KLEINE KRONIEK
GOS en hnmnfilip
Wie enigszins op de hoogte is met het kerkelijk gebeuren, weet dat GOS staat voor Gerformeerde Oecumenische Synode. In Nimes (Frankrijk) heeft deze synode in juli j.1. haar 4-jaarlijkse bijeenkomst gehouden. Enkele dagbladen hebben daarvan uitvoerig verslag gedaan. Tot de GOS horen, wat Nederland betreft, o.a. de Gereformeerde Kerken. Deze kerken zijn nogal pittig ter verantwoording geroepen ter zake het lidmaatschap van de Wereldraad van Kerken, de tucht. Maar vooral over de uitspraak van de synode der Gerformeerde Kerken over de homofilie. In het persbulletin van het Hervormd Persbureau las ik daarover deze uitspraken:
„... Op korte termijn wordt van de synode van de Gereformeerde Kerken in Nederland een verduidelijking van de in 1979 uitgegeven verklaring over homofilie verwacht. De Gereformeerde Oecumenische Synode (GOS), die vorige week haar vergadering in Nimes (Frankrijk) afsloot, heeft daarom gevraagd. Vorig jaar deed de gereformeerde synode een oproep uitgaan aan alle gereformeerden om homofiele mensen in hun geaardheid en beleving te aanvaarden. Omdat twaalf jaar studie geen eensluidend oordeel over dit onderwerp had opgeleverd, besloot men geen uitspraak te doen en het oordeel over te laten aar. de Heer der kerk. Het verschil tussen de gereformeerde svnnde en de GOS is dat de GOS de Bijbel op het punt van homofilie heel duidelijk vindt. De GOS verwacht daarom van de gereformeerde synode de uitspraak dat er voor praktizerende homofielen geen plaats is aan het avondmaal of in de ambteu
Andere zaken die tijdens de GOS-bijeenkomst aan de orde kwamen, bleven in de schaduw staan van de kwestie rond de homofilie."
Reactie prof. Plomp
Op deze uitspraak reageerde prof. Plomp (Kampen) in het Gereformeerde Weekblad (uitg. Kok - Kampen) als volgt:
„Tenslotte noem ik de kwestie van de homofilie. Onze synode had in november 1979 een uitspraak gedaan waarvan ik de strekking zo keurig zag weergegeven in het G^S-verslag van het Nederlands Dagblad dat ik mij er graag van bedien: „nog geen uitspraak doen over de vraag of homosexuele relaties toelaatbaar zijn of niet, omdat 'de Schriftstudie op dat punt nog niet is afgerond'. Maar inmiddels... wel ruimte scheppen voor homofiele gemeenteleden, opdat er eén dialoog zou komen tussen hen en de andere gemeenteleden en zij zouden kunnen deelnemen aan de gemeenschap der heiligen".
Deze uitspraak vond in Nimes geen genade in praktisch geen enkel oog. Ze was fout en wat er ook van Nederlandse zijde ter opheldering gezegd werd: ze blééf fout. Onze kerken zullen dan ook haar uitspraak grondig moeten herzien, zo werd beslist. Er is tenslotte op voorstel van onze delegatie nog wel besloten tot de instelling van een commissie ter bestudering van de Schriftgegevens met betrekking tot homofilie. Maar het gros van de GOS-gedelegeerden had daar geen enkele behoefte aan. En daarom moest in het besluit komen te staan dat de bestudering gebeurt op verzoek van de Gereformeerde Kerken in Nederland! Men kan zeggen: ook op dit punt hebben onze kerken het nog net gered. Maar de vraag is dan wel: voor hoelang? Ik denk dat ook hier alleen maar van uitstel van execi"; ie kan worden gesproken?
En ik denk dit niet alleen omdat ik mijn eigen Nederlandse pappenheimers ken. Zij lopen wat sneller dan veel buitenlandse gereformeerden, zij zijn wat progressiever of hoe men dat noemen wil. Maar ik denk dit vooral omdat er een levensgroot verschil ontstaan is tussen hen en de meeste andere gereformeerden in de GOS. Dat is een verschil in Schriftbeschouwing.
In Nimes kwam het één en andermaal om de hoek kijken (bleek mij uit de verslagen) maar het kreeg niet de aandacht die het m.i. verdient, nee vereist. Tal van lidkerken geven de indruk in allerlei zaken zeer standvastig en zeker te zijn. Maar ze zijn zo standvastig en zeker omdat ze met de
teksten van de confessie en nog minder met die van de Schrift nauwelijks enig probleem hebben.
Als de GOS zegt: in overeenstemming met de traditionele gereformeerde opvatting van de Schrift is alle homosexuele praktijk zonde, en de gereformeerde afgevaardigden vervolgens opmerken: dan mag u voor die bewering op z'n minst toch wel Schriftuurlijke gronden noemen, dan worden zij op hun wenken bediend: er worden een aantal Bijbelplaatsen aan de uitspraak toegevoegd. Maar dan zegt ds. A. C. Hofland: „sinds wanneer gaat een gereformeerde synode zó om met de Schrift? " Hij kan het zo niet: „daarvoor heb ik teveel eerbied voor de Schrift". Hier komen twee manieren van omgaan met de Schrift aan het licht die elkaar niet meer raken. Of misschien elkaar juist wèl raken maar dan zó dat er kortsluiting ontstaat.
Overigens moeten wij ons niet van den domme houden. Vroeger gingen toch de meeste gereformeerden, ook hier te lande, met de Schrift om op de door ds. Hofland thans gekritiseerde wijze. Hier ligt, dunkt mij, het eigenlijke probleem van de GOS. In de GOS wordt met de Schrift (en vermoedelijk ook met de belijdenis) omgegaan op een wijze waarop wij het vroeger allemaal deden. Maar veel gereformeerden in Nederland kunnen het zo niet meer en ook hun synoden niet. Ze hebben oog gekregen voor het verschil in soortelijk gewicht tussen de verschillende bijbelse woorden, ruimer gezegd voor heel de hermeneutische problematiek; wat is het toch dat de Heer in die oude teksten, ontstaan in die totaal andere wereld van toen en in een historische situatie die volstrekt anders is dan de onze, zeggen wil tot ons hier en nu? <
Jammer dat de-kerken van de GOS in Nimes niet besloten hebben over dit vraagstuk — en niet van allerlei afzonderlijke vraagstukken: Wereldraad van Kerken, homofilie of wat dan ook (hoe belangrijk ook op zichzelf) — zal een zekere mate van eenstemmigheid moeten worden hervonden, wil de GOS, — althans een GOS mét de Gereformeerde Kerken in Nederland — nog toekomst hebben. Nu dit vraagstuk niet op de rol staat dreigt over vier jaar de executie van een vonnis waarvoor nu alle woorden al klaar liggen, een executie die thans nog werd uitgesteld."
Helemaal terecht?
Ik deel met prof. Plomp de vrees dat je je van van moeilijke en tere vragen die er rond de kwestie van de homofilie liggen afmaakt met een paar losse bijbelteksten te noemen, zonder enig begrip voor de homofilie naaste. Toch vraag ik me in gemoede af of je het verzet dat binnen de GOS is gerezen tegen de standpuntenbepaling van de synode der Gereformeerde Kerken terzake deze kwestie enigszins geirriteerd kunt afdoen met te zeggen: dat is een bijbelgebruik dat ons niet ligt. Ook al heb je oog voor het verschil in soortelijk gewicht van allerlei bijbelse woorden en al is er aandacht voor heel de hermeneutische problematiek, dan nog staan er uitspraken in de Schrift die zonder meer duidelijk zijn.
Ik ben weieens bevreesd dat men de begrippen „verschillende soortelijk gewicht" en „hermeneutische problematiek" gebruikt om de Schrift uitspraken te laten doen die niemand zeer doen of waarmee je in deze geseculariseerde wereld als kerk niet al teveel gezichtsverlies hoeft te lijden. We kunnen tè simplistisch met de Schrift omgaan. Maar óók de Schrift persen in ons denkkader en ons huidig levensklimaat. Daar verdenk ik intussen prof. Plomp niet van. Wel kwamen deze vragen bij me boven toen ik de wat geïrriteerde woorden van prof. Plomp las. Ik neem weieens kennis van geschriften, ook uit zijn kerken, op b.v. ethisch terrein waarachter een bijbelgebruik schuilgaat dat allerminst het mijne is. En dat is nog niet eens het voornaamste. Ik ontdek er allerminst de Gereformeerde Schriftopvatting in.
Uit gesprekken die ik bij een andere gelegenheid weieens heb gehad met predikanten uit de Free Church of Scotland (o.a. uit deze kerken reeds sterk verzet tegen de uitspraken van de Gereformeerde kerken over de homofilie), weet ik dat de verontrusting daar niet wordt ingegeven door een simplistisch bijbelgebruik, maar door een diepe verontrusting over de geestelijke koers van de kerken in Nederland. Men heeft daar een diepe eerbied voor de Schrift.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 15 augustus 1980
Gereformeerd Weekblad | 12 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 15 augustus 1980
Gereformeerd Weekblad | 12 Pagina's