KLEINE KRONIEK
Moeilijk of wonder ambt?
ïn „Koers" van 7 november j.1. haakt ds. J. H. Velema in op een gesprek ter gereformeerde synode begin oktober in Lunteren. Daar kwamen verschillende 'probleemgevallen' binnen het predikantenkorps van de gereformeerde kerken aan de orde. Ds. Velema schrijft ter inleiding van zijn artikel dat we vroeger over het wondere ambt spraken, maar dat het wonder er een beetje van af schijnt te zijn geraakt en we vandaag meer spreken over het moeilijke ambt. Op genoemde synode van de gereformeerde kerken in Lunteren bleek dat er vaak sprake is van problemen in het gezins-en persoonlijk leven van predikanten en die problemen hangen dan weer samen met de wijze waarop de predikant functioneert in zijn gemeente. De synode was over één en ander nogal somber gestemd. Ds. Velema schrijft dan:
„Er werden verschillende oorzaken genoemd waarom deze problemen voorkomen. Allereerst de toenemende specialisatie in de samenleving. Van de predikant wordt op allerlei gebied een steeds grotere specialisatie verwacht. Dat brengt voor hem een grote drukte mee en dat leidt weer tot spanningen binnen zijn gezin. Dan werd genoemd de onduidelijkheid bij de a.s. predikant zelf, maar ook bij de gemeente. De beroepsbrieven zijn veel te algemeen. Er is geen bescherming van zijn werktijd en dat leidt tot allerlei frustraties in deze tijd, waarin een veertig-urige werkweek iedereen beschoren is. Ook werd gewezen op het feit dat de huwelijkspartner van de predikant in de hele problematiek een erg wezenlijke rol speelt. Als de relatie tussen de pastoriebewoners verstoord is, geeft dat onherroepelijk ook problemen in de werksituatie van de pastor.
Alleen vandaag?
. Men zou de vraag kunnen stellen: zijn er de jaren door geen moeilijkheden geweest rond het ambt van de predikant? Zijn er niet altijd cn in alle kerken „ongelukken" gebeurd? Zijn de moeilijkheden — zo werd ter synode gezegd — niet inherent aan de opdracht? Zijn werk brengt mee dat hij eigenlijk voortdurend in een crisis verkeert. „Hij moet voortdurend vechten, niet in dc laatste plaats met zichzelf." Van Ruler heeft eens de rake opmerking gemaakt: Men moet niet denken dat een dominee ooit compleet een gewoon mens kan worden. Het ambt verfomfaait een mens als mens enigszins. (Reform, opmerkingen in de ontmoeting met Rome, pag. 192.)
Diepere oorzaken
Vermoedelijk zijn er nog diepere oorzaken aan te wijzen voor de door de synode besproken problematiek. Oorzaken, die zullen samenhangen met de geestelijke situatie van deze tijd en het geestelijke klimaat, waarbij ik niet alleen de Gereformeerde Kerken op het oog heb.
De diepste oorzaak van de vele probleemgevallen ligt m.i. in de ongeestelijke wijze waarop het wondere ambt door de gemeente vaak gewaardeerd en door sommige predikanten wordt uitgeoefend. Als de gemeente haar dominee ziet als een veredelde maatschappelijke werker zal zij gemakkelijk teleurgesteld worden. Zeker in die predikanten, die hun werk en hun ambt geestelijk opvatten. En hoe ziet de predikant zelf zijn ambt? Waarom is hij predikant geworden? Op aandrang van anderen? Uit een zeker idealisme? Nog uit oude romantische motieven? En noem zo maar op.
Dan moet eerlijk gezegd worden dat deze predikanten het in de secularisatie-storm die over het kerkelijke leven heengaat, niet uit zullen houden en beslist in de problemen komen. Als maar een tiende van de verhalen juist is betreffende predikanten en hun taakopvatting — verhalen, die helaas ongevraagd de laatste jaren bij mij binnenkomen — dan is het te begrijpen dat predikanten het niet meer aan kunnen en er een groeiende behoefte bestaat om er even uit te kunnen.
Roeping
Wie in deze jaren predikant is moet nog meer dan zijn collega's in vroeger jaren weten dat hij tot dit werk geroepen, gedrongen, gedreven is. Zonder dat is het ambt en de uitoefening van dit
ambt een uiterst moeilijke aangelegenheid. Waar kan men op terugvallen, in voorkomende moeilijkheden, als men niet weet: ik heb uiteindelijk zelf dit werk niet gekozen, maar de Heere heeft mij tot dit werk geroepen. Dit is een absolute voorwaarde. Maar gezien de ongeestelijke stand van het kerkelijk leven zou het me niet verbazen als er mensen predikant zijn geworden uit ongeestelijke motieven. Dan zal er vroeg of laat zeker conflict komen.
Toewijding
Wie goed predikant wil zijn moet zich helemaal willen geven aan dit werk, aan zijn gemeente, aan Christus' kerk. Wie ambtelijk werk op ambtenaarlijke wijze wil verrichten — van zo laat tot zo laat en geen minuut er over — die moet aan dit werk niet beginnen.
Natuurlijk heeft een predikant recht op vakantie en vrije tijd, maar wee wie het daar om te doen is en op dit punt op z'n strepen staat, hij toont zich niet restloos te kunnen geven.
De predikantsvrouw
Een zeer belangrijke zaak voor elke predikant is: hij moet zijn vrouw mee hebben. Een predikant, wiens vrouw niet veel voelt voor de dienst des Heeren in Zijn kerk, zal het bijzonder moeilijk hebben. Hij moet zijn tijd verdelen tussen gemeente en huwelijk/gezin. Het is waar: het gezin of het huwelijk komt vaak te kort. Het ambt verfomfaait een mens, ook een huwelijk. Er zijn predikantsvrouwen, die dat niet willen en die op hun rechten staan als vrouw en moeder. Wat kan dateen conflict geven in het leven van een dominee. Gelukkig hij, die een vrouw heeft die zich met haar man van harte wil en kan geven aan de schone dienst in de gemeente.
Onmisbaar
Onmisbaar is voor elke predikant — altijd, maar zeker in deze tijd — de gave om te luisteren, de begeerte om zich in te zetten en de wil om de weg te wijzen door het oerwoud van vragen. Alleen wie zelf overtuigd is kan anderen overtuigen. Zo is het moeilijke ambt toch een mooi ambt, ja het mooiste dat er is ..."
Over zelfmoord
Nog iets over een heel ander onderwerp. Naast de discussie over kernbewapening, abortus is er ook in toenemende mate aandacht voor de euthanasie met daaraan verbonden de vraag naar de eventuele rechtmatigheid van wat we tegenwoordig noemen de zelfdoding. U voelt het verschil: eerst spraken we van zelfmoord, nu liever van zelfdoding. Men wil dat in onze tijd een rechtmatige wijze van sterven noemen. De bekende publiciste (o.a. in dagblad Trouw) Mink van Rijs-dijk schreef een boekje onder de titel 'Voor mij hoeft het niet meer' (uitg. Kok, Kampen). In het Centraal Weekblad van 5 november gaat ds. B. Rietveld in een artikel op dit boek nader in. Hij doet dat nogal kritisch. Mink van Rijsdijk voert min of meer een pleidooi ter rechtvaardiging van de zelfdoding. Uit het artikel van ds. Rietveld licht ik het volgende, waar we van harte mee instemmen:
Zelf neem ik met volle overtuiging toch ook Zondag één van de catechismus op. Daarover schrijft mevrouw Van Rijsdijk op pag. 20: „Mijn geloof is misschien juist wel door de ontstellende dingen die ménsen elkaar menen te mogen aandoen heen getild over Zondag één van de catechismus. Aan een goddelijke bedoeling met menselijk lijden, aan loutering in de betekenis zoals Landsberg (een Jood, die in de oorlog geen zelfmoord wilde plegen, omdat hij zich in Gods hand wist, B.R.) die ervaren heeft geloof ik niet meer".
Het hart van de zaak
Deze opmerking inzonderheid heeft mij geschokt. Het gaat hier toch niet maar om een bijkomstigheid, maar om het hart van de zaak. De vraag van Zondag één is immers: „Wat is uw enige troost in leven en in sterven? "
Wanneer dan iemand zo op een kwart pagina zegt daar over heen getild te zijn, is er wel sprake van een uiteengaan van de wegen. Zij, die deze
haar aangrijpende case-histories van iemand, die de sterren van de hemel gebeden heeft zonder antwoord.
Ik blijf zorgvuldig af van het persoonlijke. Maar in het algemeen moet mij van het hart, dat wij altijd weer de neiging hebben in de omgang met God voorop te willen lopen en Hem te laten volgen. Dan wijzen wij de door ons gewilde weg (de sterren van de hemel!) en Hij moet die weg openen. Maar de orde is immers omgekeerd? Hij gaat vooraan en wij volgen. Dat zal ook ons bidden bepalen. Er is dat oude lied:
... Hij wijst de wegen. Zijn die niet altijd zo lieflijk gelegen als gij zoudt wensen, wilt ze toch gaan. Hij gaat vooraan.
Zo vaak ik dat vergat verdwaalde ik en raakte het contact kwijt. Als wij in het algemeen klimaat de idee kwijtraken, dat God ons hier bezig is te vormen voor Zijn uiteindelijke doel, zullen we een totaal andere levensvisie krijgen, op de aarde, het hier en nu gericht en de kans op wanhoopscrisis bij velen wordt groot.
Arm
Natuurlijk wil Mink van Rijsdijk een evangelische weg wijzen, maar als ik, afgezien van het begrip, dat stellig voor de mens in nood moet worden opgebracht, mij afvraag wat er van het evangelische overblijft, dan vind ik het resultaat ontstellend arm. Er ligt nogal wat nadruk op de mensen. „Wij zijn allen hier" uit het verhaal van de stokbewaarder van Filippi wordt voor haar een aanwijzing naar het belang van de medemenselijkheid. Nu is die onschatbaar waardevol, maar naar mijn en veler ervaring is juist bij die uiterste gevallen van eenzaamheid, die soms tot zelfmoord leiden, de weg van mens tot mens volkomen geblokkeerd. Wanneer God geen andere wegen had tot Zijn kind dan via de medemens dan zag het er donker uit. Op pag. 87 spreekt de schrijfster weer van de eventuele hulp van anderen met dan daarbij „in het zekere geioof bovendien dat God van je houdt en er zijn wil". Wil Hij er alleen maar zijn? Is Hij er niet? Natuurlijk ben ik blij, dat op de laatste bladzijde nog zo'n zin staat, maar wat had ik die graag met de volle evangelische inhoud geladen gezien.
Mocht iemand, die door de neiging tot zelfmoord aangevochten wordt, dit artikel van mij gelezen hebben, dan geef ik die de raad: lees Zondag 1 van de catechismus over de enige troost, laat ieder van de woorden daarvan tot u doordringen, laat uzelf los en geef u over in de handen van de Heere. Werp al uw bekommernis op Hem, want Hij zorgt voor u.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 14 november 1980
Gereformeerd Weekblad | 12 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 14 november 1980
Gereformeerd Weekblad | 12 Pagina's