Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

KLEINE KRONIEK

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

KLEINE KRONIEK

10 minuten leestijd Arcering uitzetten

Dit keer in de kroniek twee los van elkaar staande gedeelten. Het eerste betreft een aantal opmerkingen van prof. Van 't Spijker in De Wekker van 19 september j.1. Daarin geeft hij een nabeschouwing van de GOS in Nimes. Na de weergave van enkele brandende punten ter synode besproken, sluit hij dan met de volgende woorden terzake van de Schriftopvatting af, woorden waar we van harte mee instemmen:

Tenslotte blijkt een levensgroot verschil in benadering van de Schrift en in luisteren naar de Schrift. Herhaaldelijk werd in Nimes verwezen naar het deputaatschap in de Gereformeerde Kerken in Nederland, dat de zaak van het verstaan van de Schrift in studie heeft. Ik denk dat velen nieuwsgierig zijn wat er hier uit de bus komt.

De hele theologie is vandaag doordrenkt van allerlei kwesties die samenhangen met de hermeneutiek, d.w.z. met de wetenschap die zich bezighoudt met het verstaan van de Schrift. Maar die hermeneutiek leeft op haar beurt van filosofische kwesties. En dit zijn ook nog niet de gemakkelijkste filosofische problemen. Het zijn de z.g. ken-theoretische problemen. Daarbij gaat het ten laatste om de vraag: Hoe denk ik dat ik denk? En hier is — men hoeft geen diep denker te zijn, om dit waar te nemen — de mens met zichzelf bezig. Hier is geen theologie, maar filosofie en antropologie.

Wie zo de zaak beziet gaat niet te ver, wanneer hij stelt, dat hier het wezen van het gereformeerde belijden in geding is, dat zich oefent om zich gewonnen te geven aan Góds denken over ons. De sleutel tot het verstaan van de Schrift ligt bij de Heere. Dat belijdt de kerk en zij ervaart het in het getuigenis van de Heilige Geest. Hier klopt het hart van de Reformatie. Hier valt ook de beslissing in de vraag: wat is gereformeerd?

Het blijft een vraag die voor de samenhang van het gereformeerde leven in heel de wereld van belang is, niet in het minst voor de toekomst van de Gereformeerde Oecumenische Synode.

H. Algra geïnterviewd

In het weekblad De Tijd van 26 september j.1. stond een gesprek met Hendrik Algra. Hij is een bekend man binnen de Antirevolutionaire Partij geweest. Ik zeg geweest omdat deze partij inmiddels is opgheven, zo u weet. Mede daarom trok een journalist van genoemd weekblad naar Leeuwarden en sprak met Algra. Misschien kent u hem o.a. als de schrijver van het bekende kerkhistorische werk 'Het wonder van de 19e eeuw' en nog vele andere met name historische werken. Uit dit gesprek licht ik voor u twee fragmenten. Het eerste gaat over geloof en twijfel. Het tweede haakt in op de discussie rond IKV en kernbewapening.

Geloof en twijfel

Ik lees hem een passage voor uit zijn autobiografie: 'Hendrik Algra, mijn werk/mijn leven' (Van Gorcum, Assen 1970). Hij vertelt daarin hoe hij als tienjarige jongen van school naar huis liep, samen met de zevenjarige Siemen. Bij een kruispunt ging hij naar links en Siemen naar rechts. Het stormde. Siemen viel in het water en verdronk. De kleine Hendrik ging samen met zijn ouders naar de hervormde kerk waar Siemen werd herdacht. Dat gebeurde door een vrijzinnige dominee.

Algra in zijn boek: „Ik zie het allemaal nóg voor mij, na meer dan zestig jaar. Ik zie die verslagen vader op zijn eenzame plaats onder het hoge venster met de geweldige schuinaflopende vensterbank opkijken, gespannen. En dan zegt de dominee: Wij wéten het niet. Niemand weet het. Ik kan alleen mijn persoonlijke mening zeggen. Ik denk het wel, dat er nog een voortzetting is aan de overzijde van het graf. Want anders lijkt het leven van kinderen, die plotseling en jong sterven, zo onvoltooid, zo doelioos. En ik geloof dat God ook een plan met hun leven moet hebben gehad".

„Hoe komt het toch", vraagt Algra in zijn boek, „dat dit mij als jongen van even tien jaar zó heeft aangegrepen? Het heeft mij nooit meer losgelaten." En hij voegt eraan toe: „Thuis is daar niet veel over gezegd. Alleen een conclusie van moeder: Wat is dat arm".

Algra's boek is alweer tien jaar oud, maar hij herinnert het zich nog precies, knikt instemmend, vult details aan. „Ja, een puur vrijzinnige dominee. Hij verkocht die vader stenen voor brood. En dat had hij niet te doen."

Ik probeer hem uit te leggen dat die dominee, vrijzinnig cf niet, mij zeer aanspreekt, dat ik hem sympathiek vind. Het leven is toch geen vat vol zekerheden? Geloof is toch geen axioma dat als een blok in je leven staat? Die dominee bood geen spijkerhard geloof aan waar je niks voor koopt en waar je met je kop tegen te pletter loopt. Hij gaf die vader zijn eigen door twijfels verscheurde overtuiging, hij zei wat hij dacht, hij gaf hem hoop. En hoop, in de volle bijbelse betekenis van dat woord, is misschien belangrijker dan geloof. Zijn er in het leven van Hendrik Algra dan nooit twijfels geweest?

Daar gaat Algra eens goed voor zitten. Hij kijkt mij ongelovig aan en barst los in een lange uiteenzetting. Wat hieronder volgt is een waarheidsgetrouwe weergave daarvan, waarbij ik mijn eigen ertussendoor geworpen vragen weglaat.

Het staat er allemaal in

Algra: „Wat kan mij dat nou schelen wat zo'n vrijzinnige dominee denkt of wat wie dan ook denkt? Dat interesseert me helemaal niets, nul komma nul. Aan subjectiviteit heb ik niks. De particuliere gedachten van een particuliere dominee zijn precies even waardevol als de particuliere gedachten van een particuliere journalist die ergens commentaar op geeft. Daar kun je het mee eens zijn of niet, dat is verder niet belangrijk, maar je hebt te maken met de mening van één meneer. In de Bijbel gaat het om heel iets anders. In de Bijbel gaat het om zekerheden.

Wat die dominee had moeten doen is samen met die vader in de Bijbel lezen, hem de plaatsen aanwijzen waar het staat, samen kijken wat de Heere heeft gezegd. Het staat er allemaal duidelijk in.

God heeft het duidelijk beloofd. Het gaat in de Bijbel om woorden van eeuwig leven, om de toekomst van het Godsrijk. Samen lezen wat de Heere heeft gezegd, dat zou voor die vader een echte troost zijn geweest. Daar hèb je wat aan. Het uitspreken van twijfel, daar heb ik geen dominee voor nodig.

Mijn moeder zei: wat is dat arm, want zij wist wat liet betekent te bouwen op de beloften van God. Zij was eens heel erg ziek en onze dominee kwam vragen of zij genoeg vertrouwen had. Toen antwoordde zij: Dominee, het anker ligt vast. ik kan cp de Heere aan. Als je zó leeft, als je zó gelooft, dan wordt het leven licht. Ik lees elke dag in de Bijbel en het staat er ailcmaal in.

Nooit getwijfeld

Natuurlijk heb ik ook moeilijkheden gehad in mijn leven. Ik ben twee keer getrouwd geweest, ik heb twee keer aan het sterfbed van mijn vrouw gestaan. En één keer stond ik bij het bed van mijn jong gestorven kind. Ik ben door hele donkere nachten gegaan, dat kan ik u verzekeren. Maar als u het me rechtstreeks vraagt, ja, dan durf ik niet te zeggen dat ik ooit heb getwijfeld. Dat is een grote zegen. Daar ben ik erg blij om. Ik ben nu een oude man en ik heb helemaal geen haast om dood te gaan, maar ik weet natuurlijk dat het niet erg lang meer kan duren. Ik ben niet bang. Ik heb vertrouwen. God heeft Zijn beloften gegeven en daar kan ik op rekenen.

Bij mijn kinderen vind ik het terug, bij mijn jongste dochter bijvoorbeeld. Toen haar moeder stierf nam de vrouw die hier het huishouden deed haar in haar armen cn zei huilend: Ach arm kind, nu heb je geen moeder meer. Maar mijn dochter zei: Natuurlijk heb ik nog een moeder, alleen is ze nu bij de Heere. En als ik later wel eens zei, of iemand anders, zoiets van: Dat had moeder moeten meemaken, dan zei ze altijd: Och, ze weet het heus wel.

Oorlog, IKV, Raad van Kerken

„Dat hele oorlogsvraagstuk vind ik zo vreselijk moeilijk. Daar tob ik veel over. Dat zal wel komen omdat ik de tweede wereldoorlog intensief heb meegemaakt. Daar kom je nooit meer overheen.

Hitier en de nazi's, die waren dc personificatie van het kwaad. Toen lag dc nacht over Europa. Je mag er toch niet aan denken dat Duitsland de oorlog had gewennen, dat alles definitief kapot was gemaakt wat ons zo dierbaar is. Deze verschrikkelijke wereld is benauwend, alle wapens zijn benauwend, de conventionele wapens net zo goed als de nucleaire, maar ik ben toch blij dat de geallieerden de wapens tegen Hitier hebben opgenomen. Er is ons daardoor heel wat bespaard gebleven, heel wat gruwelen en terreur waaraan ik niet eens durf te denken.

Ik zie niet goed wat het verschil is tussen het oorlogsvraagstuk in het algemeen en het kernwapenvraagstuk in het bijzonder. Wapens zijn verschrikkelijk, oorlog is verschrikkelijk, maar u bent toch óók blij dat de Amerikanen en de Russen met hun verschrikkelijke wapens tegen Hitier hebben gevochten. Anders zaten we hier nu niet samen te praten. Het oorlogsvraagstuk houdt mij erg bezig, maar je kunt het niet oplossen door te zeggen: die kernwapens, dat wil God niet hebben, die heeft Hij verboden. Dat kun je niet zeggen, want dan moet je óók zeggen dat Hij de conventionele wapens niet wil en dat de geallieerden niet tegen Hitier hadden mogen vechten.

Als een christen volledig pacifist is, dan begrijp ik dat. Ik durf het zelf niet te zijn, dat durft geloof ik niemand die de tweede wereldoorlog heeft meegemaakt, maar ik begrijp het. Maar ik begrijp niet dat iemand géén volledige pacifist is, maar wel atoom pacifist. Daar begrijp ik niets van. Éénzijdige nucleaire ontwapening door Nederland, dat spreekt mij in het geheel niet aan. En wat mij zéér ergert in het IKV, wat ik niet kan uitstaan, dat is dat die mensen net doen of alle anderen, die er anders over denken, slechts halve of kwartchristenen zijn. Het IKV, dat is een moderne vorm var christelijk imperialisme en clericalisme erbij, alleen hebben die mensen dat zelf niet in de gaten, Enfin, laat ze maar. Het gaat vanzelf wel over.

Raad van Kerken: hobbyisten

In het algemeen vind ik dat we de laatste jaren te maken hebben met een sterke inflatie van het kerkelijk woord. Kijk maar eens naar de Raad van Kerken. Over alles geven ze verklaringen uit, over van alles en nog wat, Cuba en de NAVO en homofilie en kernenergie en gastarbeiders en nog duizend dingen meer, je kunt het zo gek niet verzinnen cf „de kerk" komt er met een verklaring over. Ik heb dan de neiging „(citeer nu uit zijn boek)" hetzelfde te zeggen wat mijn vrouw soms tegen de melkboer zei: We slaan vandaag maar eens over, Hiemstra.

Neem nou hier in Friesland, hier was een kwestie waar de tweede elektriciteitscentrale moest komen, aan het Bergumermeer of ergens anders. Toen kwam de Raad van Kerken in Friesland met een verklaring dat het niet aan het meer mocht, want dat was horizonvervuiling of zoiets. Kijk, elke keus had zijn voor-en nadelen, daar gaat het nou niet over, maar als de Raad van Kerken zonodig ook met een standpunt moet komen, dan zeggen de tegenstanders van het Bergumermeer: zie je nou wel, zelfs de kerken zijn het met ons eens, en de voorstanders zeggen: leg het daar maar neer, bij al het andere, en er is niets veranderd.

Ik denk dat het komt, al die nutteloze verklaringen, omdat zo'n Raad van Kerken een eigen bureau heeft daar zitten hobbyisten in en die moeten bezig blijven. De kerken zelf spreken dan allang niet meer. Het wezenlijke van de kerk is, of moet zijn, dat zij geloof verkondigt, het evangelie uitdeelt, troost geeft, dat betekent wat. Maar nu, met al die verklaringen, krijg je gewoon het gevoel dat het clericalisme weer hoogtij viert.

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.hertog.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 10 oktober 1980

Gereformeerd Weekblad | 12 Pagina's

KLEINE KRONIEK

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 10 oktober 1980

Gereformeerd Weekblad | 12 Pagina's