hij in hun land gewoond. Dertig jaar geleden is het bericht van Zijn geboorte overal verspreid. De mensen hebben zich verwonderd, maar niemand is gaan kijken. De Schriftgeleerden in Jeruzalem hebben de Wijzen de weg gewezen naar Bethlehem. maar niemand van hen is meegegaan. En nog maar achttien jaar geleden zat Hij in de tempel tussen de rabbijnen, die zich verwonderden over Zijn verstand en antwoorden. Maar niemand heeft zich verder iets aan dat Kind gelegen laten liggen.
Hij stond midden onder hen, maar ze kenden Hem niet. ..
Straks staan ze met Hem te redetwisten op het tempelplein, maar ze kennen Hem niet. Straks zullen ze overleggen hoe ze Hem gevangen kunnen nemen en doden, want ze kennen Hem niet. Straks sturen ze de tempc-lpolitie naar de hof en dan moet één van Zijn discipelen Hem aanwijzen, want ze kennen Hem niet. En tenslotte staat Hij niet meer, maar dan. hangt Hij tussen hen aan het kruis en dan zeggen ze nog: Indien Gij de Christus zijt.. . Want ze kennen Hem niet. En als Hij opgestaan is van de doden, dan moeten ze nog een spoedvergadering van de Hoge Raad beleggen om een leugen te verbreiden, want ze kennen Hem niet.
Hij stond midden onder hen. Hij leerde in hun synagogen, in de tempel. Hij genas hun zieken. Hij wekte hun doden op. En ze kenden Hem niet.
Wisten ze dan niet dat Hij komen zou? Ja, maar hun verwachting was een verkéérde verwachting. Ze dachten dat de Messias, als Hij kwam. Zich metéén bij hen zou aansluiten. Dat Hij het zegel zou zetten op hun rechtzinnigheid. Maar in plaats daarvan zei Hij: wee u, gij blinde leidslieden der blinden! Dat deed Hij opdat ze zichzelf zouden leren kennen en opdat ze Hem zouden leren kennen.
Maar ze wilden zichzelf niet kennen als zondaren. Ze wilden niet erkennen dat ze met al hun godsdienst verloren mensen waren voor God. Daarom hadden ze HEM niet nodig.
Is deze klacht „Die gij niet kent" alleen maar gericht tegen de Schriftgeleerden en de Farizeeërs? Of moet het ook tegen ons gezegd worden: „Gij kent Hem niet"?
Hoevelen zijn er nog, in ons land, onder ons volk, die het teken van Zijn Naam nog aan hun voorhoofd dragen, die zelf misschien vroeger gezongen hebben: Kent gij die Naam nog niet? Maar die nu Zijn Woord nooit meer inzien, alle banden met Hem hebben doorgesneden?
Maar dit woord is toch allereerst gesproken tegen kerkmensen, tegen geestelijke leidslieden. Tegen mensen die Hem künnen kennen, maar Hem niet willen kennen.
Zeg eens, hoeveel jaar is Hij u al verkondigd? Hoeveel keer is Hij aan u voorgesteld in de bediening van het Woord? Hoeveel jaar hebt u catechisatie gehad? Hoeveel keer hebt u de Bijbel doorgelezen?
Hoe komt het dan dat u Hem nog niet kent? Moet Hij zeggen wat Hij Zelf eens tegen Filippus heeft gezegd: Ben Ik zo lange tijd met u en kent ge Mij nog niet?
Als u Hem nü niet wilt leren kennen, dan zult u straks staan kloppen op de poort: „Heere, Heere, doe mij open", maar dan zal Hij zeggen: „Ik ken u niet" En Hij zal erbij zeggen: „Maar het is uw eigen schuld, want Ik stond midden onder u. U hebt Mij niet willen kennen, u bent achteloos aan Mij voorbijgegaan".
Hij staat midden onder u! U kunt Hem nog leren kennen. Al was u oud en grijs geworden in de zonde. Al hebt u met woord en daad gezegd: ik wil U niet leren kennen. Hij breidt nog de ganse dag Zijn handen naar u uit. Hij wil kennis met u maken. Zich aan u openbaren als de enige, de volkomen Zaligmaker. Hij heeft Zelf gezegd: Ik wil tot u komen en woning bij u maken.
Hij is nog bereikbaar voor ieder van ons. Heden, terwijl Hij midden onder ons staat, verhardt uw harten niet.
En Hem te kennen is het eeuwige leven. Wie Hem kent wil Hem steeds nader leren kennen. Wil de kennismaking verdiepen. En hoe beter we Hem leren kennen hoe dierbaarder Hij voor ons wordt. Bij nadere kennismaking valt Hij steeds meer méé.
Hij staat midden onder u. Wat een blijdschap moet dat zijn. Iemand die je lief is heb je graag in de buurt. Die zie je nooit te vaak. Wat een vreugde Hem telkens te mogen ontmoeten in Zijn huis, onder de bediening van het Woord. Wat een vreugde telkens Zijn aangezicht te zoeken in het gebed.
Als we Hem zien in de kribbe van Bethlehem, in de hof van Gethsémané, aan het kruis van Golgotha, op de Olijfberg, iedere keer wordt het ons betuigd en verzegeld: zie, hier is uw God! En met alle heiligen begrijpen we iets van de breedte en de lengte en de diepte en de hoogte van de kennis van Christus. Maar het blijft ten dele. Straks zullen we kennen zoals we gekend zijn. Zullen we Hem zien zoals Hij is. Hier stond Hij midden onder ons. Maar daar zal Hij staan, het Lam, midden in de troon. Die we hier hebben gezien door het geloof, en Die we zo onuitsprekelijk hebben liefgehad.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 9 januari 1981
Gereformeerd Weekblad | 12 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 9 januari 1981
Gereformeerd Weekblad | 12 Pagina's