Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

INZEGENING VAN MENSEN DIE GAAN SAMENWONEN?

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

INZEGENING VAN MENSEN DIE GAAN SAMENWONEN?

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

(2)

Mensen die gaan samenwonen of dat al een poosje doen, zoeken kontakt met een kerkeraad of predikant. Soms om alsnog een huwelijksbevestiging aan te vragen, soms met het verzoek om de voorbede voor hun relatie of een vorm van „inzegening" bij hen thuis. Daarnaast kan het voorkomen dat een samenwonend stel belijdenis wil doen of aan het Heilig Avondmaal wenst deel te nemen. Door dit alles komt dc kerkeraad voor moeilijke vragen te staan. Welke weg moet er worden bewandeld met deze mensen die blijkbaar toch bij de gemeente willen behoren en betekenis toekennen aan het Woord van God en aan het gebed? Dat laatste is positief en daar zal men zich in het pastoraat over verblijden. Maar dan niet om op verzoeken tot kerkelijke legitimatie van het samenwonen in te gaan. Zonder meer 'de handen op te leggen' zou de weg tot een echte pastorale ontmoeting met zo'n samenwonend paar blokkeren. De gelegenheid zal juist moeten worden aangegrepen om een diepgaand en indringend gesprek tc voeren rond de open bijbel.

Werkelijk pastoraat is toch altijd weer de poging samen met de ander te leren luisteren naar de stem van de goede Herder. Om minstens drie redenen heeft de principiële afwijzing van het samenwonen te maken met het hart van het bijbels getuigenis. De gang naar het stadhuis — smalend aangeduid als 'een boterbriefje halen' — blijkt bijbels gezien geen te verwaarlozen formaliteit te zijn. Hokken is als alternatief voor huwen schriftuurlijk niet te wettigen.

Drie bijbelse gronden

Een afwijzing van het samenwonen gebaseerd op bijbelse gronden — dat lijkt velen in onze tijd te ver gezocht of te hoog gegrepen. En vooral wanneer een kerkeraad aan die afwijzing konsckwenties verbindt in de praktijk van het kerkelijk leven, b.v. door samenwonenden geen belijdenis des geloofs te laten doen, krijgt deze al gauw het verwijt te horen dat hij zich schuldig maakt aan een onzindelijk en wettisch bijbelgebruik. Zo schrijft prof. G. Th. Rothuizen in het boekje 'Getrouw. Getrouwd? ': ' . . . verbiedt de bijbel deze omgang dan niet? Dat is wel verkondigd en met een duidelijkheid zelfs (ook wel door mijzelf) verdedigd, die bij nader inzien toch niet eenvoudig is waar te maken. Want andere tijden, andere zeden . . . Ook de bijbel ontkomt niet aan de geschiedenis, nog afgezien van het feit dat deze ook zelf een geschiedenis doorloopt (men vindt er bijvoorbeeld monogamie èn polygamie)'. Je zou haast zeggen: het is altijd weer hetzelfde liedje! De bijbel wordt gemuilkorfd met een beroep op tijdgebonden en cultuurgebonden voorstellingen in de Schrift.

Het valt uiteraard niet te ontkennen dat Gods gebod binnen een bepaalde tijd en cultuur werd uitgewerkt. In die uitwerking ligt iets tijdgebondens. Maar daarachter ligt toch altijd weer het blijvende en fundamentele gegeven van Gods wil.

Zoals gezegd, er is te wijzen op drie bijbelse grondlijnen:

(a) het verbond tussen man en vrouw behoort een afspiegeling te zijn van Gods verbondsverhouding met Zijn volk. Maar dan dient dit verbond gebaseerd te zijn op duurzame liefde en trouw. Zo'n huwelijk kan dan nooit een zogenaamd proefhuwelijk zijn, waarbij een 'ontsnappingsclausule' ingebouwd wordt. Een verbond onder voorbehoud is geen verbond! Nu mogen we niet uit het oog verliezen dat er vele en velerlei motieven zijn die leiden tot de keuze voor samenwonen — vele samenwonenden ontkennen dan ook dat die gedachte aan een zeker voorbehoud of die angst voor toch nog een mislukking bij hen een rol speelt. Maar moet dan ook niet worden beseft dat ieder paar dat samenwoont meewerkt aan de ondergraving van het huwelijk als instituut en daarmee meehelpt banen de weg tot allerlei vrijblijvende sexuele relaties, die met Gods bedoeling ten aanzien van de man/vrouw-verhouding helemaal niets meer te maken hebben. De beleving van het verbond tussen man en vrouw als afspiegeling van Gods verbond met Zijn volk, is niet gediend met de afbraak van de structuur van het huwelijk. Maar wél met een nieuwe vulling van die bestaande structuur vanuit Gods verbondstrouw als het lichtend voorbeeld en de dragende grond.

(b) een tweede grondmotief dat in een pastoraal gesprek ter tafel moet komen is het volgende: we leven toch niet voor onszelf? We zijn als gezin toch ook een bouwcel van de samenleving — om nog niet eens te spreken van het gezin als kerkje in de kerk, bouwcel van het lichaam van Christus! De gehuwden dragen verantwoordelijkheid naar binnen toe — voor elkaar, voor de kinderen eventueel. Maar ze dragen evenzeer verantwoordelijkheid naar buiten toe. En met name ook die brede verantwoordelijkheid wordt onderstreept door de officiële huwelijkssluiting. Onder het oude testament fungeerde de bruiloft zelf als bekendmaking van het huwelijk in de (dorps-)samenleving. Wij kennen de vorm van de registratie bij de burgerlijke stand. Dat verschil van vorm is echter van geen wezenlijke betekenis. Waar het om gaat is dat het huwelijk behalve een binnenkant ook een buitenkant heeft. En dan is het toch wel merkwaardig, dat zo-

veel jongelui die intensief bezig zijn met maatschappelijke vragen, kiezen voor het samenwonen. Dat is dan toch een tegenspraak in zichzelf! Want met niets en niemand rekening houden dan met jezelf en met elkaar als partners, wijst juist op een blinde vlek ten aanzien van de roeping tot naastenliefde en tot het dragen van verantwoordelijkheid in bredere verbanden. Nodig is dat de zin van de officiële huwelijkssluiting weer wordt gezien als een bereidverklaring tot het dragen van verantwoordelijkheid die zich verder uitstrekt dan eigen huis en haard.

(c) Terecht stelt prof. Rothuizen: 'Onvolwassen lijkt ook, dat men elkaar onvoldoende bescherming biedt. Men bedankt immers — voorlopig — voor de bescherming, die de maatschappij de liefde bieden wil'. Ik wil echter nog een stap verder gaan.

Wie kiest voor samenwonen versmaadt meer dan de bescherming van de maatschappij, hij of zij versmaadt de bescherming van Gods heilzame ordeningen! De God van het verbond is ook de Schepper en Onderhouder van alle dingen. Zo heeft de HEERE tegen de chaotiserende werking van de zonde bepaalde dammen opgeworpen. De sabbat, het huwelijk, het gezag zijn in het oog springende voorbeelden van zulke bewarende ordeningen en dragende verbonden, die dienen om het leven leefbaar te houden en om gevallen mensen te beschermen tegen zichzelf en tegen elkaar. De vraag mag wel aan de orde komen: welk mensbeeld zit er achter de keuze voor het samenwonen? Wordt nog wel erkend dat wij met onze beste bedoelingen niettemin onbekwaam zijn tot enig goed en geneigd tot alle kwaad? In een pastoraal gesprek zal tot uiting mogen komen dat de gang naar stadhuis én kerk een belijdenis en een bede inhoudt. Een belijdenis dat we in eigen kracht het volstrekte jawoord niet kunnen 'waarmaken' en onze belofte niet kunnen volbrengen, maar ook een bede tot God om ons boven onszelf uit te tillen en onze onvolmaakte trouw te verankeren in Zijn onwankelbare trouw. Zo gaf de HEERE het huwelijk als een veilige haven en als een beschermende wal. Dat deze diepe zin van het huwelijk nog w 7 el wordt beseft, blijkt uit het gegeven dat vele samenwonenden in het huwelijk treden wanneer een kindje zich aandient. Voor dat verwachte kind wordt de bescherming en de vastheid van het huwelijk gezocht. Maar waarom zouden dan een man en vrouw die werkelijk van eikaar houden, elkaar ook die vastheid niet willen gunnen? En waarom zou een christen het beter willen weten dan zijn God, Die weet wat van Zijn maaksel is te wachten? Hoe is het te verantwoorden dat wij hoogmoedig afwijzen de ordening en de beveiliging die de ÈïEERE goed voor ons acht?

Het moge ons duidelijk zijn dat het bij de afwijzing van het samenwonen niet maar gaat om een willekeurig bijbelgebruik, waarbij zomaar'hier en daar een tekst 'geplukt' en uit zijn verband gerukt wordt. Het gaat niet om steegjes of slopjes, maar om heirbanen van de Schrift! Dat zal in het kontakt met samenwonenden duidelijk moeten worden gemaakt. Dat zal dan ook bepalend zijn voor de beslissingen die de kerkeraden moeten nemen ten aanzien van hen die in het samenwonen volharden, ook na een herhaaldelijk gesprek.

V.

J. H.

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.hertog.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 12 september 1980

Gereformeerd Weekblad | 12 Pagina's

INZEGENING VAN MENSEN DIE GAAN SAMENWONEN?

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 12 september 1980

Gereformeerd Weekblad | 12 Pagina's